9 oktober 2025
Verschenen op 6 oktober 2025 op German Foreign Policy (*)
Nederlandse vertaling door Ander Europa
Met dank voor de toelating tot publicatie
Met de duidelijke overwinning van weer eens een partij aangesloten bij de Europese partijengroep “Patriots for Europe” (PfE) bij de parlementsverkiezingen in Tsjechië heeft extreem-rechts zijn invloed in de Europese Unie verder versterkt. Bij die verkiezingen (3-4 oktober) werd de ANO-partij van miljardair Andrej Babiš de sterkste met 34,5 procent van de stemmen. Wordt hij premier, dan kan Babiš rekenen op de steun van twee andere extreemrechtse partijen: een die eveneens lid is van de PfE en een die is aangesloten bij een andere extreemrechtse Europese groepering, de “Alliantie van Soevereine Naties” (ESN), waartoe ook de Duitse Alternative für Deutschland (AfD) behoort. De leidende kracht binnen de PfE is Marine Le Pen’s Rassemblement National (RN) in Frankrijk. De RN levert sinds vorige week twee van de zes vicevoorzitters van de Franse Nationale Assemblee, dankzij overeenkomsten met het “centristische blok” waar president Emmanuel Macron op vertrouwt. Ondertussen winnen de extreemrechtse fracties PfE, ESN en de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR) aan kracht en invloed in het Europees Parlement, waar ze samen meer dan een kwart van de zetels bezetten. Het in Berlijn gevestigde Duitse Instituut voor Internationale en Veiligheidsvraagstukken (SWP) analyseert deze trend als een groeiende “integratie” van radicaal rechts in “het politieke systeem van de EU”. De AfD bereikt van haar kant nieuwe recordcijfers in de Duitse peilingen.
Deelname aan regeringen
Zoals de SWP opmerkt, staan partijen uit het extreem-rechtse spectrum momenteel aan het hoofd van regeringen in vier EU-staten – Hongarije, Italië, België en Tsjechië.[1] In vier andere landen maakt extreem-rechts deel uit van een regeringscoalitie, namelijk in Finland, Slowakije, Kroatië en Bulgarije. In Zweden wordt de regering gedoogd door de “Zweedse Democraten”, die tot de ECR behoren. In Nederland is de Partij voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders pas onlangs uit de regering gestapt. Dit betekent dat “een derde van alle regeringen in de lidstaten wordt geleid of gesteund door extreemrechtse partijen”, aldus het SWP-rapport.[2] Een verdere verschuiving naar rechts is te verwachten en te vrezen tegen het einde van 2027. In Frankrijk komen er ten laatste dan immers presidentsverkiezingen, en de Rassemblement National ligt duidelijk op kop. Bovendien mikt Vox in Spanje op regeringsdeelname in 2027; in Polen is een nieuwe overwinning voor Kaczyński’s extreemrechtse PiS (Prawo i Sprawiedliwość) niet onwaarschijnlijk bij de parlementsverkiezingen van 2027. De PiS levert al tien jaar de president, en zou ook het premierschap kunnen terugwinnen dat momenteel door de conservatief Tusk wordt uitgeoefend.
