Komende evenementen

Het economische beleid van Labour: Een hele uitdaging voor de boeg

door Michael Roberts (*)
28 november 2019

 

Welke regering ook in het Verenigd Koninkrijk (VK) wordt gevormd na de verkiezingen van 12 december, deze staat voor een enorme uitdaging. De Britse economie is een puinhoop en haar samenleving is verscheurd door verdeeldheid.

Na tien jaar bezuinigingsmaatregelen onder de conservatieve/liberaal-democratische regeringen zijn openbare diensten en sociale uitkeringen tot op het bot beperkt. Het Britse staatspensioen is het laagste in Europa! De National Health Service (NHS), na te zijn uitgehold door outsourcing en interne privatisering en vervolgens door gebrek aan geld, staat aan de afgrond. Sociale zorg voor ouderen en zieken is gedecimeerd en/of afschuwelijk duur. De groepsgrootte in schoolklassen is hoger dan ooit, hogescholen gaan failliet en studenten steken zich diep in de schulden. Het woningtekort is zo erg dat jongeren gedwongen worden om thuis te wonen bij hun ouders of in overvolle, ongeschikte particuliere huuraccommodaties. Vervoer is een dure nachtmerrie: de prijzen voor spoor, energie en brandstof behoren tot de hoogste in Europa.

De ongelijkheid van vermogen en inkomen is even groot als in de jaren dertig. Terwijl Groot-Brittannië beschikt over 135 miljardairs, zijn 14 miljoen mensen officieel geclassificeerd als arm en leven 4 miljoen kinderen in armoede. Regionale verschillen in levensstandaard tussen Londen en het zuidoosten en de rest van het VK zijn de grootste in Noord-Europa. Miljoenen werken in de slecht betaalde zelfstandige ‘gig’-economie 1, en een miljoen mensen werken op nul-uren-contracten, vaak voor lonen onder het officiële minimumloon; terwijl gehandicapten en zieken worden teruggedrongen naar banen met lage lonen door het intrekken van uitkeringen.

Dit alles, terwijl de Britten verdeeld zijn over de vraag of het beter is om de Europese Unie te verlaten of niet; of Schotland en Noord-Ierland met de Unie moeten breken; en of immigratie goed of slecht is voor de economie en de samenleving.

Het belangrijkste is dat op economisch vlak de groei van de nationale productie in Groot-Brittannië vertraagt, terwijl de bevolking groeit, waardoor het steeds moeilijker wordt om de middelen te bieden om deze uitdagingen aan te gaan. De economische groei van Groot-Brittannië verdwijnt snel. De kapitalistische sector van de Britse economie is er niet in geslaagd te voorzien in de behoeften van mensen, hoewel het hogere winsten en huizenprijzen en een bloeiende aandelenmarkt voor de rijken heeft opgeleverd. Het reële beschikbare inkomen per hoofd is min of meer gestagneerd sinds het einde van de Grote Recessie, de langste periode in 167 jaar! (zie Fig. 1)

 

Fig. 1 – Reëel besteedbaar inkomen (in Britse pond) per hoofd van de Britse bevolking, 1979 – 2017. ‘Reëel’ betekent gecorrigeerd voor inflatie, ‘besteedbaar’ is na aftrek van belastingen. Het betreft een gemiddelde per persoon over de hele bevolking. Bron ONS-IHXZ.

 

Dat komt omdat investeringen van grote bedrijven krimpen (Fig. 2), deels vanwege de onzekerheid over wat er na de Brexit zal gebeuren en deels omdat zowel binnenlandse als buitenlandse investeerders niet langer veel rendement verwachten van investeringen in Groot-Brittannië. Door dalende investeringen ontstaat lage groei in wat elke werknemer in Groot-Brittannië kan produceren. En lage productiviteitsgroei betekent permanente lage economische groei.

