Komende evenementen

Nederland: de winst van de PvdA en het verlies van de SP

door Frank Slegers
28 mei 2019

De PvdA onder aanvoering van Frans Timmermans heeft de Europese Verkiezingen met vlag en wimpel gewonnen. Dat kwam als een grote verrassing. De PvdA haalt 18,9 procent van de stemmen, twee keer zoveel als onlangs in maart bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten (8,52 procent), en viermaal zo veel als In 2017 voor de Tweede Kamer (amper 5,7 procent). In 2017 leek de PvdA totaal uitgeteld. Ook als je rekening houdt met het verschil in opkomst, 40 procent bij Europese verkiezingen tegen 80 procent bij landelijke, is de uitslag van dit weekend betekenisvol.

Wat verklaart deze uitslag? Volgens peilingen zou voor de helft van de PvdA-kiezers de figuur van Frans Timmermans de doorslag hebben gegeven. Frans Timmermans is niet de eerste de beste. Hij staat binnen de PvdA aan de rechterkant, was minister van buitenlandse zaken, is nu eerste vicevoorzitter van de Europese Commissie, en kwam op als Spitzenkandidat voor de Europese sociaaldemocraten. Een lijsttrekker waar je mee kan uitpakken, dus, en die in het kandidatenveld wat dat betreft geen concurrentie had!

Maar ongetwijfeld speelden meer fundamentele factoren. Het verzet tegen de Europese Unie heeft de laatste jaren enkele stevige klappen gekregen. De eerst was de capitulatie voor de Trojka van het Griekse Syriza onder leiding van Alexis Tsipras. De volgende is nog onderweg met de Brexit, de puinhoop die Theresa May er van maakte, en Labour dat vooralsnog niet slaagt het initiatief naar zich toe te trekken. Fervente voorstanders van de Europese Unie lijken zo momenteel de wind in de zeilen te hebben, zeker in een rijk land als Nederland, dat in de Europese Unie tot de winnaars behoort. Dat zet je niet zomaar op het spel. En als je dan nog een kandidaat hebt die je het gevoel geeft, misschien tegen beter weten in, dat je meteen stemt voor een democratisch, sociaal en ecologisch Europa, dan lijkt dat in deze verkiezingen op links wel een fijne keuze.

Het valt trouwens op dat de winst van de PvdA niet ten koste gaat van GroenLinks, ook een kritische fan van de EU, dat met 10,9 procent vier procent vooruitgaat, en het niveau houdt dat het behaalde voor de Tweede Kamer (9,13 procent) en de Provinciale Staten (10,76 procent).

Regeringspartijen

Mark Rutte probeerde van de Europese verkiezingen een tweestrijd te maken tussen de VVD en het extreemrechtse Forum voor Democratie (FvD). Uit de winst van het FvD bij de Provinciale Staten verkiezingen werd geconcludeerd dat ook de VVD kwetsbaar was voor de extreemrechtse populisten. Premier Rutte speelde hier handig op in door te proberen de kiesstrijd te herleiden tot een confrontatie tussen de VVD en het Fvd, een beetje zoals Macron in Frankrijk met het Rassemblement National van Le Pen.

Ditmaal was de VVD met haar 14,6 procent sterker dan het FvD met 10,9 procent. Toch blijft de VVD ver onder haar niveau van 2017 (21,29 procent), ditmaal te verklaren door de opmerkelijke remonte van de PvdA, die ook door Rutte werd uitgeroepen tot winnaar van de verkiezingen.

Van de regeringspartijen was vooral D66 de morele verliezer: traditioneel erg pro-EU en ook ditmaal met een sterk pro-Europees verhaal. Zij leveren twee Europese zetels in en halen 7 procent, een stuk onder hun resultaat voor de Tweede Kamer (12,23 procent). Verschillende redenen worden aangehaald. D66 verliest traditioneel wanneer zij aan een regering deelneemt, wordt geleid door een nieuw nog niet zo bekend gezicht, en de lijsttrekster moest in volle campagne bekennen dat zij niet helemaal correct was omgegaan met onkostendeclaraties…

Extreem rechts

Wat extreem rechts betreft was het verhaal ditmaal minder deprimerend dan in maart na de Provinciale Staten. Toen haalde het FvD uit het niets 14,53 procent, naast de PVV van Geert Wilders die ook nog eens 6,94 procent haalde. Extreem rechts leek dus even goed voor meer dan 20 procent. Deze stijging van extreem rechts ging vooral ten koste van de VVD, die vergeleken met 2017 7,5 procent inleverde.

Het succes werd dit keer echter niet herhaald. Het FvD haalde nog 10,9 procent, maar vooral ten koste van de PVV die met 3,5 procent uit het Europees Parlement verdwijnt. De som van beide, 14,4 procent, blijft steken op het niveau van de 14,84 procent die beide opgeteld haalden voor de Tweede Kamer in 2017. Voor het FvD was het even slikken, na de euforie van de Provinciale Staten.

Waarom werd het succes van de Provinciale Staten niet herhaald? Misschien moet ook extreem rechts inleveren door de nieuwe populariteit van de Europese Unie? Misschien hebben ook de fratsen van de leider van het FvD Thierry Baudet en de interne strubbelingen een aantal kiezers aan het denken gezet?

Opvallend is dat vergelijkingen in de peilingen tussen de Provinciale Staten en de Europese Verkiezingen opnieuw bevestigen dat extreem rechts haar stemmen haalt in het rechtse kamp. Verschuivingen spelen zich vooral af binnen de schoot van dat kamp.

De SP krijgt weer een klap

Dank zij de winst van de PvdA zit ‘links’ sinds de verkiezingen van 2017 in een stijgende lijn. Als je de stemmen van de PvdA, GroenLinks, de Partij voor de Dieren (PvdD) en de Socialistische Partij (SP) optelt gaat het van 27,11 procent via 29,55 procent naar 37,20 procent.

Op links handhaaft de Partij voor de Dieren haar stemmenaantal (4 procent) en haar Europese zetel.

De Socialistische Partij (SP) verliest echter haar twee zetels, en verdwijnt uit het Europese Parlement. Voor de SP is dit een enorme opdoffer. Aan de linkerzijde is zij de grote verliezer. Zij haalt nog maar 3,4 procent, een verder verlies, na de 9,09 procent voor de Tweede Kamer, het verlies in de gemeenteraadsverkiezingen en onlangs de 5,91 procent voor de Provinciale Staten.

Wat is hier aan de hand?

De SP lijdt zeker onder het verlies aan aantrekkingskracht van eurosceptische verhalen. De centrale slogan van haar campagne was ‘Brussel niet de baas’. De inhoudelijke opvulling daarvan kwam niet uit de verf. Centraal in de beeldvorming stond de relatie en de verdeling van macht tussen de Europese Unie en Nederland. Wat dat betreft had de SP de maatschappelijke wind tegen. Maar dit verklaart niet alles, want het is de zoveelste nederlaag op rij.

De SP lijkt zich terug te trekken op een beperkt register: inkomens, doorgeslagen marktwerking, sociale onzekerheid, woonbeleid… De SP heeft natuurlijk ook andere standpunten, maar zij heeft geen offensieve eisen rond kwesties zoals het klimaat, racisme, vrouwenonderdrukking, oorlog en vrede, …, die door de hele partij in een bundelend geheel gedragen worden.

In 2006 haalde de SP voor de Tweede Kamer nog 16,85 procent van de stemmen. In 2010 verloor zij echter 10 van de 25 zetels. Dat waren de verkiezingen van de doorbraak van de PVV van Geert Wilders. Van deze klap heeft de SP zich niet meer hersteld. De partijleiding lijkt toen de conclusie te hebben getrokken dat haar focus moet liggen op het terugwinnen van de kiezers die aan de PVV verloren gingen, de boze kleine burger onderaan de maatschappelijke ladder. Daarbij wordt soms ver gegaan in het toegeven aan racistische en xenofobe instincten. Kwesties die voor deze kiezers minder belangrijk zijn, zijn dat ook voor de SP. Dit alles wordt doorspekt met een nationalistische identitaire ondertoon.

Een debat lijkt in de partij niet meer te vermijden. In de aanloop naar de Europese verkiezingen werd de partijleiding al bijna in de minderheid gesteld wat betreft haar dubieuze houding in verband met vluchtelingen. Het debat is nu snel aan het verbreden. De huidige partijvoorzitter Ron Meyer heeft al aangekondigd uit de verkiezingsnederlagen zijn conclusies te trekken en zich in de herfst niet herkiesbaar te stellen. Maar de SP is organisatorisch niet uitgerust voor een productief en constructief debat. De organisatie is erg top-down. Leden mogen hun mening geven in afdelingsvergaderingen, maar wat de afdelingsvoorzitter daar verder mee doet in de Partijraad is niet altijd duidelijk. Platforms die de grenzen van de afdeling overschrijden zijn not done, al melden de kranten dat een groep naar aanleiding van het migratiedebat interne feitelijk haar bestaansrecht heeft afgedwongen.

Het zou jammer zijn als het debat beperkt bleef tot electorale strategieën, laat staan tactische keuzes, zoals het baldadig satirisch filmpje over Frans Timmermans waarmee de SP politiek Nederland enkele dagen op zijn kop zette, en waarop veel critici nu focussen. In een parlementaire democratie zijn verkiezingen weliswaar belangrijk. Maar belangrijker nog is in de samenleving krachten te mobiliseren voor maatschappelijke verandering, want daar zitten ook de behoudsgezinde tegenkrachten. Wie eerlijk naar de linkerzijde in Europa kijkt weet dat er wat dat betreft meer vragen dan antwoorden zijn. Ook in de SP zal ‘de oplossing niet als bij toverslag uit de lucht komen vallen. Maar de SP lijkt een vogel voor de kat als aanzetten tot verandering niet gepaard gaan met een meer open en kameraadschappelijk debat in de schoot van de partij.

 

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *