Komende evenementen

ECB pompt miljarden in eurozone

22 januari 2014 – Zoals verwacht kondigde de Europese Centrale Bank vandaag aan dat ze miljarden nieuwe euro’s gaat pompen in de economie van de eurozone (‘quantative easing” in het jargon). Dat zou voornamelijk gebeuren door met nieuw gecreëerde euro’s schuldpapieren (obligaties) op te kopen van de lidstaten, en dit op de secundaire markten (dus niet rechtstreeks van de uitgevende overheden zelf). Zo worden nieuwe liquiditeiten gepompt in het banksysteem.
Hoe moet dergelijke massieve geldcreatie de economie van de eurozone uit het slop helpen? Er wordt voornamelijk gemikt op drie mechanismen. Ten eerste stijgt de waarde van overheidsobligaties wanneer de vraag stijgt. Nu hebben obligaties een vaste rente, dus de relatieve rentevoet daalt wanneer de waarde van een obligatie stijgt. Deze daling zet zich door naar allerlei andere rentevoeten in het economisch verkeer, wat goed is voor de economische activiteit. Ten tweede daalt de waarde van de euro wanneer de geldmassa toeneemt, wat goed is voor de export. Ten derde is het goed voor de economische activiteit wanneer er veel geld beschikbaar is, en wanneer de mensen denken dat er inflatie – dus geldontwaarding – op komst is gaan ze geld nog makkelijker laten rollen.
Tot daar de theorie.

Soberheid

In werkelijkheid is de Europese economie in een ander bedje ziek: soberheid en ongelijke verdeling van de rijkdommen verstikken de economische activiteit (plus nog wat dieper liggende problemen, maar dat is een ander verhaal).
Nu is het initiatief van de Europese Centrale Bank zeker niet bedoeld om tegemoet te komen aan de toenemende kritiek op het soberheidsbeleid, integendeel. Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank, steekt het niet onder stoelen of banken. Aan al wie het horen wil verklaart hij dat de ECB haar verantwoordelijkheden opneemt, en dat het aan de regeringen is hun deel te doen om de economie aan te zwengelen, namelijk het vasthouden aan budgettaire discipline en het doorzetten van structurele hervormingen, wat de marktspelers het nodige vertrouwen moet geven om weer aan de slag te gaan. Quantative easing is dus een onderdeel van de neoliberale agenda.
Tegenstanders van “quantative easing” in Duitsland en elders vrezen echter dat het opkopen van overheidsobligaties de zwakkere lidstaten van de eurozone financieel uit de wind zet zodat de hervormingsdruk wegvalt. Sinds de financiële crisis zich in de eurozone heeft omgezet in een crisis van de overheidsfinanciën vonden Merkel en Co hierin immers het gedroomde chantagemiddel om hun hervormingsagenda door te drukken.
Dit chantageverhaal is echter niet sympathiek. Om aansluiting te vinden bij het gezond verstand van hun achterban verpakken deze critici van “quantastive easing” hun kritiek daarom als volgt: wanneer de Europese Centrale Bank schuldpapieren van zwakke lidstaten opkoopt dreigen sterke lidstaten op te draaien voor de verliezen wanneer het mis gaat.
Hierop antwoordt de ECB met de beslissing dat slechts 20 procent van de risico’s Europees gesolidariseerd wordt, terwijl het gros van de risico’s bij de respectieve nationale centrale banken gelegd wordt. Elke nationale centrale bank is verantwoordelijk voor de risico’s verbonden aan opgekochte schuldpapieren van haar overheid. Dat betekent dat de kans niet gegrepen werd om een stap te zetten naar een echte monetaire unie. De lidstaten worden nog steeds niet geruggesteund door een geldschieter in laatste instantie, zoals bijvoorbeeld wel het geval is in de VS of in Groot-Brittannië. Dit gebrek is precies één van de structurele oorzaken van de eurocrisis. Ook daarom blijft het een open vraag in welke mate deze vorm van “quantative easing” op langere termijn het vertrouwen van de kapitaalmarkten in de Europese economie zal herstellen.

Griekenland

Om absoluut duidelijk te maken dat de operatie niet bedoeld is als steun aan lidstaten in financiële problemen werd ook een grens vastgesteld voor de aankopen: per land en per uitgifte mogen die een bepaald percentage van het totaal aantal in omloop zijnde obligaties niet overschrijden. Zo wil men zeker zijn dat het de markt is die de prijs zet van de overheidsobligaties, en dat de opkoop niet neerkomt op de monetaire financiering van een of andere lidstaat.
Wat Griekenland betreft zei Mario Draghi dat het land behandeld zou worden als alle andere. Wel moet het dan wel de voorwaarden van het memorandum overeengekomen met de Troika respecteren, aldus Draghi. Hij zei dit drie dagen voor verkiezingen waarin de verwachte winnaar van de daken roept dat hij dit niet zal doen…. Op die manier maakte Draghi duidelijk dat het niet de bedoeling is dat “quantative easing” gebruikt wordt om aan de hervormingsdruk van de Troika te ontsnappen.

Een onafhankelijke bank

De Europese Centrale Bank is onafhankelijk, wat betekent dat hij niet onderworpen is aan een democratische politieke controle, en dus niet gevoelig voor de druk van de kiezer.
Die onafhankelijkheid heeft echter niet belet dat vooral vanuit Duitsland de laatste tijd enorme politieke druk werd uitgeoefend op de Bank. Daarom was de pers wel benieuwd of er in de schoot van de Bank ook mensen tegen “quantative easing” hadden gestemd. Volgens Draghi was er in de ECB unanimiteit dat QE een zuiver monetaire operatie is (dus geen door de verdragen verboden overheidsfinanciering), en was er een voldoende duidelijke meerderheid om er nu mee te beginnen, zodat hierover niet hoefde gestemd te worden…. Geen transparantie dus voor de publieke opinie over hoe in de schoot van de ECB wordt gedebateerd, allicht om de “politieke onafhankelijkheid” van de Bank veilig te stellen. (fs)

 

 

Reacties plaatsen niet mogelijk