7 oktober 2025 – De tweede verjaardag van de Hamas-inval in Israël is aanleiding voor tal van media om statistieken te publiceren over de omvang van de slachting die Israël sindsdien aanrichtte in Gaza. Het dodencijfer van 67.000 Palestijnen wordt vaak vermeld, maar veel minder dat dit ‘geregistreerde’ doden zijn. NRC voegt er op zijn minst aan toe dat volgens het toonaangevend medisch tijdschrift The Lancet er naar schatting 200.000 oorlogsdoden zijn, dat is één op de tien Gazanen. Van de gebouwen is 78% verwoest, 77% van de wegen, en van scholen blijft er maar 8% overeind. Van de 36 ziekenhuizen zijn er 22 verwoest, de overige functioneren nog min of meer.

Het gebrek aan medische infrastructuur, personeel en medicamenten maakt dat er voor veel gewonden maar één uitweg is: evacuatie en operatie in een buitenlands ziekenhuis. Naast de militaire controle op alle toegangswegen en de vereiste Israëlische toelating op evacuatie is er ook het probleem om een gastland bereid te vinden om de patiënt en zijn begeleiders (er zijn veel kinderen bij) te ontvangen. Het statistiekje dat NRC hierover publiceert zou alle Europese leiders met schaamrood moeten vervullen. Het aandeel van de EU in de medische opvang van de oorlogsslachtoffers is haast verwaarloosbaar:

Het blauwe blokje stelt dus de bijdrage van de EU-lidstaten voor: op een totaal van 7800 medische evacuaties waren er 299, nog geen 4%, naar een EU-lidstaat.  Niettegenstaande hiervoor een EU-budget bestaat, waren slechts een tiental landen bereid om een paar opnames toe te laten, de dringende bede van de Wereld Gezondheidsorganisatie, Artsen zonder Grenzen, Rode Kruis  en anderen ten spijt. Wat houdt hen tegen? De Belgische minister van Buitenlandse Zaken Prévot zei het zelf: een dergelijke evacuatie is in feite een vorm van migratie, er kan twijfel bestaan over de terugkeer…  Iets meer dan de helft van de Nederlandse Tweede Kamer stemde op 1 oktober tegen een SP-motie die tijdelijke medische opvang van gewonde Gazanen bepleitte. De Tweede Kamer volgde daarmee het regeringsstandpunt “dat opvang best in de regio gebeurt”. De dag na de stemming liet het kabinet weten dat ze nu overwegen om toch enkele kinderen op te nemen “maar hun aantal zal zeer beperkt zijn”, aldus minister Van Weel.