Een grote coalitie van rechts
In het Europees Parlement vindt een verdere verschuiving naar rechts plaats. Drie extreemrechtse groepen – ECR, PfE en ESN – hebben al ongeveer 26 procent van alle zetels. De SWP-analyse merkt op dat de ECR-partijengroep twee vice-voorzitters van het Europees Parlement levert en de voorzitters van drie commissies, waaronder die voor de belangrijke EU-begrotings- en landbouwcommissies.[3] De PfE-groep is nog steeds “institutioneel gemarginaliseerd door de meerderheid van het Parlement”, aldus de SWP-analisten: “Ze zijn niet vertegenwoordigd in het Bureau, noch bekleden ze een commissievoorzitterschap.” In juli kreeg PfE echter de post van rapporteur voor de onderhandelingen over de klimaatdoelstelling voor 2040. Bovendien werkt de EVP nu niet alleen samen met de ECR-fractie, maar ook met de PfE en zelfs de ESN-om een ultrarechtse meerderheid in het Europees Parlement te vormen. Dit gebeurde voor het eerst in september 2024, toen het Europees Parlement in een resolutie brutaalweg verklaarde dat de verliezer van de Venezolaanse presidentsverkiezingen (28 juli 2024) er de winnaar van was. Hiervoor was de EVP-fractie bereid om te vertrouwen op de extreem-rechtse stemmen van ECR, PfE- en ESN.[4] De “Venezuela-meerderheid” regeling is sindsdien bij verschillende gelegenheden teru opgedoken, bijvoorbeeld om de EU ontbossingsverordening af te zwakken in het belang van het Europese bedrijfsleven.
Gemeenschappelijke basis
Tot nu toe maken slechts twee vertegenwoordigers van extreem-rechtse partijen deel uit van de Europese Commissie: Olivér Várhelyi, die dicht bij de Hongaarse premier Viktor Orbán (Fidesz) staat en commissaris is voor Gezondheid en Dierenwelzijn, en Raffaele Fitto, die lid is van Fratelli d’Italia (FdI), geleid door de Italiaanse premier Giorgia Meloni. Fitto is benoemd tot vicevoorzitter van de Commissie, en is bevoegd voor Cohesie en Hervormingen. De reden voor dit gebrek aan vertegenwoordiging aan de top is dat de twee andere landen met extreem-rechtse regeringsleiders – namelijk België en Tsjechië – er tot nu toe van hebben afgezien om vertegenwoordigers van hun partijen naar de Commissie te sturen. Maar dat hoeft niet zo te blijven. “Over het geheel genomen,” schrijft de SWP, “is de integratie van delen van extreem-rechts in het politieke systeem van de EU al ver gevorderd en blijft groeien.”[5] De ECR-gelieerde partijen in het bijzonder “worden nu behandeld als normale politieke actoren op veel gebieden.” Deze normalisering is toe te schrijven aan het feit dat de EVP in toenemende mate “raakvlakken vindt met de ECR, vooral op het gebied van industrie- en klimaatbeleid”. Zoals de SWP opmerkt: “Alternatieve meerderheden zonder centrumlinkse partijen zijn in het Europees Parlement alleen mogelijk als de ECR het eens is met de PfE. Maar een versoepeling van het cordon sanitaire tegen extreemrechts wordt moeilijk vol te houden gezien “de vage scheidslijn tussen de ECR en de meer radicale of extreme krachten”.
Afspraken
De gestage integratie van extreemrechts op nationaal niveau kan worden waargenomen in Frankrijk en elders. Vorig jaar, na de vervroegde parlementsverkiezingen, werden RN-parlementsleden uitgesloten als vice-voorzitter in de Nationale Assemblee. Maar dit werd vorige week teruggedraaid op basis van afspraken tussen het ‘centrumblok’, waar president Emmanuel Macron op steunt, en de RN. Met Sébastien Chenu en Hélène Laporte heeft de RN nu weer twee van de zes vicevoorzittersposten in het parlement in handen.[6] Kort daarna besloot de RN geen eigen kandidaten op te stellen bij de verkiezing van de voorzitters van de acht vaste commissies van het parlement en te stemmen op kandidaten van het ‘centrumblok’. Door deze regeling kon het blok links buiten de deur houden en alle voorzitters overnemen, behalve die van de commissie financiën, die is voorbehouden aan de oppositie.[7] Het valt nog te bezien of er nog meer overeenkomsten zullen volgen tussen het conservatieve centrum en de extreemrechtse RN. Ondertussen beweert een onlangs gepubliceerd boek, waarin bronnen dicht bij Macron worden geciteerd, dat toen hij vorig jaar het parlement ontbond, hij eigenlijk hoopte op een overwinning van de RN. Macron was van plan een premier van de RN te benoemen en legitimeerde deze stap door te beweren dat hij het leiderschap van de RN wilde ontmaskeren.[8]
Opmars
De laatste verschuiving naar rechts kwam met de parlementsverkiezingen in Tsjechië eind vorige week. De verkiezingen werden gewonnen door de ANO, een partij opgericht door miljardair Andrej Babiš, die 34,5% van de stemmen kreeg. Op EU-niveau sluit de ANO zich aan bij de extreemrechtse PfE-partijengroep. Waarnemers gaan er momenteel van uit dat Babiš aanspraak kan maken op de post van premier, waardoor hij de tweede regeringsleider van een PfE-partij wordt, naast Orbán. Waarnemers gaan er ook van uit dat Babiš een ANO-regering aan de macht zal krijgen die wordt gedoogd door twee andere extreemrechtse partijen: enerzijds de Motoristé sobě (Automobilisten voor zichzelf) partij, die net als ANO tot de PfE behoort, en anderzijds de Svoboda a přímá demokracie (Vrijheid en directe democratie) partij, die Europees aangesloten is bij ESN. In de aanloop naar de verkiezingen werd gemeld dat de Tsjechische president Petr Pavel een deskundig advies had gevraagd over de vraag of de benoeming van een premier grondwettelijk kan worden geweigerd als er een strafzaak tegen hem loopt.[9] Dit is namelijk het geval bij Babiš. Natuurlijk kunnen dergelijke machinaties averechts werken. In Roemenië hebben ze geleid tot ongekende steun onder de bevolking voor extreem-rechts. [10]).
Recordcijfers in opiniepeilingen
Ondertussen bereikt de AfD in Duitsland recordcijfers in opiniepeilingen. In een Forsa-enquête die vorige week dinsdag werd gepubliceerd, bereikte de extreemrechtse partij voor het eerst 27 procent, waarmee ze drie procentpunten voor ligt op de conservatieve Unie (CDU/CSU).[11] Een INSA-peiling ‘Sunday Trends’ (28 september) zette de AfD op 26 procent, opnieuw voor op de partijen van de Unie (met 24 procent). De stijgende populariteit van de AfD gaat samen met een verzwakkende steun voor de regeringscoalitie van CDU/CSU en SPD, die haar slechtste peilingresultaat sinds de federale verkiezingen behaalde, met een gecombineerd totaal van ongeveer 38 procent.[12] Eén expert, de socioloog Matthias Quent, gelooft dat als de AfD “haar volledige sympathisantenbasis mobiliseert”, zij “landelijk meer dan 30 procent zou kunnen bereiken” in een verkiezing.[13]
Noten
(*) German-Foreign-Policy.com is het werk van een team onafhankelijke journalisten en sociale wetenschappers die “permanent de hernieuwde pogingen van Duitsland opvolgen om terug een hoge machtsstatus te verwerven op economisch, militair en politiek vlak.” De meeste artikels zijn zowel in het Duits als het Engels beschikbaar.
[1] De partij van de Hongaarse premier Viktor Orbán (Fidesz) is lid van de PfE-fractie in het Europees Parlement. De partijen van de Italiaanse premier Giorgia Meloni (Fratelli d’Italia, FdI), van de Belgische premier Bart De Wever (Nieuw-Vlaamse Alliantie, N-VA) en van de Tsjechische premier Petr Fiala (Občanská demokratická strana, ODS) behoren tot de ECR-fractie.
[2], [3] Max Becker, Johanna Flach, Nicolai von Ondarza: Die schleichende Integration von Rechtsaußenparteien in Europa. SWP-Aktuell 2025/A 42. Berlin, 19.09.2025.
[4] Zie German Foreign Policy, Die Brandmauer bricht.
[5] Max Becker, Johanna Flach, Nicolai von Ondarza: Die schleichende Integration von Rechtsaußenparteien in Europa. SWP-Aktuell 2025/A 42. Berlin, 19.09.2025.
[6] Robin Richardot: A l’Assemblée nationale, l’élection des vice-présidents acte le retour du RN au bureau et les dissensions du NFP. lemonde.fr 02.10.2025.
[7] Robin Richardot: Aidé par le RN, le “socle commun” reprend la main sur les postes-clés de l’Assemblée nationale. lemonde.fr 03.10.2025.
[8] Guillaume Duval: Emmanuel Macron : plutôt le RN que le front républicain? nouvelobs.com 30.09.2025.
[9] Alexander Haneke: Warnungen aus der Prager Burg. Frankfurter Allgemeine Zeitung 02.10.2025.
[10] Zie German Foreign Policy Rumäniens ‘Bekenntnis zu Europa’.
[11] AfD liegt laut Umfrage nun drei Punkte vor der Union. handelsblatt.com 30.09.2025.
[12] Schwarz-Rote Regierung so unbeliebt wie nie. bild.de 04.10.2025.
[13] Dietmar Neuerer: “Die Reformen werden keinen Unterschied für die Ergebnisse machen”. handelsblatt.com 05.10.2025.

Een knappe diagnose. Ik vroeg mij af of het zou kunnen dat in de politiek en pers het zwaartepunt dat aanvankelijk socio-economisch was maar sedert enkele jaren omwille van de “machteloosheid hier invloed op te hebben door het Internationalisme van Kapitaal en de invloed van de EU op het sociale en budgettaire” nu verschoven is naar identiteit en culturele onzekerheid ? De reden is dat deze geen budgettaire impact hebben, maar hierdoor geven ze aan de tegenstanders van de democratie argumenten om te stellen dat de sociale problemen worden veroorzaakt door identiteitsproblemen .Zo heeft een politieke partij die in haar ideologie het “internationalisme” en “het socialisme” hoog in het vaandel droeg zichzelf genationaliseerd, en hier in Vlaanderen zich herleid tot dorpssocialisme. Dat is toch al voldoende bewijs van hun bekrompenheid en het terugplooien op zichzelf. Daarenboven nemen de zogenaamde Centrum partijen onderdelen van het extreem discours over, maar ze klinken in de ogen van bepaalde kiezers niet overtuigend en verkiezen de authentieke.
Er is eveneens de manipulatie van de werkende bevolking die door die extreme maar ook door bepaalde socio- politieke maatregelen aangemoedigd wordt om links en rechts te kijken wie er profiteert van het systeem, om te vermijden dat ze naar boven zouden kijken. Het is die gestuurde manipulatie die de voedingsbodem vormt voor het Extreme naar mijn mening !
Alle uitslagen van democratische verkiezingen en daardoor veranderingen in de tot nu toe bereikte Europese droom,(waanwereld), worden afgedaan als extreem rechts en anti-democratisch! Dit is vragen om chaos en het getuigt van enorme hoogmoed en vooral op het atalistische [is fatalistisch bedoeld? (Vraag van de moderator)] af willen najagen van een droomwereld waarin gelijkheid en zorgeloosheid totaal verwezenlijkt zal zijn. Bijna onwerkelijk om te zien dat er totaal geen les wordt getrokken uit de Trump-revolutie!
Aan Jan Hoogstraten:
Met één ding in uw reactie kan ik akkoord gaan: de band die u legt tussen extreem-rechts in Europa en de ‘Trump-revolutie’. Trump en zijn medestanders steunen inderdaad de meest extreme rechterflank van het toch al zeer rechtse mainstream-Europa. Als men dan ziet tot welke chaos in de VS en wereldwijd die ‘Trump-revolutie’ al geleid heeft is het zeker geen goed idee om de leerling-Trumps hier meer armslag te geven.