 

Investeringen

Fig. 2 – De investeringen in het Verenigd Koninkrijk (VK) zijn laag, en verlagen nog systematisch. Getoond zijn de bruto investeringen in vaste activa (machines, fabrieksgebouwen…) als percentage van het bbp, 1970 – 2014. Groene curve: VK, blauwe: China, zwart: eurozone, grijs: OESO-gemiddelde. Bron: Wereldbank.

 

De reële productie per gewerkt uur (Fig. 3) steeg tussen 2007 en 2016 met slechts 1,4%. Binnen de G7 presteerde alleen Italië slechter (-1,7%). Met uitzondering van het VK hebben de G7-landen deze periode een productiviteitsverhoging van 7,5% gekend, geleid door de VS, Canada en Japan. Bovendien is de ‘productiviteitskloof’ voor het VK – het verschil tussen de output per uur in 2016 en de trend van vóór de crisis – min 15,8%, terwijl die kloof voor de G7 (zonder het VK) min 8,8% is.

 

Fig. 3 – Reële productie per gewerkt uur, 1995 – 2017. ‘Reëel’ betekent gecorrigeerd voor inflatie. De productie per gewerkt uur werd voor 2007 op 100 gesteld. Oranje curve : VK, grijze curve: de G7 zonder het VK.

 

Het Britse kapitalisme is een ‘rentenierseconomie’, 2 geconcentreerd op financiële diensten, onroerend goed en zakelijke dienstverlening, meer dan elke andere grote economie. De City of London heeft geholpen om de wereldwijde financiële crash en de enorme malaise in 2008-9 te activeren en heeft sindsdien niets gedaan om Britse bedrijven, met name kleinere, te ondersteunen. Leningen aan kleinere bedrijven zijn gedaald. In plaats daarvan zijn bankleningen in onroerend goed gestoken. De productieve sectoren van Groot-Brittannië (productie, professionele wetenschappelijke en technische activiteiten, informatie & communicatie en administratieve en ondersteunende diensten) zijn goed voor 28,7% van het reële bruto binnenlands product (bbp). Maar bankleningen aan deze vier sectoren bedragen slechts 5,5% van het bbp. Dit is minder dan het totaal van de uitstaande leningen aan bedrijven die onroerend goed kopen, verkopen en verhuren (6,9% van het bbp).

Wat moet er bijgevolg gedaan worden? Het verkiezingsmanifest van de Britse Labour-partij 3 gaat de uitdaging aan. Het belangrijkste onderliggende probleem waar het allemaal van afhangt, is het vinden van een manier om een verhoging tot stand te brengen op gebied van investeringen in meer productiviteitsverhogende projecten en in beter opgeleide en geschoolde werknemers, tewerkgesteld in fatsoenlijke omstandigheden en met een behoorlijk loon. In dit verband doet Labour serieuze pogingen om de achteruitgang van de Britse industrie te keren.

Ten eerste wil het een Green New Deal starten die middelen weghaalt van niet-productieve activiteiten en zich in plaats daarvan richt op het terugdringen van de versnelling in het broeikaseffect door te investeren in duurzame energieprojecten en honderdduizenden stageplaatsen aan te bieden voor geschoolde banen in groene projecten.

Ten tweede wil het plan van Labour de belangrijkste energie- en waterbedrijven weer in publiek bezit brengen, waardoor het plunderen van het publiek door de huidige particuliere monopolies wordt beëindigd. Spoor- en busvervoer zullen ook terugkeren naar de publieke sector, waardoor de verspillende anarchie van uitbestede routes en inefficiënte en dure lokale busdiensten wordt beëindigd. En Labour zal ernaar streven om binnen tien jaar gratis supersnel breedbandinternet aan elk huishouden te leveren, tegen de helft van de kosten die de particuliere sector zou uitgeven, door de breedbanddivisie van BT over te nemen. En het zou de Royal Mail terug in publiek eigendom brengen. Van de grootste bedrijven wordt verwacht dat zij hun werknemers aandelen in het bedrijf geven met vertegenwoordigingsrechten in ondernemingsraden. En collectieve onderhandelingsrechten zouden worden hersteld, waardoor de anti-vakbondswetten van Thatcher worden teruggedraaid. Deze maatregelen zullen  een nieuwe impuls geven aan investeringen en banen.

