Komende evenementen

Syriza en de valkuilen van de macht

door Baptiste Dericqebourg (*)

Verschenen in de september-editie van Le Monde diplomatique
Vertaling: David Baele.

 

Hoe de Griekse regering haar verplichtingen verloochend heeft

 

Athene, 30 juli 2015. In een voor de helft verlaten stad houdt het centraal comitĂ© van Syriza Ă©Ă©n van de meest belangrijke vergaderingen van haar bestaan. De partij, die 36,34% van de stemmen en 149 volksvertegenwoordigers behaalde tijdens de parlementsverkiezingen van januari jl.,  heeft vervolgens de eerste Griekse regering gevormd die vastberaden was een einde te maken aan het soberheidsbeleid en de voogdij van de ’troika’ – Europese Commissie, Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Europese Centrale Bank (ECB). Maar op 13 juli stemde premier Alexis Tsipras in met het ondertekenen van een derde memorandum. Dit kent in de komende drie jaar voor 86 miljard euro nieuwe leningen toe, waarmee de uitgebloede banken kunnen geherkapitaliseerd worden, maar het memorandum legt nieuwe soberheidsmaatregelen op en een omvangrijk privatiseringsplan oplegt.

Hoewel ze reserves hebben bij dit nieuw akkoord, verdedigen Tsipras en zijn entourage er sommige aspecten van. Zo verklaart de minister van economie Georges Stathakis: “Hoewel talrijke maatregelen die men in dit akkoord terugvindt een recessief effect hebben, kunnen we het in geen geval vergelijken met de twee eerste memoranda, die een budgettaire aanpassing van 15% van het BBP op vier jaar en pensioen- en loonsverminderingen van tussen de 30% en 40% inhielden” (1). Niettemin hebben 32 van 149 volksvertegenwoordigers van Syriza zich op 15 juli, tijdens de stemming in spoedberaad van de ‘voorakkoorden’ die door de instellingen geĂ«ist werden voor de uitbetaling van de beloofde 86 miljard, zich verzet tegen een plan dat ze als tegenstrijdig met hun partijprogramma beschouwden. Zes volksvertegenwoordigers hebben zich onthouden en Ă©Ă©n heeft niet meegestemd. De tekst is slechts goedgekeurd geraakt dankzij de steun van een deel van de oppositie. Sindsdien is Syriza uiteengespat. De twee tendensen, de ene voorstander van een ondertekening van het plan en de andere binnen het Links Platform (2) dat het akkoord verwerpt, geven elkaar nu de schuld voor de breuk.

Een tekort aan administratieve competenties

Tijdens de vergadering van 30 juli vraagt Tsipras aan diegenen die hem bekritiseren een alternatief voor te stellen op het akkoord dat hij zonet ondertekend heeft. Volgens hem zou een uitstap uit de euro gelijk staan aan een catastrofe, zonder Griekenland noodzakelijkerwijs de kans te geven van politiek te veranderen: “Er is geen oplossing buiten de euro” (3). Op een nog uitdrukkelijkere manier vindt de vicepremier Yannis Dragasakis dat in geval van openlijke crisis met haar Europese ‘partners’ de partij zich in de onmogelijkheid zou bevinden om te voorzien in de basisbehoeften van het land, meer bepaald inzake benzine en geneesmiddelen. Panos Kosmas, van het Links Platform, dient hem van antwoord: “Wie anders dan de premier had de plicht om over zo’n alternatieve oplossing te beschikken? Waarom is deze niet uitgewerkt geweest?” Het verschil zat hem in een uitstap uit de euro waarvan men de gevolgen volledig ondergaat en een deels beheerste “Grexit”, waarover onder andere de econoom en Syriza-volksvertegenwoordiger  Costas Lapavitsas denkwerk heeft verricht (4).

