door Herman Michiel
9 juni 2025
De eerste Commissie von der Leyen(2019-2024) maakte zich sterk dat de EU dank zij de Europese Green Deal tegen 2050 het eerste klimaat-neutrale continent zou zijn. Met von der Leyen II is daar niet veel meer van te horen, de ambitie is nu een geduchte speler te worden onder de grootmachten, met een sterke militaire arm en supercompetitieve bedrijven. De Green Deal is niet begraven, maar leeft een teruggetrokken bestaan in de schaduw van expanderende NATO-budgetten en succesvolle bedrijfslobbys.[1]
Naar nul-uitstoot in 2050?
Nochtans is klimaatneutraliteit in 2050, vastgelegd in een Europese wet, allesbehalve gegarandeerd. Onderstaande grafiek toont hoe ver we naast het doel dreigen uit te komen bij gelijkblijvend beleid, laat staan bij het achteruit draaien van de ambities.

Koolstofkredieten
De klimaatambities verminderen, terwijl de inspanningen net zouden moeten vergroten. Het Europees Milieuagentschap berekende dat, om de doelstellingen te halen, de uitstoot in de periode 1990-2017 jaarlijks met 46 miljoen ton moest afnemen, in de periode 2017-2030 al met 81 miljoen ton, en van 2030-2050 met 114 à 157 miljoen ton. Iedereen weet dat de laatste loodjes het zwaarst wegen.
Een aanwijzing voor het tanende ambitieniveau zijn de huidige tribulaties rond de intermediaire doelstelling voor 2040. De Commissie had verleden jaar voorgesteld om de ‘target’ op 90% te stellen, 90% reductie van de netto uitstoot t.o.v. 1990. We hebben dit aangeduid met de rode cirkel in bovenstaande grafiek. Nu was 90% eigenlijk al een laagtebod, want de Wetenschappelijke Adviesraad voor Klimaatbeleid (ESABCC) die de Commissie in deze materie adviseert had “90 à 95%” voorgesteld. Maar deze 90% is nog steeds niet in een legaal kader geplaatst, terwijl dit reeds enkele maanden geleden afgehandeld had moeten zijn. De reden is de tegenkanting van verschillende regeringen (die in de Raad van de EU, samen met het Parlement, de target 2040 moeten goedkeuren).
De bevoegde commissaris, de Nederlander Wopke Hoekstra, probeert nu tegen juli een deal te bereiken met de weerspannige hoofdsteden door een “flexibele” interpretatie van de 90% norm. Zo slaagde hij erin de Duitse regering Merz de 90% norm te laten aanvaarden op voorwaarde dat koolstofkredieten (‘carbon credits’) in aanmerking komen. Met koolstofkredieten kunnen bedrijven hun CO2-reductie uitbesteden, delokaliseren. Ze reduceren hun uitstoot niet of te weinig, maar kopen credits voor X ton CO2, die – in theorie althans – door de aanplanting van een bos in Indonesië, het niet kappen van een stuk Amazonewoud of de subsidiëring van elektrische bussen in Thailand geneutraliseerd wordt. Zeer waarschijnlijk bevat het nieuwe Commissievoorstel het gebruik van koolstofkredieten voor minstens een deel van de CO2-rekening.
“Een zeer slecht idee”
Nogal vervelend voor Hoekstra en voor politici die met deals het klimaatprobleem hopen op te lossen is dat de Wetenschappelijke Adviesraad Klimaatbeleid het gebruik van koolstofkredieten om de 90% norm te bereiken een zeer slecht idee vindt. Hun advies is weliswaar niet bindend, maar zal de EU nu ingaan tegen de Wetenschap, de Ratio, die ons, verlichte Westerlingen, leidt in onze beslissingen? In een lijvig rapport stelt de Adviesraad dat CO2-reductie essentieel een ‘huistaak’ is, uit te voeren in het land waar de vervuiling vandaan komt. Eventuele kredieten voor buitenlandse projecten kunnen bijkomstig zijn, maar niet plaatsvervangend. “Ze ondermijnen de inspanningen om de koolstofuitstoot te verminderen in de rijke landen, en blijken in de praktijk heel weinig efficiënt.” “Slechts 16 procent van de credits die tot nu toe zijn uitgegeven in het kader van verschillende koolstofcreditprogramma’s hebben echte emissiereducties opgeleverd”, aldus het rapport. Dat wordt ook beaamd door WWF: “Het bewijs is duidelijk: de meeste internationale compensaties zijn het papier waarop ze geschreven zijn niet waard en hebben niets gedaan om de uitstoot te verminderen.”
Ook op andere manieren probeert de Commissie de 90% norm formeel te behouden via betwijfelbare ‘oplossingen’. Zo rekent ze op een onwaarschijnlijk aandeel van koolstofvangst uit de atmosfeer, een omstreden en buitengewoon duur procedé dat volgens Commissieprognoses in 2040 250 à 350 miljoen ton CO2 zou moeten capteren en ondergronds stockeren. De huidige captatiecapaciteit is minuscuul, aldus de ESABCC, en volgens een Bruegel-studie vereist dit een 100- à 150-voudige verhoging om in 2040 aan de vernoemde cijfers te komen.
Aangekondigde catastrofe
Op basis van schimmige beweringen over dreigend oorlogsgevaar heeft de EU – dat zijn de Europese instellingen én de regeringen van de lidstaten – de wetenschappelijk onderbouwde dreiging van een klimaatcatastrofe gedegradeerd tot een derderangsprobleem. Onrealistische scenario’s i.v.m. koolstofkredieten en koolstofvangst uit de atmosfeer kunnen op papier de schijn hoog houden dat de EU onverminderd achter haar Green Deal staat, maar ze leiden onvermijdelijk tot een mislukking. De ernst waarmee beleidsdoelstellingen geponeerd worden kan men ook afmeten aan de financiële inspanningen die men ervoor veil heeft. Voor een “herbewapening van de EU” blijken er honderden miljarden euro beschikbaar te zijn, bedragen die voor klimaatactie nooit genoemd werden. Het lijkt er sterk op dat we de kroniek van een aangekondigde catastrofe beleven.
[1] Op de Europese Green Deal is vanuit ecologisch en sociaal standpunt veel aan te merken: het sterke geloof in marktmechanismen, de afwezigheid van publieke voorzieningen zoals openbaar vervoer, de grote impact van de bedrijfswereld en de quasi afwezigheid van sociale organisaties in de beleidsplanning. In dit artikel evalueren we de Europese Green Deal alleen op basis van de doelstellingen en methodes die de EU zelf formuleert en hanteert.
[2] Zie Fig. 9 van Europe’s 2040 climate target: four critical risks and how to manage them, Bruegel.
Laat een reactie achter