En ten derde zal Labour de publieke investeringen uitbreiden om te compenseren voor het falen van bedrijven om te investeren. Labour zal een strategische investeringsraad instellen om R&D, commerciële diensten en informatiestromen te coördineren. Het zal een staatsinvesteringsbank oprichten om £ 25 miljard te investeren in projecten en infrastructuur. Het zal een nieuwe bankdienst voor kleine bedrijven starten op basis van het postkantoor.

Hoe wordt dit allemaal betaald? Welnu, onder de bestaande omstandigheden is Labour van plan de inkomstenbelasting te verhogen voor de hoogste 5% van de inkomens (dat wil zeggen meer dan £ 80.000 per jaar). Bedoeld om de ontbrekende belastingen op te vangen die door ontduiking of weggesluisd via belastingparadijzen momenteel niet worden betaald door grote bedrijven en rijken – wat wordt geschat op $ 25 miljard per jaar! Labour zou bereid zijn om de overheidsleningen te verhogen om meer uitgaven aan gezondheidszorg, onderwijs en sommige van de projecten op langere termijn te financieren. Aangezien de rentetarieven het laagst in 60 jaar zijn, zullen de financieringskosten weinig toevoegen aan de jaarlijkse budgetkosten. Ook zullen geplande investeringen, een verhoogde productiviteit en groei meer belastinginkomsten moeten opleveren. Naar schatting zullen de kosten van nationalisatie van energie, spoor, water en telecommunicatie binnen zeven jaar met de inkomsten van deze sectoren kunnen worden gedekt. 4

In tegenstelling tot de reacties in de media, zou dit het VK niet de hoogste  overheidsuitgaven van de grote economieën bezorgen. Zoals de Resolution Foundation aantoont, zou de omvang van de overheidsuitgaven als aandeel van de totale jaarlijkse uitgaven tot ongeveer 45% van het bbp stijgen, iets boven het gemiddelde van de OESO-economieën (Fig. 4).

 

Fig. 4 – Overheidsbestedingen als percentage van het bbp in 2018 (voor de US 2017). De rode baar betreft de Labourplannen voor 2023-2024; men ziet dat deze slechts lichtjes boven het OESO-gemiddelde en Duitsland uitkomen.

 

Zoals Simon Wren-Lewis in een uitgebreide bericht zegt: “Een andere manier om het te stellen is dat het VK dichter bij het Europese gemiddelde zal komen en verder weg van het niveau van de VS en Canada.” 5

Kan dit plan werken om van Groot-Brittannië een meer welvarende, meer gelijke en meer verenigde samenleving te maken? Veel hangt af van drie dingen. Ten eerste, kan slechts één staatsbank en investeringsraad echt genoeg zijn om de renteniereconomie van Groot-Brittannië om te turnen naar werkgelegenheid in meer productieve sectoren? Labour stelt niet voor om de grote vijf banken of de grote verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen onder publieke controle te brengen. 6 Toch zullen deze het grootste deel van de potentiële investeringsfinanciering blijven leveren (in het beste geval ongeveer 15% van het BBP vergeleken met hoogstens 4% vanwege de staat). Dat zal het vermogen van een Labour-regering om echte verbeteringen in investeringen, diensten en inkomens te leveren, verzwakken. 7 De belasting- en andere maatregelen van Labour om inkomsten en rijkdom van de superrijken naar de rest te verdelen, zijn ook zeer beperkt. Hoewel Labour van plan is de jaarlijkse toename van de uitgaven aan de NHS met 4% per jaar te verhogen, is dat inderdaad nog steeds minder dan onder de regering Blair en is het nauwelijks genoeg om te voorzien in de behoeften van een vergrijzende bevolking. En de maatregelen van Labour zullen slechts een kleine deuk veroorzaken in de extreme niveaus van ongelijkheid.

