Komende evenementen

Nieuws van het vrijhandelsfront – 2

door Herman Michiel, 14 januari 2015

Opnieuw wat recent nieuws in verband met de vrijhandels- en investeringsverdragen die de EU momenteel aan het afsluiten is. (Zie hier voor de vorige bijdrage)

Op 13 januari 2015 maakte de Europese Commissie de resultaten bekend van de online-raadpleging die ze organiseerde over de fel betwiste investeringsgaranties die ze in de handelsverdragen wil inlassen; hierbij onder andere ISDS (Investor-State Dispute Settlement), een procedure die investeerders toelaat een overheid voor een private rechtbank te dagen en grote boetes te laten betalen wanneer geacht wordt dat de winsten in gevaar komen door wetgeving of regulering. Tegenover een steeds meer gealarmeerde publieke opinie zag de Commissie zich verplicht iets te ondernemen. Het werd een ‘raadpleging’ tussen 27 maart en 13 juli 2014, waarvan het uiterst beperkt karakter al in de titel duidelijk werd: het gaat alleen over de modaliteiten voor investeringsbescherming en ISDS, het was niet de bedoeling dat burgers zich uitspraken voor of tegen ISDS… Noteer bovendien dat de raadpleging alleen betrekking had op het verdrag met de Verenigde Staten, op TTIP dus. Er is geen enkele verbintenis dat de raadpleging implicaties zou hebben voor het verdrag met Canada of voor de zovele verdragen waar de Commissie mee bezig is en nog op de agenda heeft staan.

Nu blijkt uit het commissieverslag [i] over de raadpleging dat de meeste van de 150.000 reacties zich uitspreken tegen de opname van ISDS. De Commissie zelf moet gewagen van a wide-spread opposition to investor-State dispute settlement (ISDS) in TTIP or in general. There is also quite a majority of replies opposing TTIP in general. In these submissions, the ISDS mechanism is perceived as a threat to democracy and public finance or to public policies“. Als het u mocht verbazen: “ By contrast, a large majority of business associations and the majority of large companies strongly support investment protection and ISDS in TTIP, while small companies are more critical.” (p.14)

 

Voor de Commissie volgt uit deze raadpleging alleen dat ze zal werken aan de verbetering van de investeringsgaranties. Of ISDS opgenomen wordt in TTIP wordt uiteindelijk alleen door de Europese Raad (de 28 regeringen) beslist, want zij gaf unaniem de opdracht aan de Commissie om te onderhandelen over een handelsakkoord met inbegrip van ISDS. De Commissie vermeldt bovendien dat er pas in de eindfase van de onderhandelingen zal beslist worden over de opname van ISDS; daarmee wil men waarschijnlijk de wind uit de zeilen halen van het protest, want zolang kan men beweren dat er niets beslist is over ISDS.

 

In haar offensief naar het publiek toe verwijst de Commissie ook vaak naar de investeringsclausules in het CETA- verdrag met Canada. CETA is afgehandeld, op de goedkeuring na door de Raad, het Europees Parlement (en de nationale parlementen? zie verder). De Commissie maakt zich sterk [ii] dat het investeringsakkoord hierin van een totaal nieuwe soort is (“a turning point in the European approach to investment policy”), waar alle dubbelzinnigheid en mogelijke misbruiken uit gebannen werden. Zo zouden schijnbedrijven die alleen met een postbus aanwezig zijn in een land waar het investeringsakkoord van kracht is, er niet langer kunnen aanspraak op maken; ze zouden een ‘substantiële’ economische activiteit moeten hebben. Maar wat is substantieel ? De zakenadvocaten die optreden als rechters in de private arbitragehoven zouden een ‘gedragscode’ moeten respecteren; dat doet onmiddellijk denken aan de – o zo efficiënte – ‘ethische gedragscode’ voor bedrijven. ‘Frivole’ klachten zouden meteen afgewezen worden, overheden zouden kunnen blijvend regulerend optreden (wat een opluchting!). Enzovoort. Het is een impliciete erkenning van de vele kritieken die geuit werden. Maar is daarmee het probleem van de baan ? Experten betwijfelen dat [iii] en zien er een heel pak oogverblinding in. Eén ding is echter duidelijk: bedrijven zouden kunnen blijven beroep doen op een uitzonderingsrechtspraak buiten de gewone rechtbanken om.

 

Over TTIP wordt nog steeds onderhandeld, maar zoals reeds gemeld zijn de onderhandelingen over CETA achter de rug, en er is een politiek akkoord tussen de Canadese regering en de EU. Om in voege te treden moet CETA alleen nog goedgekeurd worden door de Raad en het Europees Parlement. Maar zoals men zelf kan merken, en naar de opinie van veel waarnemers en ook een aantal lidstaten, gaat een dergelijk akkoord over meer dan alleen handel (een exclusieve bevoegdheid van de EU, waarvoor geen aparte goedkeuring door de lidstaten vereist is). Er zijn bijvoorbeeld implicaties op gebied van diensten en transport, en in ieder geval van investeringen, materies waarvoor de lidstaten minstens nog gedeeltelijk bevoegd zijn. In zulk geval moet het akkoord ook door de parlementen van de lidstaten geratificeerd worden. Het Europees Hof van Justitie moet zich over dit al dan niet gemengd karakter nog uitspreken, maar er bestaat een redelijke kans dat CETA, en later TTIP en andere gelijkaardige akkoorden, door de nationale parlementariërs moeten besproken en goed/afgekeurd worden. Dat zou een uitstekende kans bieden om de anti-TTIP- en anti-CETA-campagnes ook binnen de meer vertrouwde nationale arena te voeren. Misschien is dat voor CETA dit jaar nog het geval, voor TTIP wordt eerder verwacht dat de goedkeuring na de Amerikaanse presidentsverkiezingen (november 2016 ) zal vallen, zodat ratificatie ten vroegste in 2017 zou gebeuren.

Met CETA en TTIP is de kous niet af. De EU zit in de onderhandelingfase voor vrijhandelsakkoorden met de Golfstaten, Mercosur, Indië, Vietnam en Thailand (momenteel opgeschort), voor investeringsakkoorden met Myanmar en China, en men hoopt in de toekomst te onderhandelen met Mexico, Chili, Tunesië, Jordanië, ASEAN … De Commissie beklaagt er zich trouwens over dat ze door besparingen te weinig middelen heeft om dit alles naar behoren (wat dit ook moge betekenen) te doen, zoals commissiemedewerker Jean-Charles Van Eeckhoute zei op een symposium over vrijhandelsakkoorden georganiseerd door de Vlaamse overheid (VLEVA) op 13 januari. Van Eeckhoute gaf ook grif toe dat de bewering van de vorige handelscommissaris De Gucht over een bonus van gemiddeld  545 € per gezin ten gevolge van TTIP een slechte zet was die op weinig berust. Ook een studie in opdracht van de Vlaamse regering door Prof. Jan Van Hove (KU Leuven) over “de impact van vrijhandelsverdragen op de welvaart” bracht niet veel meer bij dan dat vrijhandel, afhankelijk van het geval, leidt tot meer import of minder import, tot meer export of minder export. Wat dit met welvaart te maken heeft had de professor nog niet bestudeerd.


[i] Voor de samenvatting door de Commissie, zie Report on the online consultation, 13 januari 2015.

[ii] Zie bv. de Annex van Public consultation on modalities for investment protection and ISDS in TTIP en Investment Provisions in CETA

[iii] Zie bv.  Investment in CETA – A response to a lobby document by DG Trade,  een analyse door 11.11.11-specialist Marc Maes.

 

Reacties plaatsen niet mogelijk