Komende evenementen

Nieuwe bezems in Parijs en Berlijn: Brussel weldra in het nieuw?

Daniel Albarracin (*)/ Herman Michiel
8 februari 2018

 

Daniel Albarracin (*) publiceerde onlangs een interessant artikel over diverse ideeën die sinds enige tijd circuleren in de leidende EU-kringen, en erop gericht zijn een herhaling van de bijna-ineenstorting van de eurozone te voorkomen. Met de ambitieuze Europese ‘federalist’ Macron in het Elysée, het Brits ‘afwijzingsfront’ bijna uit de Unie en nu ongeveer een nieuwe Duitse regering in het zadel kunnen nieuwe stappen gezet worden en zullen knopen doorgehakt worden. Alhoewel – of beter gezegd: juist omdat –  hiervan geen enkele kentering ten goede voor de werkende bevolking moet worden verwacht, is het belangrijk die Europese plannen te analyseren en de bedrieglijke propaganda waarmee ze voorgeschoteld worden te doorprikken.

 

Door de bomen het bos blijven zien

Aan verschillende van de denkpistes die binnen EU-kringen circuleren hebben we met Ander Europa al aandacht besteed, en we zullen hiernaar verder op ook verwijzen. Het probleem is echter dat dergelijke denkpistes zeer kortstondig in het nieuws komen om daarna helemaal uit de aandacht te verdwijnen. Het kan de indruk wekken dat het allemaal niet zo’n vaart neemt, en dat linkse onheilsprofeten zich teveel op sleeptouw laten nemen door public-relationsoefeningen van de Europese instanties. Men is er zich daarbij echter niet van bewust dat die leidende kringen een permanent debat voeren, niet voor het publieke voetlicht, maar in de pluche van de diplomatie, via allerlei formele en informele ontmoetingen. De meningsverschillen tussen de grote lidstaten, de verschillende EU-instellingen, tussen lobby’s allerhand, worden zoveel mogelijk weggestopt achter de grote ‘eensgezindheid’ rond ons uniek Europees project. Dat onderhuids debat, dat aftasten van posities, verloopt traag, zo traag dat een buitenstaander weinig of geen verband ziet tussen allerlei ‘events’, een Witboek hier, een rapport daar 1. Het interessante van Albarracins artikel is dat hij de continuïteit terug onder de aandacht brengt en ons een zeker inzicht biedt hoe die obscure EU-machine werkt.

Albarracins artikel verscheen in het Spaans op Viento Sur 2 en in Franse vertaling op A l’Encontre 3. Het leek ons beter er een samenvatting van te geven dan een integrale vertaling. We gingen uit van de Franse tekst, en voegden er een aantal eigen commentaren/informaties aan toe. (hm)

 

Meningsverschillen binnen Europese leidende kringen

Met de vorming van regeringen van het ‘extreme centrum’ 4 zou er binnen de EU een wijziging kunnen ontstaan van de huidige economische en institutionele architectuur. Dat zou onder andere het geval kunnen zijn met het ‘economisch bestuur’ (economic governance) en de eigen middelen van de EU die momenteel te beperkt zijn om er een begrotingspolitiek mee te kunnen voeren waarmee structurele hervormingen kunnen afgedwongen worden.

Foto Europese Raad

Ook de Europese elites zijn zich immers bewust van een aantal zwakheden van het EU-project, in het bijzonder de eenheidsmunt. De economische groei is er zwak, een nieuwe financiële crisis zou de eurozone in gevaar kunnen brengen en een bankencrisis tot een zware recessie leiden. De diagnose is niet steeds dezelfde. De neoliberalen wijzen vooral op het gebrek aan budgettaire discipline en structurele hervormingen in de minst concurrentiële lidstaten, terwijl anderen het eerder over het gebrek aan investeringen, financiële zeepbellen en toenemende ongelijkheid hebben. Hoe dan ook, de neoliberale voorstanders van het ‘eurosysteem’ 5 nemen het voortouw om dit systeem te consolideren zodat het nuttig blijft voor de oligarchieën van de financiële sector en de transnationale Europese bedrijven.

 

Een gunstige wind voor het extreme centrum?

