Komende evenementen

Eurocommiezen deden weer hun ‘aanbevelingen’

door Herman Michiel

30 mei 2012 moet voor Barroso en zijn 26 mede-commiezen weer eens een dag van pervers genoegen geweest zijn. Niet gehinderd door enige democratische bekommernis liet de Commissie die dag aan de lidstaten weten wat er zoal op het verlangenlijstje staat van de neoliberale Europese elites. Aanbevelingen heet het dan, maar handelscommies De Gucht kon via de micro van de VRT laten weten dat aanbevelingen eigenlijk bevelen zijn, en dat niet-uitvoering ervan zwaar gesanctioneerd kan worden.

Deze aanbevelingen kwamen er nu voor de tweede keer. We zijn inderdaad Jaar II van Barroso’s ‘stille revolutie’ [1], en het zogezegde Europees Semester kent zijn tweede uitgave.  Dat begon met de ‘Jaarlijkse Groeiraming’, de nieuwjaarsbrief van de Europese Commissie waarin ze haar prioriteiten uiteenzet. Voor 2012 waren dat: begrotingsconsolidatie, concurrentievermogen bevorderen, werkloosheid aanpakken – maar dat is codetaal voor: de werklozen aanpakken, een ondernemersvriendelijk klimaat scheppen enzovoort, de bekende gebedsmolen van de neoliberale commiezerij. Vervolgens moesten de lidstaten in april hun goede intenties schriftelijk neerleggen bij de Commissie: hun Stabiliteitsplan waaruit de begrotingsorthodoxie moet blijken, en het Nationaal Hervormingsprogramma, dat de verdere neoliberale koers moet uitstippelen [2]. Maar bij deze plannen luidt het parool: de regering wikt, de Commissie beschikt. Want in mei-juni laat de Commissie weten wat er eigenlijk in die twee documenten had moeten staan: haar aanbevelingen voor elke lidstaat. Dat gebeurde dus op 30 mei, en we bekijken verder in dit artikel wat de aanbevelingen-die-eigenlijk-bevelen zijn inhouden voor de lidstaten, in het bijzonder voor België en Nederland [3]. De aanbevelingen worden op de top van 28-29 juni bekrachtigd door de Europese Raad (staats- en regeringsleiders), en in juli door de Raad van ministers officieel goedgekeurd.

Naast de aanbevelingen voor de 27 lidstaten kon de Europese Commissie (EC) nog het resultaat meedelen van haar ‘grondig onderzoek’  (in-depth review) van twaalf landen, waaronder België. In februari 2012 immers was de EC gealarmeerd over mogelijke ‘macro-economische onevenwichten’ in die landen, en heeft ze deze aan een speciaal onderzoek onderworpen. Het resultaat daarvan maakt ook deel uit van de aanbevelingen. Ook de beloftes die lidstaten maakten  in het kader van het Europluspact worden in de evaluatie betrokken.

Aanbevelingen voor België

1. Sinds 2009, het begin van de financiële crisis, is het Belgisch begrotingstekort groter dan 3% van het BBP, en schendt België dus (net als de meeste lidstaten) het stabiliteitspact en bevindt het zich in de zgn. buitensporigtekortprocedure. Met het sindsdien opgelegde ‘economisch bestuur’ dicteert de Europese Unie het ritme waarmee het tekort moet afgebouwd worden, en het doel is ook niet langer onder de 3% te komen maar een nultekort en liefst een overschot te hebben. In 2011 was het tekort nog 3,7%, in 2012 moet het tot 2,8%  gedaald zijn en in 2015 mag er geen tekort meer zijn. De Commissie verwijt de Belgische regering dat ze de daartoe benodigde maatregelen die ze in 2013 moet nemen nog niet vastgelegd heeft, en dat  de gehanteerde groeiprognoses te optimistisch zijn vanaf 2014. De EC wil ook bindende regels voor de uitgaven op lagere niveaus (gewesten, gemeenschappen, zelfs lokale besturen). Wanneer wil de Commissie ook de gemeentebegrotingen gaan controleren?