Ter illustratie van een aantal obstakels waartegen de linkse regering gebotst is hoort men vaak deze kwestie van de voorbereiding terugkomen in gesprekken met partijkaders en regeringsleiders. Na haar oprichtingscongres van juli 2013 is de linkse coalitie Syriza een eenheidspartij geworden die tussen de 30 000 en 35 000 leden telt (5). Deze heeft zich vervolgens georganiseerd op drie niveaus: lokaal, professioneel en thematisch. De lokale comitĂ©s verenigen de basis van de partij. Ongeveer Ă©Ă©n derde van de ingeschrevenen neemt aan de maandelijkse vergaderingen deel. Deze comitĂ©s genieten een haast volledige vrijheid, wat tot uiting kwam in de solidariteitsacties met de stakers. De partij heeft zich ook voorzien van organisatievormen die haar leden hergroeperen volgens beroep, wat haar de mogelijkheid geboden heeft om zich efficiĂ«nter te organiseren in de sectorale strijd. Het uitwerken van een regeringsprogramma werd tenslotte overgelaten aan thematische commissies, die volgens coöptatie rekruteerden. Het was niet nodig om lid te zijn van de partij om hieraan te kunnen deelnemen. “Na de beweging van de ‘verontwaardigden’ heb ik mij aangesloten bij een vereniging voor de hervorming van de grondwet. Daarom heeft men mij ook gevraagd om aan te sluiten bij een commissie rond dit thema, en ik heb mijn lidkaart aangevraagd. Ik heb me op die manier terug op het politieke terrein begeven na dertig jaar onverschilligheid”, zegt ons Vassilis Xidias, godsdienstleraar in Athene.

EĂ©n vaststelling komt vaak terug: het ontbrak de partij aan technische competenties die haar in staat zouden hebben kunnen stellen om de algemene lijnen van haar programma om te zetten in concrete maatregelen. Ondanks de nieuwe toetredingen, als gevolg van haar electorale doorbraak van 2012, zijn de kaders van Syriza dezelfde gebleven sinds 2009. Echter, met de successen die de laatste jaren gehaald werden, werden honderden van hen in beslag genomen door andere taken. En het is soms moeilijk geweest om ploegen te vormen: 76 volksvertegenwoordigers werden in juni 2012 verkozen, 6 EuroparlementariĂ«rs in mei 2014, daarnaast 927 gemeenteraadsleden en 144 regionale vertegenwoordigers in dezelfde maand. En tenslotte 149 volksvertegenwoordigers in januari laatstleden
 In zijn parlementsbureau vertrouwt psycholoog Dimitris Triandafyllou ons toe: “Ik ben teruggekeerd uit Engeland om parlementair attachĂ© te worden in januari. Ik heb alles ter plaatse moeten aanleren”. De volksvertegenwoordiger waarvoor hij werkt, Chrysoula Katsavria, heeft zelf ook haar eerste stappen in de Vouli, het Grieks parlement,  gezet in januari.

Dan moesten ook de regeringsploegen samengesteld worden. Weliswaar “zit de partij stampvol met jongeren die een thesis gemaakt hebben, inclusief over economie of econometrie”, aldus Stathis Kouvelakis, lid  van het Links Platform. Maar een hoge functionaris op het ministerie van economie die anoniem wenst te blijven voegt er aan toe: “Het is Ă©Ă©n ding om algemene ideeĂ«n en kennis te hebben, maar het is een ander ding om over technische competenties op het niveau van het staatsbeheer te beschikken. Je moet in staat zijn een ploeg aan het werk te zetten, de sleutelposten herkennen waarop men vertrouwenspersonen moet benoemen, weten in welk bureau men zaken vertraging mag doen oplopen, welke juridische obstakels zich zullen voordoen, enz., om te kunnen doen wat je wenst. En de verworven ervaring in de lokale administraties biedt geen enkele hulp op het niveau van de staat”. De partij telt dus weinig operationele administratieve kaders.

Resultaat: we stellen overal een enorme achterstand vast in de aanstellingen, in het nemen van beslissingen, en in hun uitvoering. Sprekend voorbeeld: de wet betreffende de grote mediabedrijven. Na jaren van laisser faire waarbij de Griekse oligarchie zich al de grote televisiezenders, de radiozenders en het grootste deel van de geschreven pers (6) toegeĂ«igend heeft, heeft minister Nikos Pappas beloofd een wet te laten aannemen die de toekenning van frequenties reglementeert. Het project, in voorbereiding sinds maart, werd slechts twee weken na het referendum – dat aan deze media de kans gegeven had om een verbeten campagne te voeren tegen de regering – aan het parlement voorgesteld.