Het politieke landschap bij dit begin van 2018 lijkt kansen te bieden aan de neoliberale hervormers. In Frankrijk hebben we met Emmanuel Macron het ideaaltype van de politicus van het extreme centrum, met een neoliberaal-federalistische visie op Europa. Wat Duitsland betreft, nu een coalitie met de liberalen (FDP) van de baan is en er een nieuwe uitgave van de Große Koalition (CDU-SPD) aankomt, krijgen hervormingsvoorstellen zoals een ‘Europees Monetair Fonds’ (waarover straks meer) een kans; de FDP was daar vierkant tegen gekant. De gewezen minister van financiën en financiële scherprechter Schäuble wordt waarschijnlijk parlementsvoorzitter 6.

In die context zou de Europese Commissie zich ook kunnen gesterkt voelen om voorstellen te doen over institutionele en financiële hervormingen. Projecten en gedachtenpistes die de voorbije twee jaar bediscussieerd werden zouden zo terug boven water kunnen komen. Er wordt daarbij gedacht aan het ‘vijfvoorzittersrapport’ (juni 2017) 7, aan het Witboek over de toekomst van de EU (maart 2017) 8,  het debat binnen het Europees Parlement over een budget voor de eurozone en het recente Commissiedocument Stappenplan voor de voltooiing van de Economische en Monetaire Unie (6 december 2017).

 

Europees Monetair Fonds?

Toen de financiële problemen in Griekenland en daarna de bankencrisis in Ierland, Portugal en elders dreigden de euro te doen ineenstorten, zag de Europese Unie, geheel in strijd met haar eigen regels, zich gedwongen om met financiële hulp op de proppen te komen. In mei 2010 werd daartoe een tijdelijk reddingsfonds opgericht: het Europees Financieel Stabiliteitsfonds (EFSF), dat 440 miljard euro van de lidstaten en 250 miljard euro  van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) bijeenbracht. Zoals bekend is het IMF de instantie die vooral in de Derde Wereld landen gebukt onder de schuldenlast leningen verstrekt, maar dit op voorwaarde van stringente neoliberale hervormingen (privatiseringen, liberalisering…). Het noodfonds EFSF werd vanaf 2013 omgevormd tot een permanente structuur, het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Omdat een dergelijk organisme van wederzijdse hulp tussen lidstaten 9 in feite door de Europese verdragen verboden is, werd een kunstgreep toegepast bij de oprichting van het ESM. Het werd een ‘intergouvernementeel akkoord’, dat juridisch gezien buiten de EU en haar verdragen gesitueerd is.

Door de omvorming van het ESM tot een ‘Europees Monetair Fonds’ (EMF), zou het tot een volwaardig orgaan van de EU worden. Daardoor zouden er ook minder juridische problemen ontstaan om het keurslijf van de Europese ‘economic governance’ (6-pack, 2-pack, Europees Semester, Stabiliteitspact…) volop te laten spelen bij de tussenkomst van dit EMF. Naast de overheveling van de middelen van het ESM wil de Commissie ook een deel van de structuur- en regionale fondsen (steun aan armere regio’s) hiervoor aanwenden. Het bedrag voor bonussen ter aanmoediging van neoliberale structuurhervormingen wil ze ook verhogen tot 223 miljoen euro 10.

‘Hervormingen’, daar is het uiteindelijk om te doen. De ‘financiële stabiliteit waarborgen’ via zulk EMF betekent in de Europese hoofden een strikte budgettaire orthodoxie opleggen aan de lidstaten, via neoliberale hervormingen zoals die door het IMF aan de Derde Wereld werden opgelegd. Tussen de Duitse en Franse varianten van het neoliberalisme is daarover eensgezindheid, maar verdere punten in de invulling leiden tot meningsverschillen, en het is hierover dat misschien in de komende maanden knopen zullen doorgehakt worden (het stappenplan van de Commissie ziet het EMF medio 2019 tot stand komen). Financiële stabiliteit en het opvangen van een volgende bankencrisis houden bijvoorbeeld ook in dat de deposito’s van de spaarders tot een bepaald bedrag beschermd worden. Traditioneel stelt elke Staat zich hiervoor garant, maar bij een bankencrisis zijn het net deze Staten die bij de redding van ‘hun’ banken financieel aan de grond geraken. Een gemeenschappelijk Europees depositogarantiefonds (in de eurozone, de meeste van deze overwegingen hebben betrekking op de eurozone en niet de EU in haar geheel) zou daarom wel logisch zijn en maakt deel uit van het idee van de Bankenunie. Hetzelfde geldt voor een ‘resolutiefonds’, dat  ingezet kan worden bij de afwikkeling van failliete banken. Omdat hierdoor een zekere transfer van middelen van de ene lidstaat naar een andere niet uitgesloten kan worden, en ‘ongedisciplineerde’ lidstaten hiervan zouden kunnen profiteren (de zogenoemde aléa moral of moral hazard) zijn de meest rabiate financiële kruisridders, te vinden in de Duitse CDU en CSU en de Europese Volkspartij in het algemeen) daar tegen, terwijl de ‘verlichte’ neoliberaal Macron voor is.