2. In haar tweede aanbeveling bevestigt de Commissie voor de zoveelste maal haar neoliberaal credo. Het lange-termijnevenwicht van de openbare financiën moet gegarandeerd worden door het “inperken van leeftijdsgekoppelde uitgaven, inclusief gezondheidsuitgaven”. Alsof het de pensioenen, en niet de avonturen van de banken en de onvoldoende belasting van het kapitaal zijn die de overheidsfinanciën bedreigen! Denk ook niet dat de Commissie genoegen neemt met de pensioenhervorming die de regering Di Rupo er op een nacht in december doorjoeg; “de wettelijke pensioenleeftijd koppelen aan de levensverwachting” blijft ook in 2012 op haar verlangenlijstje staan.

3. Heel wat minder inspiratie heeft de Commissie als het op de banksector aankomt. “Het kapitaal van de zwakste banken moet versterkt worden.” Rara, en wij dachten dat de Europese Centrale Bank zich daarmee moest bezighouden…

4. De vierde aanbeveling voor 2012 is een eenvoudige knip-en-plak operatie uit het document van 2011: “In overleg met de sociale partners en conform de nationale praktijken het systeem voor het voeren van loononderhandelingen en het loonindexeringssysteem te hervormen, teneinde ervoor te zorgen dat de loonstijging beter aansluit bij de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit en het concurrentievermogen”. Maar de EC voegt er nu wel enkele suggesties aan toe hoe dit kan bereikt worden; ook hier volstond knip-en-plakwerk uit patronale wenslijstjes. Zo heeft ze het over ‘ex-post correctiemechanismes’ (bij afwijking tussen geanticipeerde en effectieve loonkostevoluties in de buurlanden), ‘all-in overeenkomsten’ (die komaf maken met het onderscheid tussen indexering, d.w.z. correctie voor inflatie, en effectieve loonsverhoging, d.w.z. deelname in de productiviteitsstijging) en ‘opt-out clausules’ waardoor bedrijven zich niet gebonden achten door de collectieve arbeidsovereenkomst.
Hier zien we eens te meer hoe de Europese instellingen een instrument zijn voor de belangenbehartiging van de 1% upperdogs. Kun je je de commotie voorstellen als de Commissie nu eens suggereerde hoe de wensen van de andere 99% (deftige lonen, arbeidsvoorwaarden, pensioenen…)  kunnen doorgedrukt worden?

5. De vijfde aanbeveling is een allegaartje van maatregelen die de werkloosheid zouden moeten verminderen. De reeds doorgevoerde schandalige hervorming van de werkloosheidsvergoedingen (die gegarandeerd tot een verhoging van de armoede zal leiden) is voor de Commissie maar een begin. De activatiepolitiek moet verder gezet worden, “vooral bij mensen met een migrantenachtergrond”. De belasting op arbeid moet verminderd worden, ten voordele van bv. milieutaksen. Op het eerste gezicht lijkt dat een redelijk idee: meer inkomen voor de arbeider, meer belasting op de milieuvervuiler. Maar terecht wees de christelijke vakbond ACV erop dat verbruiksbelastingen verhoudingsgewijs meer de lage inkomens treffen. En naarmate milieubelastingen efficiënter zijn (m.a.w. naarmate men minder vervuilende uitgaven doet), moeten ze ook minder opbrengen; dit is in regelrecht conflict met de Europese obsessie met stabiele overheidsfinanciën. Verder: interregionale mobiliteit van de arbeidskracht, levenslang leren, uitbreiding van de activatiepolitiek naar alle leeftijdsklassen.

 

6. Meer concurrentie, in de detailhandel, in de elektriciteit-, gas-, telecom-, post- en vervoersector. De theorie zegt immers dat meer concurrentie resulteert in  lagere prijzen, dus lagere inflatie, dus minder impact op de loonindexering. Sinds de liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkt hebben de Belgen echter fenomenale verhogingen van hun verwarmingsfactuur gezien…

7. De Commissie stelt vast dat België weinig inspanning doet om broeikasgassen te verminderen in sectoren als transport, en dat de doelstellingen zo niet kunnen gehaald worden. Maar veel verder dan de “aanbeveling” dat België dit moet corrigeren geraakt ze niet.

Aanbevelingen voor Nederland

1. Ook Nederland is onderworpen aan de buitensporigtekortprocedure, want in 2009 liep de begroting tot 5,6% van het BBP in het rood, terwijl er in 2008 nog een overschot van 0,5% was. Ook voor Nederland vindt de EC de regeringsprognoses te optimistisch, en ze wil nu al meer gedetailleerde doelstellingen en maatregelen voor 2014 en 2015. Maar minister Jan Kees de Jager vindt dat het lenteakkoord (26 april 2012) een ‘hele, hele dikke voldoende’ kreeg van Europa.

2. De Nederlandse regering maakte in september 2011 plannen bekend om de pensioenleeftijd op te trekken naar 66 jaar in 2019, naar 67 jaar in 2024 en om ze daarna te koppelen aan de levensverwachting. Maar ondertussen viel de regering Rutte, en net zoals voor Griekenland moet de Commissie zich neerleggen bij het vervelende verschijnsel ‘verkiezingen’ (12 september). De volgende coalitie zij gewaarschuwd: Europa verlangt wel degelijk dat ze, welke ook haar samenstelling is, de pensioenplannen doorvoert en ook de tweede pensioenpijler aanpast. Het wordt uitkijken hoe de SP haar voorspeld verkiezingssucces hierbij zal inzetten.

3. Natuurlijk moet ook Nederland zijn arbeidsmarkt verder hervormen. Voor de Commissie betekent dit o.a. dat “fiscale ontmoediging voor een tweede inkomen” verder teruggeschroefd wordt. De logica is duidelijk. Hoe groter het aanbod op de arbeidsmarkt, des te geringer de nood aan aantrekkelijke lonen; en de koopkracht van gezinnen met een tweede kostwinner kan min of meer op peil gehouden worden ook al volgen de lonen de Duitse neerwaartse trend…

4. “Closer science-business links” en fiscale tegemoetkomingen aan de bedrijfswereld opdat ze  toch maar zouden innoveren.

5. De huizenmarkt is niet vrij genoeg, en allerlei overheidstussenkomsten vervalsten het marktmechanisme: fiscale tegemoetkoming bij hypothecaire leningen (waarbij de Commissie plots het sociale argument hanteert: het komt vooral de hogere inkomens ten goede), sociale politiek en huurreglementering in de sociale huisvesting (wat leidt tot een ‘inelastisch aanbod’).

En als men de aanbevelingen niet opvolgt?

In een memo van de Commissie wordt expliciet de vraag gesteld of er sancties zijn bij niet opvolging van de aanbevelingen. Het antwoord is Nee, en dat is logisch, want een ‘aanbeveling’ is niet bindend. Maar na deze ontkenning volgt onmiddellijk een bevestiging: aanbevelingen die betrekking hebben op een ‘buitensporig tekort’ of een'”buitensporige macro-economische onevenwichtigheid’ zijn wel degelijk afdwingbaar via sancties… En zoals we reeds vermeldden zwaaide ook Belgisch eurocommissaris Karel De Gucht met het boeteargument: “De term aanbeveling is misschien misleidend. Als we de aanbevelingen negeren, kunnen we in de toekomst boetes opgelegd krijgen”. De Commissie speelt het handig. Ze mengt de eigenlijke aanbevelingen die strikt genomen niet bindend zijn met wettelijke regelingen (uit het sixpack,  in verband met buitensporige tekorten/onevenwichten) waardoor alles ‘bindend’ wordt. En dat is inderdaad een typische karaktertrek van de ‘economic governance’: vage grenzen tussen formele procedures en informele regelingen, een combinatie van juridische bepalingen en peer pressure [4], het ideale milieu voor sterke lobbygroepen om hun wil door te drukken.

Aanbevelingen voor andere landen

Voor landen als Griekenland, Ierland en Portugal zijn er geen aanbevelingen, want het beleid wordt er al door de Trojka gedicteerd via een ‘memorandum of understanding’.

Het Duitsland van Merkel – die de ‘schuldenrem’ uitvond – krijgt natuurlijk vooral goede punten, maar het kan altijd beter. Zo moet die schuldenrem ook op vlak van de deelstaten, de Länder, doorgevoerd worden. Er is een opmerking over lonen die de evolutie van de productiviteit moeten volgen (!); en over de mini-jobs, maar de aanbeveling is dat het loon verhoogd wordt door belastingsvermindering, niet door hogere brutolonen… Zoals voor Nederland wil de Commissie ook in Duitsland het aanbod op de arbeidsmarkt vergroten door meer tweeverdienersgezinnen, via fiscale maatregelen en full-time kinderopvang.

Spanje moet een onafhankelijk begrotingsinstituut oprichten, en terwijl de EC vaststelt dat de belastingen er tot de laagste in Europa behoren, wil ze toch meer indirecte belastingen (BTW). Wat betreft de bestrijding van de torenhoge jeugdwerkloosheid geeft de Commissie uiterst kostbare raadgevingen als het afstemmen van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt, vroegtijdig schoolverlaten tegengaan etc. Men moet waarschijnlijk ook eurocommissaris zijn om te begrijpen hoe een verhoging van de pensioenleeftijd zal bijdragen tot een vermindering van de werkloosheid bij jongeren. Maar Spanje kon op de oneindige goedheid van Brussel rekenen, dat – mits andere toegevingen – een jaar uitstel gaf om het begrotingstekort (8,5% in 2011) onder de 3% van het BBP te brengen.

Voor Slovenië stelt de EC een groot verschil vast in bescherming tussen werknemers met vaste, resp. tijdelijke contracten. Verbaast het nog iemand dat de aanbeveling is iets te doen aan de vaste contracten, en niet aan de tijdelijke?

Conclusie

Over de verschillende landen heen ziet men een aantal Europese “waarden” terugkeren. Natuurlijk de nummer-één-bekommernis, de begrotingstekorten in een opgelegd tempo naar nul (en nog liever naar een overschot) herleiden, ongeacht de economische context van het land. Een tweede constante is de sterke voorkeur voor belastingen op consumptie (vaak verpakt als milieuvriendelijke maatregel) eerder dan op inkomen (laat staan op vermogen, winst enz.), een maatregel die ervoor berucht is de armsten het hardst te treffen. Ten derde de verhoging van de effectieve en de wettelijke pensioenleeftijd, zonder de minste aanwijzing dat het jobaanbod dergelijke maatregel zou verantwoorden; in veel landen is het omgekeerde het geval en is er een angstwekkende jeugdwerkloosheid. Deze fixatie op de pensioenen is er niet alleen met het oog op de overheidsfinanciën, maar beantwoordt ook aan de permanente vrees van de bedrijfswereld dat aanbodschaarste van arbeidskracht de prijs ervan zou kunnen opdrijven. Niets beter dan een goed reserveleger aan arbeidskracht [5] om de vakbonden een toontje lager te laten zingen!  Natuurlijk liggen ook allerlei “marktverstorende” regelgevingen onder schot van de Commissie, of het nu loonindexering, huishuurbegrenzing of ontslagbescherming is.

Voor het tweede jaar op rij laat de EU haar zichzelf toegekende macht spelen in materies die daarvoor buiten haar greep bleven. De richting waarheen het gaat is duidelijk, en volgend jaar komt de nieuwe reeks “aanbevelingen”. En in 2014 opnieuw, en zo ook in 2015, … Tenzij vakbonden eindelijk doorhebben dat ze hun “core business” volledig aan het verliezen zijn, en op Europese schaal een tegenoffensief moeten inzetten.


[1] In juni 2010 sprak commissievoorzitter Manuel Barroso in verband met de op gang komende economic governance over een ‘silent revolution’; hij was zelf verbaasd over het gemak waarmee belangrijke bevoegdheden i.v.m. het sociaal-economisch beleid door de regeringen aan zijn commissie werden toegespeeld.

[2] Wie meer wil weten over de macht die de EU naar zich trok in de voorbije twee jaar verwijzen we naar de brochure ‘Het Europees economisch bestuur: de Europese Unie tegen de werkende klasse‘. 

[3] Alle documenten (in het Engels) zijn te vinden op http://ec.europa.eu/europe2020/making-it-happen/country-specific-recommendations/index_en.htm

[4] Peer pressure: beïnvloeding door de druk die uitgaat van soortgenoten, bv. door de ministers van andere lidstaten.

[5] Neoliberale economisten berekenen een NAIRU, een Non Accelerating Inflation Rate of Unemployment, of ideale werkloosheidsgraad. Immers, bij volledige tewerkstelling is er een schaarste aan krachten op de arbeidsmarkt, en de prijs van de arbeidskracht stijgt, wat de inflatie aanwakkert. Een pittig detail is dat Lucas Papademos, voormalig vicevoorzitter van de Europese Centrale Bank en voormalig premier van Griekenland, in de jaren ’70 als academisch economist dit begrip mee uitwerkte…

 

Reacties plaatsen niet mogelijk