Komende evenementen

‘Vader van de euro’ werd 90

door Herman Michiel, 21 juli 2015

Gisteren werd Jacques Delors 90 jaar; wegens zijn ‘uitzonderlijke verdiensten’ wordt hij de derde Ereburger van Europa, na Jean Monnet en Helmut Kohl. Het ereburgerschap van dit Europa is volledig terecht, want de 10 jaar (1985-1995) van zijn voorzitterschap van de Europese Commissie waren doorslaggevend voor de volledige neoliberalisering van het Europees project. Onder luid applaus (en met heel wat inbreng) van businesslobby’s als de European Round Table of Industrialists stelde hij bij het begin van zijn legislatuur het Witboek voor de voltooiing van de interne markt voor. ODelors-Thatcherp het eind van zijn legislatuur kon hij zich de vader van de toekomstige euro noemen, nadat het Verdrag van Maastricht (1992) het licht op groen had gezet voor de Europese Muntunie. Toen vanaf 2010 steeds duidelijker werd wat deze muntunie zoal kan aanrichten, probeerde hij dat vaderschap te ontkennen, maar het is moeilijk de tienduizenden bladzijden EU-literatuur te vernietigen die zijn vaderschap bewijzen.

Een van de mysteries van de Europese politiek is hoe Delors niet alleen bejubeld werd door de businesslobby’s, maar ook nog eens doorgaat als een voorvechter van het ‘Sociaal Europa’. Ook vandaag nog wordt in sociaal-democratische kringen met nostalgie verwezen naar het tijdperk Delors; de uitbreiding van de markt zou toen gepaard gegaan zijn met een uitbreiding van de sociale rechten. “Wat we missen, is de moed van een Jacques Delors“, zei sp.a-europarlementslid Kathleen Van Brempt onlangs in verband met de sociaal-democratische opstelling in de Griekse crisis [i]. Delors is inderdaad een telg uit de Franse Parti Socialiste, was verschillende keren minister in socialistische kabinetten, en was in het begin van zijn carrière zelfs actief in de Franse christelijke vakbond CFTC (die later de CFDT zou worden).

Het was ongetwijfeld dit curriculum dat iemand als Georges Debunne (1918-2008) hoopvol stemde bij Delors’ aantreden als commissievoorzitter in 1985. De strijdbare reformist Debunne was als secretaris-generaal van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) in 1982 voorzitter geworden van het Europees Vakverbond, dat hij ook mee opgericht had in 1973. In Wanneer een sociaal Europa? beschrijft hij het initieel enthousiasme bij het aantreden van Delors, en de grondige ontgoocheling die er vlug op volgde. We citeren hieronder een aantal passages uit dit boekje [ii].

 

 

Sociale dialoog, volgens Delors

 

Een nieuwe Europese Commissie, een nieuwe start. De titel van het persbericht dat het EVV uitgaf, wees op het hartelijk onthaal van Jacques Delors als voorzitter van de Europese Commissie en van de nieuwe commissaris Pfeiffer, die door Duitsland was benoemd en voordien deel uitmaakte van het uitvoerend bestuur van het EVV. De nieuwe aanstellingen wekten hoopvolle verwachtingen en de vooruitzichten waren inderdaad uitstekend. De toespraak van J. Delors in het Europees Parlement op 14 januari 1985 was zeer beloftevol.‘De lidstaten en ondernemingen proberen winst bij hun concurrenten weg te kapen, met achteruitgang op sociaal vlak tot gevolg.(…) Europa kan niet gebouwd worden in een vorm die indruist tegen de sociale vooruitgang. De sociale partners moeten hervormingen bespreken. Anders gezegd, het collectief overleg moet een hoeksteen van onze economie blijven. Daarom moeten we inspanningen leveren om een zekere overeenstemming op communautair niveau te verzekeren. Het is precies daarom dat ik eerder de idee van de Europese Collectieve Arbeidsovereenkomsten aanhaalde, alleen zo kunnen we het noodzakelijke kader creëren om de eenheidsmarkt te realiseren.’

De Commissie heeft de ‘grote koppen’ van de Europese vakbonden en werkgeversorganisaties een hele dag samengebracht in Hertoginnedal, op 31 januari 1985. Die ontmoeting was positief en succesvol; alles wees erop dat we eindelijk licht aan het einde van de tunnel zouden zien. In een officieel verslag lezen we:

‘De idee om de economische groei te stuwen, met name op het vlak van de openbare infrastructuren, is niet ongepast. Jacques Delors zag twee domeinen waarop een communautaire dialoog mogelijk was. Enerzijds de arbeidsmarkt, de arbeidsorganisatie en de arbeidsherverdeling, en anderzijds de invoering van nieuwe technologieën. Compromissen zijn a priori wenselijk en moeten het pad van collectieve onderhandelingen bewandelen. De UNICE [iii] en het EVV kunnen elkaar vinden in die twee eerder vermelde thema’s. In juni zou een balans opgemaakt moeten worden van die contacten, zodat we daarna de meest werkbare voortzetting kunnen bekijken.

 

Maar dan komt de ontgoocheling:

 

De voorzitter van de Commissie [Delors] besloot met de verklaring dat hij niet van plan was om op die domeinen gebruik te maken van richtlijnen (Europese wetten), waarmee hij volgens mij een strategische vergissing maakte. Het vertrouwen dat ik in hem stelde, was verdwenen.
Het enthousiasme was van korte duur. De balans van de contacten tussen de UNICE en het EVV, die in juni opgesteld moest worden, is er nooit gekomen. De UNICE wijzigde zijn koers en de nieuwe woordvoerders spraken een hardere taal.(…) Door de scheefgetrokken machtsverhoudingen ondertekende het EVV controversiële akkoorden en compromissen, die ons enkele zoethoudertjes gunden met betrekking tot het ouderschapsverlof, deeltijdse arbeid, de contracten voor bepaalde duur, maar die toch vooral aansloten op een liberaalsysteem dat door het kapitaal wordt gedomineerd, uitsluitend wordt geleid door winstbejag en zich constant op het concurrentievermogen beroept.

 

Jacques Delors een groot Europees leider ? Zeker, maar dan voor het Europees kapitaal, geenszins voor het ‘sociaal Europa’ waarmee hij te vaak en te onkritisch vereenzelvigd wordt.

 


[i] Ander Europa, Interview met sp.a-europarlementslid Kathleen Van Brempt, 17 maart 2015.

[ii] Georges Debunne, Wanneer een sociaal Europa? Uitgegeven door ABVV-Brussel/FGTB- Bruxelles, met een voorwoord door Corinne Gobin, voorstelling door Marie-Paule Connan en nawoord door Mia De Vits. Een verschijningsdatum ontbreekt, blijkbaar geactualiseerd verschenen in 2005 na de Franstalige versie A quand l’Europe sociale? verschenen in het najaar van 2003 bij Editions Syllepse, ISBN 2-84797-074-6.

[iii] UNICE, de Europese werkgeversorganisatie, die nu Business Europe heet.

 

Reacties plaatsen niet mogelijk