Hoe dan ook, zoals Albarracin opmerkt, het is steeds de belastingbetaler, de werkende bevolking,  die opdraait voor de kosten. Op diverse manieren:  bijdragen en waarborgen voor een EMF worden door belastinggeld betaald en verliezen bij reddingsoperaties zijn dus ten koste van de burger; de ‘hervormingen’ die opgelegd worden aan een lidstaat die ‘geholpen’ wordt zijn ook ten koste van de gewone man; en de rente op toegestane leningen wordt eveneens betaald door Jan Modaal.

 

Links tegen Rechts?

Het is over dergelijke ‘details’ dat in de aanloop naar de Europese verkiezingen (mei 2019) eventueel beslissingen zullen genomen worden. Er liggen nog meer voorstellen ter tafel die voor- en tegenstanders kennen. Een ‘echte Europese economische regering’, in de vorm van een ‘Europees minister van economie en financiën’, tevens vice-voorzitter van de Europese Commissie en voorzitter van de eurogroep (je weet wel, Dijsselbloem…) ? Een budget (‘budgettair stabiliseringsinstrument’) waarmee de Commissie regeringen in problemen kan ‘helpen’, tenminste als hun begrotingstekort de magische 3%-grens niet overschrijdt?

Als deze kwesties in de komende maanden terug inzet zullen worden van Europese ‘strijd’, zal een deel van de media ze ongetwijfeld voorstellen als een gevecht tussen links en rechts, met Macron (en Schulz?) als linkse Europeaan, Merkel en de Europese christendemocraten (Europese Volkspartij) als de behoudsgezinden. Men laat zich hierbij best niet beetnemen. Of men zou meer armslag om neoliberale hervormingen op te leggen als ‘links’ moeten bestempelen en een krampachtig verzet daartegen als ‘rechts’.


 

(*) Daniel Albarracin is doctor in de sociologie en econoom. Hij behoort tot de anticapitalistas stroming in het Spaanse Podemos, en is medewerker van deze partij in het Europees Parlement.

Voetnoten

  1. Een sprekend voorbeeld. In wat volgt zal ook sprake zijn van voorstellen voor een ‘Europees Monetair Fonds’. Als je googelt naar dit begrip zul je merken dat er heel wat artikels aan gewijd zijn in … 2010.
  2. Fondo Monetario Europeo: ¿cortafuegos de la crisis bancaria? 22 januari 2018.
  3. Débat. Union européenne: un Fonds monétaire européen, coupe-feu d’une crise bancaire? 3 februari 2018.
  4. De uitdrukking verwijst naar het boek The Extreme Centre van de Brits-Pakistaanse auteur en activist Tariq Ali (2015). Dit handelde in de eerste plaats over de Britse situatie (vóór Corbyn), waar een rechts gedomineerd Labour geen oppositie of alternatief meer betekende op politiek vlak. Maar ook elders in Europa vindt men die consensus rond het neoliberale ‘extreme centrum’ terug bij de politieke elites van centrum links en centrum rechts.
  5. Albarracin verwijst naar het artikel «Economie politique du système-euro» van Michel Husson (2012).
  6. Terwijl ik dit schrijf komt het bericht van een deal tussen CDU en SPD, waarbij de sociaaldemocraten de portefeuille van financiën en buitenlandse zaken (Schulz) krijgen.
  7. Zie hierover bv. Ander Europa, Het vijfvoorzittersrapport of het coalitieverdrag van de Europese elites en Het Europa van Martin Schulz, een gruwelkamer voor werknemers
  8. Zie bv. Ander Europa, Rome, 25 maart: Europese leiders vieren zichzelf
  9. Er is vanuit de linkerzijde voldoende op gewezen dat het woord ‘hulp’ hier eigenlijk niet van toepassing is. Het zijn bijna uitsluitend de banken die hiervan geprofiteerd hebben.
  10. In feite een belachelijk bedrag (gemiddeld 50 eurocent per EU-burger) als judasloon binnen een Unie van een half miljard zielen. (hm)

 

Reacties plaatsen niet mogelijk