Komende evenementen

De Europese unie neemt afscheid van de democratie

door Corinne Gobin (*), november 2011

Het artikel verscheen in het nummer 72 (nov-dec 2011) van het tijdschrift Politique; met dank voor de toelating voor overname. Vertaald uit het Frans door Herman Michiel.

 

Op 28 september 2011 heeft het Europees parlement de essentie goedgekeurd van het ‘pakket economisch bestuur’ [ook bekend als sixpack, nvdr]. Het gaat over vijf verordeningen (wetteksten die direct van toepassing zijn in de lidstaten zonder ratificatie door het nationaal parlement) en een richtlijn (wettekst die moet omgezet worden in nationale wetgeving, wat aanleiding geeft tot een parlementaire goedkeuring en dus tot een debat). De hoofdzaak van deze nieuwe normen moet normaal binnenkort van toepassing worden om vanaf 1 januari 2012 richting te geven aan het Europees toezicht op de publieke financiën, zoals voorzien in de procedures van het ‘Europees semester’.

Kortom, dit programma van economische politiek zal talrijke van de 27 lidstaten van de Europese Unie (EU) ertoe verplichten hun soberheidspolitiek drastisch op te drijven en, erger nog, gedurende decennia op te leggen aan hun bevolking. Dit geldt voor de 20 lidstaten van de EU die een budgettair tekort vertonen van meer dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP), en in nog sterkere mate voor de 13 landen waarvan de staatsschuld groter is dan 60% van het BBP.

Zo wordt België, dat ontsnapt was aan de soberheidsgolf van 2010-2011 dank zij het feit dat het een regering van lopende zaken had, onder sterke druk gezet door de autoriteiten van de EU opdat de Belgische politieke crisis zo vlug mogelijk zou stoppen: België wordt geacht maatregelen te nemen om ongeveer voor € 22 miljard bezuinigingen door te voeren op 3 jaar tijd. Maar men moet niet geloven dat dit drastisch besparingsplan in de overheidsuitgaven zal ophouden in 2015. Het nieuwe wetgevend ‘pakket’ drijft de lidstaten ertoe hun openbare uitgaven zo te plannen dat hun staatsschuld zo snel mogelijk onder het maximumniveau van 60% van het BBP komt, op straffe van boetes in het geval van ‘zwakheid’. Zoals het Griekse voorbeeld ons bewijst, komt dat de facto neer op een wedren naar zo veel mogelijk winst vanwege de geldschieters van de staten, voornamelijk van de private banken. Staten met schulden vallen ten offer aan de waarderingsagentschappen en moeten de hoogste prijs betalen voor hun leningen.

Om dit niveau van 60% te bereiken, zou België de middelen moeten vinden om, bij gelijkblijvende monetaire en politieke voorwaarden, aan zijn geldschieters ieder jaar 7 miljard €  terug te betalen, en dit gedurende… 21 jaar!

Aangezien de Europese Unie de lidstaten verplicht de sociale bijdragen te verminderen die de sociale zekerheid moeten spijzen, en om de directe belastingen te reduceren, kunnen de lidstaten slechts de BTW verhogen en andere indirecte belastingen opleggen (onrechtvaardige belastingen want niet in verhouding tot het inkomen). En privatiseren… of de financiering van de openbare diensten verminderen… of de wedden van de ambtenaren verminderen… of het statuut opheffen van wie in openbare dienst werkt… of de pensioenrechten verminderen, of de ziekte- en werkloosheidsuitkeringen.

De kostprijs voor het reddingsplan van de banken

We herinneren eraan dat deze nieuwe soberheidgolf het gevolg is van de redding van de banken in 2008: verschillende lidstaten van de EU hadden dan schulden opgekocht van de banken en aldus hun eigen soevereine schulden vermeerderd. Deze schulden waren gemaakt door weinig scrupuleuze banken en dit voor een bedrag dat in één jaar (2008-2009) overeenkwam met 16,5% van het BBP van Europa. Met andere woorden: zevenmaal meer dan alle rijkdom op één jaar geproduceerd door België, 24 maal meer dan het bedrag uitgegeven aan de Belgische sociale zekerheid. Volgens de laatste cijfers medegedeeld door Barroso, zou het totaal aan overheidsgeld sinds 2008 gespendeerd aan steun voor de banken oplopen tot 4600 miljard €  (ongeveer 13 maal de jaarlijkse Belgische geproduceerde rijkdom). Het lijkt er dus op dat Barosso’s belofte om een financiële transactietaks in te voeren, ten vroegste in 2014, die jaarlijks € 55 miljard zou kunnen opbrengen, vooral uit is op het aankondigings- en verblindingseffect. Het is dus meer om te verdoezelen dat de soberheid op het vlak van wedden en begroting nu reeds heel wat medeburgers treft, om te verbergen dat deze soberheid een constant gegeven dreigt te worden en leidt tot een project van minimale staat zonder openbare diensten, dat ze de democratische principes helemaal overhoop gooit. En inderdaad, de grote private geldschieters krijgen meer macht dan de staat, die voorgesteld wordt als een niet vooruitziend individu dat moet gestraft worden.

Maar een staat die zijn soevereiniteit opgeeft om zich met handen en voeten te laten binden door het oordeel van de markten is een staat die zich veroordeelt tot zwakheid en uiteindelijk tot zijn eigen ondergang: afbouw van de publieke middelen om de economie te stimuleren, wat leidt tot recessie, vermeerdering van de werkloosheid, een slecht cijfer van de waarderingsagentschappen, tot steeds slechtere leenvoorwaarden… En tot het aannemen van weer nieuwe soberheidsplannen.

En dat is net wat leidingen van banken en financiële instellingen willen, die vandaag aan het roer staan van de Europese Unie: de democratie begraven en het bewind van banken en multinationals instellen. Mario Draghi, in juni benoemd tot voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), is de nieuwe aanvoerder van deze ongeluksmissie. Hij heeft eerst gedurende 10 jaar als hoge functionaris de privatiseringsprogramma’s in Italië geleid, hij was vervolgens vice-voorzitter voor Europa van de bank Goldman Sachs op het ogenblik waarop deze de budgettaire indicatoren van Griekenland vervalste, en daarna werd hij gouverneur van de Italiaanse centrale bank. Wie houdt men voor de gek?

Merkwaardige ‘loyauteit’

Het ‘pakket economisch bestuur’ legt aan de lidstaten die zouden moeten lenen bij het nieuwe Europese stabiliteitsmechanisme een totale ‘loyauteit’ op (dat is de term die gebruikt wordt) aan de internationale geldschieters, met in volgorde van prioriteit, zelfs nog voor de ECB, het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Om de verplichtingen te respecteren die opgelegd waren door de EU, met de hulp van het IMF of onder bedreiging van IMF-tussenkomst, hebben lidstaten reeds uitzonderingsmaatregelen toegepast op hun bevolking alsof we in een oorlogssituatie verkeerden: opheffing van onderhandelde collectieve arbeidsovereenkomsten in Griekenland en het opleggen van eenzijdige patronale overeenkomsten, militaire opeising van luchtverkeersleiders in Spanje tijdens hun staking in december 2010, door middel van een oud franquistisch artikel van de grondwet, dat voorziet in gevangenisstraffen tot zes jaar in geval van niet-naleving.

Het Europees Hof van Justitie heeft in 2008 geoordeeld dat een lidstaat niet meer alleen de inhoud kon bepalen van zijn openbare orde, en dat men moet afstemmen op de Europese definities. Het verdrag van Lissabon is daarover duidelijk (artikel 4): de nationale veiligheid blijft de enige soevereine bevoegdheid van de Staat. Voor al het overige moet men afstemmen op de EU en haar visie van de minimale staat ten dienste van de markt.

Het ‘pakket economisch bestuur’ verplicht ook het onder curatele stellen van alle begrotingen (en hun procedureregels) van de openbare administraties: gemeenten, provincies, gewesten, gemeenschappen, federale staat… Begrotingen zullen in de toekomst over meerdere jaren moeten gepland worden, waarbij een loopje genomen wordt met de democratische controle door de politieke verkozenen. Wie durft er nu nog spreken van algemeen stemrecht? Zal het nog lang duren vooraleer lokaal verkozenen het toezicht op het lokaal budget wordt ontzegd, om geen onnodige vertragingen op te lopen?

De EU dringt er bij de lidstaten op aan dit bestuurspakket zo vlug mogelijk toe te passen, terwijl er een wijziging van het verdrag van Lissabon voor nodig is, die geratificeerd moet worden door de nationale parlementen. Niemand spreekt erover. En de EU vraagt om het principe van het onder Europese curatele plaatsen van de begroting zo mogelijk in de nationale grondwet in te schrijven…

Wat is er dus aan de hand? Het einde van de democratische staat, de omvorming van de staten in provincies onderworpen aan een soort groot Europees technocratisch Rijk ten dienste van de multinationals.

Is het dan te verwonderen dat de verontwaardigden verontwaardigd blijven?

Als degenen die ons regeren buigen voor een transnationale technocratie die de meest elementaire rechten van de volkeren met voeten treedt, zijn ze dan niet op weg om hoogverraad |1| te plegen tegenover hun bevolking?


(*) Corinne Gobin is directeur van de onderzoeksgroep over de internationale actoren (GRAID), Institut de Sociologie, Université Libre de Bruxelles

(1) Hoogverraad is een politiek begrip dat betrekking heeft op de misdaad die erin bestaat een extreem onloyale daad te stellen tegenover zijn land en zijn natie.


 

Reacties plaatsen niet mogelijk