Komende evenementen

Vijf jaar crisis: nog niet veel geleerd, en nog steeds risico’s

door Myriam  Vander Stichele (*)

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Engels op de website van Transnational Institute  (27 september 2013). Vertaling en verklarende noten: Ander Europa.

 

 Waarom is er zo weinig vooruitgang geboekt en zo weinig geleerd van de grootste financiële crisis ter wereld? Door welke maatregelen zouden mensen terug vat kunnen krijgen op de financiële wereld?

 15 september 2013 was de vijfde verjaardag van de crash van Lehman Brothers, een crash die beschouwd wordt als het begin van de grootste financiële crisis ter wereld. Je zou er redelijkerwijze kunnen van uitgaan dat regeringen een aantal belangrijke hervormingen zouden hebben doorgevoerd om te vermijden dat het ooit nog eens gebeurt. In de plaats daarvan is het voor de financiële sector alsof er nooit een crisis geweest is.

Sommige banken, zoals Bank of America en JP Morgan Chase, die ’too big to fail’ [i] waren, zijn zelfs nog groter geworden en nog meer verweven met andere. Ze werden ook ’too big to save’ (nu er minder geld zit in de staatskassen) en ’too big to jail’, aangezien regeringen ze geen zware boetes of sancties opleggen uit vrees dat ze zouden crashen. Geen enkele schuldige aan de crisis kwam in de gevangenis terecht, en er is ook geen wet die de schuldigen aan een toekomstige crisis aansprakelijk zal stellen voor hun daden.

Het financiële systeem zit nog steeds vol risico’s en instabiliteit. Nieuwe regels voor de banken laten deze nog steeds toe om 33 keer de waarde van hun eigen kapitaal te lenen; 130 jaar geleden was dat voor een normaal bedrijf of Amerikaanse bank maar vier keer. De handel in speculatieve risicovolle complexe derivaten [ii] gaat ongehinderd door, terwijl het net de ineenstorting van dergelijke handel was die Lehman Brothers de das omdeed. De duistere ongeregelde derivatenhandel (‘over the counter’) [iii] groeide met 8%, van 585,9 biljoen $ in december 2007 tot 632,6 biljoen $ in december 2012 [iv].

De weinige financiële hervormingen en bankregels hebben het risico niet uitgeschakeld. In het geval van derivaten bijvoorbeeld werd het risico gecentraliseerd door de oprichting van een beperkt aantal ‘centrally cleared parties’ (CCPs) [v] die een soort verzekering zijn voor fout lopende derivatencontracten. Maar er is geen oplossing in het geval zulke CCPs failliet gaan in crisistijd, wanneer miljarden dollars moeten uitbetaald worden.

 Nieuwe regels voor de banken zorgen er telkens ook voor dat een hoop financiële diensten en leenoperaties gebeuren via ‘schaduwbankieren’ [vi], een sector die bestaat uit niet-bancaire bedrijven zoals hedge funds [vii] en money market funds [viii]. Deze sector groeide tot 67 biljoen $, van 59 biljoen in 2008, en staat nog niet onder toezicht, laat staan dat hij gereguleerd wordt. Pas nu komt men met voorstellen om deze sector aan te pakken.

 Geen fundamentele hervormingen

 Op verschillende belangrijke terreinen heeft men de laatste vijf jaar bitter weinig geleerd. De lange reeks dure topbijeenkomsten van de EU, waarbij men het in detail had over de hervorming van de sector, heeft slechts halfslachtige resultaten opgeleverd in de marge van de eigenlijke problematiek. Er werd ook geen enkel verband gelegd tussen de financiële crisis en andere crisissen, zoals de sociale ongelijkheid en de klimaatverandering. Het neoliberalisme werd niet in vraag gesteld, het kapitalisme nog minder natuurlijk, en er werden geen alternatieve visies ontwikkeld. Bij de hervormingen vindt men geen enkele eis om de financiële sector te laten bijdragen in de transitie naar een sociaal en ecologisch duurzame maatschappij en economie.

In de plaats daarvan hebben de beleidsmakers van de EU in hun neoliberale ivoren toren beslist tot een soberheidsbeleid (inclusief een dosis privatisering), ze hebben beslag gelegd op het democratisch beslissingsrecht over de begrotingen (bijvoorbeeld voor het investeren in publieke diensten) en ze hebben nog een grotere rol toegekend aan de financiële sector op nieuwe terreinen zoals het leefmilieu, en aan marktmechanismen rond klimaat, biodiversiteit enzovoort.

