Komende evenementen

Draghi mag overheidsobligaties kopen

14 januari 2015 – De advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie heeft vandaag zijn standpunt bekendgemaakt in een conflict tussen het Duits Grondwettelijk Hof en de Europese Centrale Bank.
Het Duits Grondwettelijk Hof verzette zich tegen het beleid van de Europese Centrale Bank daar waar nodig op de secundaire markt overheidsobligaties op te kopen om de koers van deze obligaties te ondersteunen, en zo de intrestvoet die de financiële markten de betrokken lidstaat aanrekenen binnen de perken te houden. Dat beleid werd ingezet op het hoogtepunt van de eurocrisis om landen als Italië en Spanje te ondersteunen, en een uiteenvallen van de eurozone te voorkomen. Overigens moest de ECB nooit daadwerkelijk tot grote aankopen overgaan, de belofte volstond om de financiële markten tot bedaren te brengen.
De ECB vond dat dit beleid paste binnen haar mandaat, omdat de interventies de stabiliteit beoogden van de euro en van het financieel systeem in Europa.
Volgens het Duits Grondwettelijk Hof ging de ECB daarmee echter haar boekje te buiten. Het beleid kwam neer op monetaire financiering van de begroting van bepaalde lidstaten, wat door de verdragen verboden is. Bovendien zou bij een staken van betalen van een lidstaat de ECB geen voorrang hebben op andere schuldeisers, en dus meedelen in de brokken. Deze bezwaren worden door de advocaat-generaal naar de Europese prullenmand verwezen.
De advocaat-generaal vindt wel dat geen obligaties mogen opgekocht worden van een land waar de ECB (bijvoorbeeld via de Troika) betrokken is in een “hulpprogramma”, omdat dan de opkoop van obligaties moeilijk anders gezien kan worden dan een onderdeel van de hulp aan het betrokken land. Dat zou een probleem kunnen vormen voor de ECB, omdat de verbinding met een hulpprogramma een techniek is om het opkopen van obligaties te koppelen aan voorwaarden waaraan de ondersteunde lidstaat moet voldoen (structuurhervormingen en dergelijke, het bekende liedje). Maar omdat het beleid nooit in de praktijk is gebracht stelt het probleem zich vooralsnog niet.
De praktische betekenis van deze uitspraak is dat het impliciet groen licht geeft voor een beleid van Quantitative Easing, het pompen van geld in de economie door het opkopen van obligaties van de lidstaten. De ECB beraadt zich over QE op 22 januari.

Pikant detail: de advocaat-generraal geeft impliciet ook een bolwassing aan het Duits Grondwettelijk Hof, door te zeggen dat de ECB een “brede discretionaire bevoegdheid” heeft, en dat rechtbanken dus voorzichtig moeten zijn te oordelen over het beleid van de ECB daar waar de ECB op haar terrein veel meer ervaring en kennis van zaken heeft dan de rechtbank. De ECB is zowat de belangrijkste economische beleidsmaker in Europa, door niemand gecontroleerd. Enkel de rechtbank heeft mogelijkheid tot toezicht, maar die lijkt nu niet thuis te geven. (fs)

 

Reacties plaatsen niet mogelijk