Deze achterstanden hebben ook het oude personeel, met haar oude praktijken intact gelaten. In de politie vormen de extreemrechtse netwerken die niet ontmanteld werden een permanent gevaar (7). In de gezondheidssector getuigt Panayiotis Venetis, psycholoog en militant voor Syriza in Thessaloniki, over hetzelfde immobilisme: “We hebben vergeefs gewacht op de vervanging van de ziekenhuisbestuurders”. Deze hadden de reputatie vaak corrupt te zijn en de ineenstorting van het Griekse gezondheidssysteem mee in de hand te hebben gewerkt.

 

oxi

 

Bewust van dergelijke problemen is de politieke leiding van mening dat meritocratische criteria voortaan de overhand moeten hebben, terwijl de benoemingen tot nog toe  voornamelijk afhingen van het lidmaatschap van de regerende politieke partij. Dit zou het mogelijk maken komaf te maken met de praktijken van de PASOK (Griekse sociaaldemocraten) en van rechts. De wijziging van de rekruteringscriteria paste in het kader dat de regerende ploeg wenste te geven aan de verhoudingen tussen partij en regering. Want zo kon men al te veel woeling voorkomen die door een te grote vervanging van het personeel zou ontstaan zijn. “Ze wilden de indruk vermijden dat ze zich wilden wreken op de partijen die voorheen aan de macht waren”, legt ons de journalist Nikos Sverkos uit. In feite waren Tsipras en zijn entourage (voornamelijk Pappas, Dragasakis en Alekos Flambouraris, minister van staat voor de regeringscoördinatie) er van overtuigd dat ze tot een beter compromis konden komen met de Europese instellingen door een vertrouwensrelatie met hen op te bouwen en door de meningsverschillen tussen de instellingen en de staten te gebruiken: het IMF tegen de Europese Commissie, de Verenigde Staten tegen Duitsland, enz. In deze optiek was het beter al te grote spanningen in Griekenland en al te grote onstuimigheid van de basis van de partij te vermijden .

Op bepaalde momenten heeft deze terughoudendheid verrassende gevolgen gehad. Zo is de gouverneur van de Bank van Griekenland, Yannis Stournaras, gewezen minister van financiĂ«n in de regering van Antonis Samaras, nooit vervangen geweest. Zelfs het Franse economische dagblad Les Echos verwonderde zich over de toegeeflijkheid van Tsipras jegens een man die “aan het begin van de jaren 2000 de koers bepaald heeft van de bank Emporiki, waarvan het bankroet het Franse CrĂ©dit Agricole meer dan 10 miljard euro gekost heeft”. Bovendien heeft hij “als adviseur bij de Griekse staatskas een belangrijke rol gespeeld in het toetredingsproces van Griekenland bij de euro, waarbij hij ingestemd heeft met het opsmukken van de cijfers, wat Europa belet heeft op tijd geĂŻnformeerd te zijn over de reĂ«le staat van haar economie” (8). Sinds Syriza aan de macht kwam werd haar onderhandelingsstrategie voortdurend bekritiseerd door de gouverneur van de Nationale Bank, vooral in de week voorafgaand aan het referendum.

De kwestie van het behoud van de euro

In het geval van de Nationale Bank ontbrak het nochtans niet aan vervangende kaders: de partijorganisatie voor het personeel van de banksector telt “meer dan 500 leden, waaronder directeurs van bankinstellingen of bestuurders met een technische ervaring”, vertelt ons Ă©Ă©n van haar leden. “We hadden een plan uitgewerkt voor de nationalisering van de banken alsook voor de niet terugbetaalbare leningen. Na de verkiezingen wachtten we op maatregelen, temeer gezien de kapitaalvlucht richting buitenland reeds begonnen was. Maar er werd niets ondernomen, en Dragasakis heeft op niemand van ons beroep gedaan”. Echter, volgens Tsipras is het de door de ECB veroorzaakte financiĂ«le verstikking en de dreiging van ineenstorting van het banksysteem die geleid hebben tot de ondertekening van het akkoord van 13 juli.