Hoe de financiële sector de maatschappij gegijzeld houdt

Het uitblijven van werkelijke hervormingen en alternatieven toont aan dat de financiële sector erin geslaagd is de politieke beslissingsmacht naar zich toe te halen in heel Europa, en de hele maatschappij te gijzelen. Alle segmenten van de financiële sector, en zeker niet alleen de banken, hebben zich opgeworpen als meesters in het lobbyen voor deregulering of om hervormingen af te zwakken. Regulerende en toezichthoudende instanties blijven in de eerste plaats luisteren naar financiële lobbyisten, terwijl academici, werknemers, consumenten, burgers, sociale bewegingen en NGO’s heel wat minder gewicht in de schaal werpen. De financiële sector herhaalt tot in den treure dat de financiële diensten in de EU het onderspit zullen delven als er strenge regels worden opgelegd, en ze vinden daarbij een luisterend oor bij de neoliberale regelgevers. Beleidsmakers die niet naar hen luisteren en effectief proberen te reguleren worden door de financiële sector voor de rechtbank gesleept, waar oude wetten worden ingeroepen om nieuwe wetgeving te verhinderen.

Op andere vlakken van het EU beslissingsproces probeert men zelfs niets de schijn hoog te houden. Vrijhandels-en investeringsakkoorden, zowel uit het verleden als actueel in onderhandeling, blijven regels bevatten uit de periode van vóór de crisis, waarbij regeringen tot de orde geroepen worden wegens regulering!

De financiële sector doet haar best om alles zo ingewikkeld mogelijk te houden, om daarmee regelgevers te kunnen chanteren en zo controle en interventie van de overheid tegen te houden. De buitensporige complexiteit van het financiële systeem, dat daardoor zwanger is van crisissen, wordt beantwoord met nog meer complexiteit, eerder dan met een radicale vereenvoudiging en begrijpelijke controleerbare regels.

Er bestaan alternatieven

De civiele maatschappij en de academische wereld hebben tal van alternatieven voorgesteld die crisissen in de toekomst zouden kunnen vermijden,  en die bijdragen tot de uitbouw van een  maatschappij  zoals we die wensen. Maar dergelijke ideeën worden door de regelgevers nauwelijks in overweging genomen. Enkele voorbeelden:

  • een beperking op de grootte van banken, zodat geen enkele bank zo groot is dat hij bij bankroet het financiële systeem bedreigt;
  • de wettelijke erkenning van financiële stabiliteit als een publiek goed;
  • banken weghouden van de beurs, want daardoor nemen ze buitensporige risico’s om grote winsten te maken; alleen aan sterk gereguleerde en democratisch gecontroleerde instellingen de toelating geven om leningen toe te staan;
  • de banken opleggen om grotere kapitaalreserves bij te houden; het winstbejag van banken beperken en grenzen stellen aan wedden en bonussen (noteer dat het netto inkomen van JP Morgan Chase 21,3 miljard $ bedroeg in 2012!)
  • Een wettelijk verbod op speculatie door de ‘markten’, zoals speculatie tegen de euro;
  • ophouden met het toestaan van goedkope leningen door de Europese Centrale Bank aan commerciële banken zonder regels noch voorwaarden; verbod op speculatie en riskante leningen;
  • controle op het kapitaal (zelfs het IMF is het er mee eens dat dit Griekenland en Spanje had kunnen helpen)
  • stopzetten van de soberheidspolitiek, verhoging van de inkomens door verbod op belastingparadijzen, invoering van een sterke financiële transactietaks (de huidige EU-initiatieven worden al bedreigd door de lobbyisten);
  • verbod op riskante financiële producten en spelers, zoals hedge funds, die de risico’s verspreiden over heel het systeem; verbod op andere speculatieve en sociaal schadelijke instrumenten, zoals speculatie op de voedselprijzen.

De huidige bankstructuur moet vervangen worden door een veelheid aan banken, met de nadruk op coöperatieve banken, ethische banken, banken met onbeperkte aansprakelijkheid (waarbij bijvoorbeeld de managers en bezitters kunnen gesanctioneerd worden voor crisissen op het micro en macro vlak), regionale en lokale banken, enzovoort.

Regelgevers, toezichthouders, de financiële sector en het publiek zijn er bijlange niet aan toe om de lessen te trekken uit de financiële crisis van 2008. Sociale bewegingen hebben nog een enorme taak te vervullen. Sommige ervan willen nog radicalere hervormingen, zoals Corporate Europe Observatory en Finance Watch. Anderen mobiliseren aan de basis, vooral in landen die door de crisis geteisterd worden, en er wordt geprobeerd die bewegingen te coördineren om zo een halt toe te roepen aan de neoliberale hervormingen die er weinig toe bijdragen dat de burgers beschermd worden tegen de machtsgreep van de financiële sector.

