Komende evenementen

EU thema in Britse verkiezingen

2 april 2015 – Deze week werd officieel de campagne geopend voor de Britse verkiezingen van 7 mei 2015. In de Europese Unie wordt met meer dan gewone belangstelling naar deze verkiezingen uitgekeken, omdat de conservatieve premier David Cameron in geval van herverkiezing een referendum beloofd heeft over het Britse lidmaatschap van de Europese Unie, allicht in 2017.
Niet alleen dat: Cameron heeft ook gezegd dat hij eerst met de Europese Unie wil onderhandelen over wijzigingen in de relatie met de Europese unie. Hij wil meer macht terughalen naar Groot-Brittannië. Zo wil hij de financiële belangen van de City beschermen tegen al te veel Europese bemoeizucht. Wat de Britse kiezer vooral interesseert is echter dat Cameron ook beperkingen wil opleggen aan de instroom van goedkope arbeidskrachten uit andere Europese lidstaten. De UKIP, die de conservatieven bedreigt op hun rechterzijde, heeft van de sociale kwestie een migratiekwestie gemaakt, en wijst met een beschuldigende vinger naar de open grenzen in Europa. Goedkope arbeidskrachten uit Europa zouden niet alleen een oneerlijke concurrentie vormen op de arbeidsmarkt, maar ook de Britse sociale zekerheid ondermijnen (“sociaal toerisme”).
Het vrij verkeer van arbeidskrachten vormt echter een hoeksteen van de Europese constructie. Cameron weet dat hij hier op Europese eieren loopt. Hij rekent op de solidariteit van zijn Europese partners, die in eigen land ook niet vies zijn van een dubbelzinnig discours over migranten. We hebben reeds eerder bericht hoe Cameron discreet bij Europese collega’s informeert naar de mogelijkheden.
Als de Europese Unie een democratie zou zijn, zou dit aanleiding geven tot een breed maatschappelijk debat: wat willen de Britten, wat zegt dit over de EU, en wat denken we hiervan? Voor de Europese elites is een al te publiek debat hierover echter een doos van Pandora. Zo dreigt gans de sociale kwestie weer boven water te komen. Het politiek klimaat lijkt bovendien niet gunstig voor eenzijdige toegevingen aan de ultraliberale Britten, die ook nog eens te boek staan als koele minaars van Europa. Maar men wil ze wel in de EU houden. Dus probeert men een en ander te regelen in de besloten Europese cenakels.

Nek aan nek

Volgens de peilingen krijgen we een nek-aan-nek race tussen de Conservatieven en Labour, en haalt geen van beiden een absolute meerderheid. Dan krijgen we opnieuw een coalitieregering, maar dat ligt niet zo eenvoudig. De Liberale Democraten van Nick Clegg, de huidige partners van Cameron, doen het slecht in de peilingen, en willen liever geen referendum over Europa, tenzij wanneer nieuwe bevoegdheden naar Europa worden overgeheveld. Om toch Camerons plannen te steunen eisen zij een aantal toegevingen. Zo willen zij dat alle inwoners van Groot-Brittannië uit de Europese Unie stemrecht krijgen in een eventueel referendum. Hoeveel dat er precies zijn is niet geweten, maar Groot-Brittannië telt 2,7 miljoen inwoners die elders geboren werden. Het gaat dus vast om een grote groep. Zij kunnen dan meestemmen in een referendum dat eigenlijk tegen hen gericht is… De vraag is of Cameron dergelijke toegeving kan slikken.
Voor Labour zou de linkse Schotse SNP een natuurlijke bondgenoot zijn. Volgens de peilingen veegt het linkse nationalisme van de SNP Labour in Schotland overigens van de kaart. Maar Labour wil in de campagne liever niet gezien worden in dit gezelschap.

Labour

In de schoot van Labour is het debat over de oriëntatie van de partij in volle gang. Sommigen willen gewoon de lijn doortrekken van het New Labour van Tony Blair, terwijl anderen hier toch een voorzichtig laagje links vernis op willen. Tot deze laatsten behoort partijleider Ed Miliband. Hij denkt dat er na de financiële crisis weer ruimte is voor een linkser verhaal, gelardeerd met wat uitvallen tegen speculatief kapitaal en grote bedrijven.
Hij denkt ook dat er wat moet veranderen aan het model van het kapitalisme in Groot-Brittannië: dat drijft te veel op enerzijds het financieel kapitaal in de Londense City, en anderzijds laaggeschoolde goedkope arbeidskrachten. Zo zijn de conservatieven er in geslaagd de officiële werkloosheid terug te dringen tot 6 procent, maar tegelijk is Groot-Brittannië de enige moderne economie waar de arbeidsproductiviteit sinds 2011 systemastisch is gedaald. De tewerkstellingsprestatie van de conservatieven bestaat er dus vooral in de economische basis te verbreden met laag gekwalificeerde en slecht betaalde banen.
De conservatieven hopen een electorale boost te krijgen van de lichte economische groei, waarmee zij in Europa momenteel op kop liggen. Maar de meest recente cijfers laten vermoeden dat die groei alweer over zijn hoogtepunt heen is, terwijl de conservatieven andere cijfers liever uit het publieke debat houden: het aanhoudend overheidstekort, het tekort op de betalingsbalans, cijfers die wijzen op de aanhoudende structurele problemen van het parasitair economisch model dat karakteristiek is voor deze tanende grootmacht.
Miliband wil met Labour de Britse economie optillen naar een hoger productief niveau. Hij kijkt hiervoor naar Duitsland als model van het lange termijndenken, maar ook naar de VS, met het model van innovatieve clusters, bijvoorbeeld rond universiteiten.
Hij heeft dit verwoord door enkele scherpe uitvallen tegen parasitair en speculatief kapitaal, en dat is bij het Britse bedrijfsleven duidelijk in het verkeerde keelgat geschoten. Lord Wood, de ‘econonische denktank’ achter Miliband, probeert het bedrijfsleven gerust te stellen. Er is geen sprake van wantrouwen in de markt of tegenover private bedrijven, integendeel. Labour stelt weliswaar een tijdelijke bevriezing door de overheid van de energieprijzen voor, maar dit enkel in afwachting van het herstel van een goede marktwerking. Idem dito wat de banken betreft: die hoeven overheidsbemoeienis niet te vrezen, het is enkel te bedoeling de marktverstorende werking door al te grote banken af te remmen. Soms is overheidsingrijpen nodig. Zo stelt Labour voor de winstmarge op leveringen aan de National Health Service te beperken tot 5 procent.
Labour hoop het bedrijfsleven ook te verleiden met haar pro-Europees standpunt. De onzekerheid tijdens de lange aanloop naar het referendum zou slecht zijn voor de economie. We hebben reeds eerder bericht hoe het Britse bedrijfsleven tegen een eventuele Brexit aankijkt. Maar dit lijkt niet voldoende om veel Britse bedrijfsleiders openlijk aan de kant te scharen van Labour. Integendeel, zij hebben veeleer sympathie voor de poging van Cameron de dreiging van een Brexit te gebruiken als breekijzer om Europa verder in neoliberale richting te duwen.
Ondertussen heeft Labour geen antwoord voor de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt voor wie Europa vooral oneerlijke  concurrentie betekent van goedkope arbeidsmigranten. (fs)

 

Reacties plaatsen niet mogelijk