Sinds januari hebben de inwoners van de volkswijk van het Olympisch dorp geen enkele volksvertegenwoordiger over de vloer gekregen om hen te informeren of op hen beroep te doen. Sommigen vertrouwen ons toe dat de totstandkoming van een regering onder leiding van Syriza hen een ‘immense vreugde’ bezorgd heeft. Maar niettemin zijn ze van mening dat de leden van de regering zich nog steeds even ver van het volk bevinden dan vroeger. En ze begrijpen niet waarom het laatste akkoord ondertekend werd. Maar, in tegenstelling met wat het Links Platform verwachtte, hebben ze zich niet gemobiliseerd om zich er tegen te verzetten. Afgaand op de nog zichtbare affiches voor het ‘neen’ tijdens het referendum, was de interesse zeer variabel van wijk tot wijk in Athene. “Het zijn vooral de comitĂ©s waar wij [het Links Platform] in de meerderheid waren die de campagne gevoerd hebben”, verzekert Kouvelakis.

Voor het Links Platform is de ploeg van Tsipras heel vroeg zijn eigen koers beginnen varen, weg van de partij. En ze hebben geweigerd om de bevolking voor te bereiden op een eventuele uitstap uit de euro. Verwonderlijk? De verklaring van het stichtingscongres luidde: “Zoals blijkt uit het ordewoord Geen enkele offer voor de euro, is de absolute prioriteit voor Syriza het stoppen van de humanitaire catastrofe en het bevredigen van de noden van de samenleving”. Nochtans hebben Tsipras en Dragasakis zelfs voor de verkiezingen van januari gewaarschuwd dat zij Griekenland nooit uit de Eurozone zouden halen. Volgens de tegenstanders van het akkoord van 13 juli zou het idee dat  ‘de Griekse samenleving niet klaar is’ slechts een uitvlucht zijn: een keuzemogelijkheid bestaat pas werkelijk wanneer ze voorgesteld wordt, argumenteren ze. Hoe dan ook, indien de Grieken tot vandaag nog vasthouden aan de eenheidsmunt is dat vaak omdat ze op die manier hopen een ineenstorting van het banksysteem te vermijden. Dragasakis gaf toe: Berlijn was beter voorbereid op een ‘Grexit’ dan Athene (9).

Tijdens een publieke bijeenkomst die op 27 juli georganiseerd werd door ‘Iskra.gr’, de site van het Links Platform, onder het motto Het ‘neen’ werd niet overwonnen, werd het voorstel om terug een nationale munt in te voeren, zoals geformuleerd door Panagiotis Lafazanis, minister van herstructurering van de productie, van energie en milieu in de eerste regering Tsipras, met een daverend applaus ontvangen. Niettemin herhaalt Tsipras dat het ‘neen’ van 5 juli nooit een ‘ja’ aan de drachme betekend heeft (10). Sindsdien neemt dit debat, dat de hele samenleving doorkruist, een grote plaats in bij de verkiezingscampagne. De splitsing binnen Syriza, de omvorming van het Links Platform in een nieuwe beweging genaamd Volksunie, zal openlijk de vraag op de agenda plaatsen van welke wapens de Griekse linkerzijde zich kan bedienen bij het verzet tegen de chantage van de Europese instellingen.

 


(*) Baptiste Dericquebourg doceerde klassieke letteren in Athene

Referenties:

  1. Le Journal des rédacteurs, Athene, 1 augustus 2015.
  2. Tendens binnen Syriza die een radicaler programma verdedigt, met name de ontwikkeling van een plan voor de uitstap uit de euro. Één derde van de leden van het centraal comitĂ© maken deel uit van deze tendens.
  3. Interview voor de radio Sto Kokkino, 29 juli 2015. Het dagblad l’HumanitĂ© heeft hier stukken uit gepubliceerd in haar editie van 31 juli 2015.
  4. Costas Lapavitsas, “Sortir de l’euro, une occasion historique”, Le Monde diplomatique, juli 2015.
  5. Lees « Prendre le pouvoir sans perdre son ùme », Le Monde diplomatique, juni 2013.
  6. Lees Valia Kaimaki, « Média grecs en temps de crise » en « A AthÚnes, le médias à genoux », Le Monde diplomatique, respectievelijk maart 2010 en maart 2015.
  7. Lees Thierry Vincent, « Un espoir tempéré, la crainte des coups tordus », Le Monde diplomatique, februari 2015.
  8. Les Echos, Parijs, 20 juli 2015.
  9. ERT, 12 augustus 2015.
  10. Sto Kokkino, 29 juli 2015.

 

Reacties plaatsen niet mogelijk