 



(*) Myriam Vander Stichele is een medewerkster van het Transnational Institute (TNI). Ze verricht studiewerk over, onder andere,  internationale handelsovereenkomsten, de financiële en voedselsector, en de bedrijfsstrategieën en dienstenliberalisering die ermee gepaard gaan. Ze was mede-auteur van de Ander Europa brochure Europa en de financiële markten (pdf).  

 

 

 

[i] ‘Too big to fail’ betekent  ’te groot om failliet te (laten) gaan’. Als een grote bank failliet gaat, zijn de financiële en economische gevolgen zo ernstig dat overheden er alles aan doen om dit te vermijden, al moeten er miljarden overheidsgeld ingepompt worden. Van grote banken gaat als het ware een permanente chantage uit. Met  ’too big to save’ wordt bedoeld dat redding ervan de middelen van de overheid te boven gaat; ’too big to jail’  komt erop neer dat men de directeurs van grote banken niet in de gevangenis stopt om geen paniek te veroorzaken.  [Noot van de vertaler]

[ii] Derivaten, of  ‘afgeleide financiële producten’, bestaan in vele vormen en luisteren naar namen als opties, futures, swaps, CDO’s, CDS’s enzovoort. De eigenlijke  bedoeling ervan is om zich in te dekken tegen risico’s. Wie bijvoorbeeld staatsobligaties koopt kan een “verzekering” of CDS (Credit Default Swap) nemen voor het geval die staat zijn schulden niet kan afbetalen. Maar derivaten zijn steeds meer speculatieinstrumenten geworden. Zo kan men zich CDS’s aanschaffen zelfs zonder obligaties te bezitten. Als het land in kwestie in financiële problemen geraakt, wordt een CDS steeds duurder, want wie obligaties heeft wil nu maar al te graag die CDS’s … [Noot van de vertaler]

[iii] Derivaten kunnen verhandeld worden via de beurs, en vallen dan onder bepaalde toezichtregels. Maar ze kunnen ook van hand tot hand, ‘over the counter’ verkocht worden tussen financiële instellingen.

[iv] Eén biljoen (in het Engels: trillion) is duizend miljard, of miljoen keer een miljoen. Om zich een idee te vormen wat 600 biljoen $  voorstelt: dit is bijna 40 keer het Amerikaanse Bruto Binnenlands Product (BBP) van 2012! Een handel van 600 biljoen $ lijkt dan ook bijna onmogelijk, maar men moet weten dat bij speculatieve handel eenzelfde waardepapier vele malen van eigenaar kan verwisselen. [Noot van de vertaler]

[v] Clearing bestaat erin dat een clearing house als tussenpersoon optreedt voor de transacties tussen verschillende partijen. In plaats van alle betalingen meteen uit te voeren, wordt bv. na een maand alleen het saldo betaald. Het clearing house draagt dan een deel van het risico. [Noot van de vertaler]

[vi] Bij ‘schaduwbankieren’ verschijnen financiële operaties niet op de balans van een bank, en kunnen ze niet door een centrale bank of regulerende overheid gecontroleerd worden en komen ze niet in de openbaarheid. Toch is deze handelwijze niet illegaal.  

[vii] Een hedge fund of hefboomfonds is een beleggingsfonds voor kapitaalkrachtige beleggers die zeer hoge rendementen nastreven. Dit gebeurt bijvoorbeeld door in een beursgenoteerd bedrijf een aandeelhouderspolitiek te voeren die gericht is op snelle winst, ook al gaat het bedrijf eraan ten onder. Het hefboomeffect bestaat erin dat het kapitaal van de beleggers gebruikt wordt om nog veel grotere leningen aan te gaan, waardoor grootschalige operaties mogelijk zijn.  [Noot van de vertaler]

[viii] Money market funds (MMF) zou je kunnen vergelijken met zichtrekeningen, omdat men zijn geld op korte termijn kan opvragen (grote liquiditeit), maar men krijgt er wel een beter rendement voor. De beheerders beleggen vooral in korte-termijn obligaties. MMFs zijn weinig gereglementeerd, en genieten geen overheidsgarantie; bij het uitbreken van de financiële crisis in 2008 trokken beleggers massaal hun geld eruit terug.   [Noot van de vertaler]

 

Reacties plaatsen niet mogelijk