Komende evenementen

Athene vs Berlijn: een mentale omslag voor Europees links

opinie

door Natan Hertogen (*), 12 februari 2015

Met Syriza aan de macht in Griekenland staat de Europese Unie voor een cruciale clash. Deze keer niet tussen concurrerende nationale elites, maar tussen de Duitse regering als woordvoerder van de Europese 1% en de Grieken als voorvechters van de 99% anderen. Ongeacht de uitkomst van de armworstelingen tussen Athene en Berlijn zal een hele generatie linkse militanten (van activist, tot intellectueel of politicus) haar lessen moeten trekken uit de komende gebeurtenissen. Misschien is er wel meer mogelijk dan we durven dromen. Maar dan zullen we moeten begrijpen dat onze politieke strijd enkel op het Europese toneel gewonnen of verloren wordt.

 

Van internationale idealen naar Europese praxis

Het is een linkse gewoonte om met grote ogen te kijken naar buitenlandse voorbeelden. Dit internationalisme van de arbeidersbeweging is een van de mooiste bijdragen aan de recente geschiedenis, maar heeft een steriele kant. Hoe vaak blijven we niet wegdromen bij overzeese revolutionairen en socialisten, vooral om de eigen onmacht te vergeten? Tussen ons en Cuba, Venezuela, Bolivië en de zapatisten is altijd een Atlantische Oceaan blijven liggen. Spijtig, maar ook veilig.

Met Alexis Tsipras, Yanis Varoufakis (Syriza) en Pablo Iglesias (Podemos) zijn de nieuwste helden van links niet enkel dichter bij huis geland dan ooit. Deze keer leven we met hen samen onder één dak, namelijk de wonderlijke koterij die de Europese Unie is. Iglesias is niet enkel een van onze parlementsleden. Tsipras en Varoufakis zitten voor onbepaalde tijd mee aan dezelfde Europese tafels waar onze eigen nationale politici (ook de regionale ministers van de PS) de asociale en ondemocratische besluiten gaan bedisselen die ze dan verkopen met een “het moet van Europa” (1).

De ironie wil dat we vandaag enkel iets hebben aan links internationalisme als we beseffen dat de landen waar Syriza en Podemos opgang maken niet langer echte ‘buitenlanden’ zijn. De Griekse en Spaanse politieke instellingen (en hetzelfde geldt voor alle andere EU-lidstaten) zijn in die mate geïntegreerd met de onze dat het lot van de Grieken ook het onze is geworden. België bespaart minder, maar past hetzelfde Europese schoentje. Voor wie het zich wil herinneren: niet eens zo heel lang geleden stond België net na Italië op de hitlist van de ratingbureaus. “Nous sommes tous des Palestiniens” is een mooie en sterke universalistische slogan. “Wij zijn allemaal Grieken” is zo goed als een feitelijke vaststelling.

 

De ‘stille staat’ en de schaduw van Tsipras

Drie decennia van neoliberale Europese staatshervormingen (de opeenvolgende verdragen) hebben de EU-lidstaten en hun bevolkingen dichter bij elkaar gebracht dan ooit. De EU heeft zich ontwikkeld van supranationale instelling tot ‘stille staat’. Het Europese lichaam van de macht verknoopt teveel instellingen en beslissingscentra om nog langer door te gaan voor Europese debatclub of continentaal planbureau. De EU houdt zich bewust ver weg van de passie van de nationale politiek en partijen. Ondertussen dienen de nationale politieke culturen als mentale schotten tussen de verschillende Europese bevolkingen. Nochtans zorgen de gemeenschappelijke markten voor een verregaande integratie van nagenoeg alle aspecten van het leven van de burgers.

Bij wijze van boutade: terwijl iedereen vast zit in zijn nationale (of zelfs regionale) ‘grot van Plato’, houden de Europese leiders buiten in de zon barbecue. En exact daar ligt het belang van Syriza en Podemos. Die zijn de grot uitgelopen. Het enige wat we moeten doen, is hen volgen.

Maar dat doen we niet. Niet echt. Nog deze lente leek geen enkele linkse partij in ons land de inzet van de Europese verkiezingen serieus te nemen. Nog deze herfst verkocht het gemeenschappelijk vakbondsfront haar actieplan als een louter nationale strijd. Hart boven Hard startte haar protesten aan het Vlaamse Parlement. Fysiek op 1600 meter van het Schumanplein, maar mentaal er ver van verwijderd.

Jeroen De Preter vroeg zich in de weekendkrant van De Morgen af of deze burgerbeweging zich kan ontpoppen tot een Vlaamse Syriza. Het meest voor de hand liggende antwoord kwam niet eens aan bod. Zonder de gedeelde Europese tegenstander, kan er van een Vlaamse (het idee alleen al) of Belgische Syriza geen sprake zijn (2). Ook niet aan de Schelde.

Onze vijand is niet gewoon Bart DeWever, de N-VA of Michel I. Zoals het er vandaag voor staat, is onze ‘Zweedse’ coalitie slechts een bijhuis van de Duitse regering en de trojka. Wie deze mentale omslag niet maakt, in woorden en in daden, blijft zich blind staren op de N-VA. Al wie hier blijft steken, is enkel tegen de wand van de nationale grot naar schaduwen van Tsipras, Varoufakis en Iglesias aan het kijken. Dat kan niet de bedoeling zijn, want misschien is er wel meer mogelijk dan we durven dromen.


 

(*) Natan Hertogen is een activist en blogger. Deze opinie verscheen op 12 februari 2015 in De Wereld Morgen.

(1)   Het is best ironisch dat Europees links er altijd gepleit heeft om alle Europese beslissingen via meerderheid te nemen. Zo kon een eind gemaakt worden aan de vetopolitiek van de De Gaulles en andere Thatchers. Vandaar is die broodnodige unanimiteit, bijvoorbeeld over Oekraïne, een van de troeven van de Griekse regering.

(2)   Over het belang van de politieke ‘tegenstander’: zie ook de analyse van Dan Hancox in The Guardian, die verwijst naar de opvallende invloed van Ernesto Laclau op de politiek van Syriza en Podemos.

 

Reacties plaatsen niet mogelijk