Ten tweede is er de onvermijdelijke reactie van grote bedrijven en de media. Ze zullen vastberaden te keer gaan om de Labourplannen te dwarsbomen en om te keren, en elk teken van falen zal worden aangegrepen. En dus is er een serieus risico dat de relatief bescheiden plannen van Labour om de rijkdom en macht in het land weer in evenwicht te brengen, kunnen verzanden. Grote bedrijven en de rijken hebben al gedreigd hun investeringen en geld naar elders te brengen en de machtsovername van een radicale Labourregering kan heel goed leiden tot wat ‘kapitaalvlucht’ wordt genoemd, met een ‘run’ op de waarde van het pond als gevolg en een verhoging van de rente. Labour moet mogelijk ingrijpender maatregelen nemen, zoals kapitaalcontrole. Zonder controle op de grote banken zal de munt worden bedreigd door het financieel terrorisme.

En ten derde, en het belangrijkste, is de grote kans op een nieuwe wereldwijde instorting van productie, investeringen en werkgelegenheid. De Grote Recessie ligt tien jaar achter ons, de grootste wereldwijde malaise sinds de jaren 1930. Een nieuwe recessie had zich normaal al moeten aandienen, maar er zijn tekenen dat ze eraan komt, 8 omdat de grote economieën aanzienlijk vertragen en de handels- en technologieoorlog tussen de VS en China intensiever wordt, 9 waardoor de groei van de wereldhandel wordt weggevaagd. Volgend jaar rond deze tijd zou de nieuwe Britse regering geconfronteerd kunnen worden met Britse ondernemingen die failliet gaan, werknemers ontslaan en een investeringsstaking beginnen.

De enige manier waarop de impact van een dergelijke recessie zou kunnen worden verminderd, is als Labour de controle overneemt over wat vroeger de ‘besturingscentra van de economie’ werden genoemd: de banken, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen en de belangrijkste strategische sectoren in Groot-Brittannië, de belangrijkste productie-, energie- en andere productiesectoren. Alleen dan zou een nationaal plan voor investeringen en banen en de bestrijding van klimaatverandering mogelijk kunnen zijn, omdat het niet zou berusten op kapitalistische investeringen. Het huidige economische beleid van Labour voldoet daar niet aan. In plaats daarvan sluiten de leiders en adviseurs van Labour dergelijke drastische maatregelen uit omdat ze denken dat ze niet nodig zullen zijn en in plaats daarvan ‘een gereguleerd en beheerd kapitalisme’ nog steeds in de behoeften van het Britse volk kan voorzien. De geschiedenis leert ons anders.

 


(*) Michael Roberts is een marxistisch econoom, de auteur van The Great Recession: a Marxist view (2009) en The Long Depression: Marxism and the Global Crisis of Capitalism  (2016). Hij schrijft uitvoerig op zijn blog. waar ook dit artikel verscheen op 23 november 2019. Nederlandse vertaling door Ander Europa.

 

Voetnoten

  1. Een ‘gig economy’ is een economie waar tijdelijk werk normaal is en waarin zelfstandige arbeidskrachten voor een specifiek project worden ingehuurd, en vaste banen worden ingeruild voor kortlopende klussen.
  2. Zie Michael Roberts, The rentier economy.  
  3. Voor een overzicht ervan, zie Ander Europa, Het Labour Manifesto 2019: strijdros voor 12 december [Noot van de vertaler]
  4. The Independent 14 nov. 2019, Nationalising water, energy and Royal Mail would pay for itself within seven years, research says  
  5. Zie mainly macro, Is Labour’s economic plan credible?  
  6. Zie Banking as a public service
  7. Zie Models of public ownership
  8. Zie A global manufacturing recession
  9. Zie Global slump: the trade and technology trigger

 

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *