Komende evenementen

Grieken en Hongaren zien Turkish Stream zitten

8 april 2015 – Op een vergadering deze  week in Budapest bevestigden de ministers van buitenlandse zaken van Griekenland, Hongarije, Macedonië, Servië en Turkije dat zij ‘Turkish Stream’ wel zien zitten. Dit werd de volgende dag bevestigd door Alexis Tsipras tijdens zijn bezoek aan Moscou.
‘Turkish Stream’ is de pijplijn die ‘South Stream’ moet vervangen. Het Russische gas zou dan via de Zwarte Zee en Turkije de Europese Unie bereiken, in plaats van via de Zwarte Zee en Bulgarije. Kijk op een landkaart en het wordt meteen duidelijk… Het project ‘South Stream’ sneuvelde (voorlopig?) wegens bezwaren van de Europese Commissie. Die vond dat de plannen niet strookten met de regels van de Europese binnenmarkt voor energie. De Europese kritiek op ‘South Stream’ had echter veel weg van de spreekwoordelijke stok om de (Russische) hond te slaan. Als reactie kondigde de Russische president Putin het project ‘Turkish Stream’ aan. Of het hem ernst is met dit project is niet helemaal duidelijk.

Europese energie-unie

Aan de vergadering in Budapest namen twee lidstaten van  de Europese Unie deel: Griekenland en Hongarije. Dat betekent een morele klap voor de Europese energie-unie, die met veel bombarie door de Commissie Juncker werd aangekondigd. Europese lidstaten blijken toch hun eigen gang te gaan.
De aanpak van de Europese energie-unie door de Commissie Juncker is tekenend voor het Europa van vandaag. Het centrale instrument van de energie-unie is het scheppen van een grote Europese binnenmarkt voor energie. De bestaande nationale energiereuzen moeten een interne splitsing doorvoeren tussen hun transportinfrastructuur (pijpleidingen, hoogspanningslijnen,…) en de energieproductie, zodat alle energieproducenten aan dezelfde voorwaarden de bestaande transportinfrastructuur kunnen gebruiken. De energienetwerken van de lidstaten moeten beter met elkaar verbonden worden.
Voor de periode tussen 2014-2020 is een totaalbedrag van 5,85 miljard euro aan Europese investeringen in dit project vrij gemaakt. Deze investeringen zijn vooral gericht op de diversifiatie van de energieaanvoer van Europa, om de Europese Unie minder afhankelijk te maken van leveranciers zoals het Russische Gazprom. De energie-unie gaat dus ook over de positie van de EU in de wereldwijde concurrentie. Op de achtergrond spelen beschouwingen over de relatie met de VS, Rusland, het desintegrerende Midden-Oosten,…
De lidstaten zitten echter lang niet op één lijn: de configuratie van de energiesectoren in de lidstaten is erg verschillend, en zij hebben ook uiteenlopende standpunten over de geopolitieke beschouwingen die spelen in het energiedebat. Niet alle lidstaten zijn uit op een permanente confrontatie met Rusland.
Om het project van de energie-unie te realiseren wil de Europese Commissie meer macht naar zich toe trekken, maar de lidstaten zijn niet zomaar bereid in dit belangrijke dossier soevereiniteit af te staan. Ook de eurosceptische tijdsgeest zit de Commissie niet mee.
Zij probeert dan maar haar positie als de hoeder van de vrije concurrentie te gebruiken om projecten af te blokken die haar niet aanstaan, zoals ‘South Stream’. Maar het valt te betwijfelen of dit zal volstaan om te komen tot een samenhangend energiebeleid in Europa. De armoede van de Europese democratie is schrijnend in dit belangrijke dossier, waar de Commissie met concurrentienormen poogt weerbarstige lidstaten in het gareel te krijgen. Gelukkig zijn er nog lidstaten met een ruggegraat.

Oma

Vroeger kwam het veel voor dat je in hotels, op een camping of zelfs in je woning een muntje in een apparaat moest steken voor warm water of electriciteit. Vandaag lijkt toegang tot energie ‘normaal’. Maar er zijn in Europa nog veel mensen voor wie de toegang tot energie niet vanzelfsprekend is. Over hen gaat de energie-unie niet. En toch, zoals mijn oma zei toen de stroom in Noord-Holland enkele uren uitviel, pas als je het mist besef je hoe belangrijk het is. (fs)

 

Reacties plaatsen niet mogelijk