Komende evenementen

‘Aparte alliantie’ van La France Insoumise bij de Europese verkiezingen

 

Fabien Escalona
19 april 2024

 

Fabien Escalona is een Frans politoloog, met een doctoraat gewijd aan de sociaaldemocratie in Europa. Hij werkte de voorbije zes jaar als journalist bij Mediapart.

Dit artikel verscheen op 16 maart onder de titel Européennes: les Insoumis font “alliance à part” au sein de la gauche radicale op de (betalende) Franse online nieuwssite Mediapart. Mediapart doet vooral aan onderzoeksjournalistiek en werd in 2008 mede opgericht door journalisten die zich niet langer met de redactionele politiek van Le Monde konden verzoenen.
We danken Fabien Escalosa voor de toelating tot vertaling en publicatie van zijn analyse.

Situering van het artikel

In onze bespreking Het bewegende landschap van links in Frankrijk werd al vermeld dat de linkse electorale alliantie NUPES rond Mélenchon’s LFI (La France Insoumise) uiteengevallen was en niet als dusdanig zou deelnemen aan de Europese verkiezingen. Maar de moeilijkheden voor linkse samenwerking zijn niet tot Frankrijk beperkt, en spelen ook binnen de Europese structuren van links, nl. de linkse fractie in het Europees Parlement en de Partij van Europees Links [i]. La France Insoumise speelt hierin ook een belangrijke rol en het is hierover dat het artikel van Escalona handelt. Als achtergrond is ook V. Bortun’s artikel Voor Europees links is internationale solidariteit meer retoriek dan realiteit nuttig. (hm)

 

Op het Franse politieke toneel is de identiteit van de Europese lijst van La France insoumise (LFI), geleid door huidig Europarlementslid Manon Aubry, vrij duidelijk. Enerzijds moet de samenstelling ervan getuigen van een “volkse unie” waarbij de andere linkse partijen zich niet zouden hebben willen aansluiten. Anderzijds is de politieke ambitie om te verschijnen als het “vredeskamp”, en te werken aan een breuk met de bezuinigings- en vrijhandelsdogma’s van de Europese Unie (EU).

Tegelijkertijd voert Manon Aubry op het Europese toneel campagne voor Nu het volk! [ii], een alliantie die grotendeels onbekend is bij het grote publiek. Het bijzondere van deze alliantie is dat er een aanzienlijk deel van de radicaal-linkse politieke familie bij betrokken is die sinds 2004 al over een Europese partij beschikt, de Partij van Europees Links. Net zoals de sociaaldemocraten, de groenen en de liberalen hun eigen Europese partij hebben, zou de Partij van Europees Links de krachten moeten bundelen die willen breken met het dominante economische en sociale model.

Sinds 24 februari 2024 heeft de Partij van Europees Links (PEL) ook een Europees manifest voor de verkiezingen van 9 juni, en een leider in de persoon van Walter Baier, die al in december 2022 tot voorzitter van de PEL werd verkozen. In EU-jargon is deze Oostenrijkse communist de Spitzenkandidat van de PEL, d.w.z. de persoon die naar het voorzitterschap van de Europese Commissie zou worden gestuurd in het – meer dan onwaarschijnlijke – geval van een overwinning.

Maar het was buiten dit institutionele kader dat Manon Aubry en haar medestanders een gezamenlijke verklaring aannamen in Parijs op 17 november 2023. Deze werd ondertekend door de officiële leden van Nu het volk! , te weten La France Insoumise, Enhedslisten (Denemarken), Podemos (Spanje), de Finse Linkse Alliantie (Vasemmistoliitto), het Portugees Links Blok (Bloco) en de Zweedse Linkse Partij (Vänsterpartiet). [iii] De verklaring roept op voor een “een project van radicale breuk” als “de stem van de werkenden, van allen die achterblijven en van degenen die vechten voor onze planeet“.

Vervolgens werd op 16 februari 2024 in Kopenhagen een top bijeengeroepen die ook openstond voor andere partijen. Daar kwamen een aantal engagementen uit voort, zoals het belasten van superwinsten, het beëindigen van de “absurde begrotingsregels” en “eerlijke handel”. Van de ongeveer vijftien aanwezige partijen ondertekenden een tiental de tekst, waaronder de zes officiële leden van Nu het volk!, evenals het Baskische EH Bildu, Déi Lénk (Luxemburg), Sinistra italiana en zelfs Die Linke. [De laatste twee zijn ondertussen ook lid geworden. Nvdr]

“We willen een flexibel kader voor samenwerking creëren om een duidelijk alternatief te bieden voor het huidige systeem van EU medebeheer, verklaart Manon Aubry aan Mediapart. Meer in het algemeen is het ons doel om een links model voor de 21e eeuw te definiëren. We willen een politiek voorstel doen dat sociale en klimaatkwesties samen aanpakt, om zo een radicale verandering in het economische model teweeg te brengen.”

Aubry ontkent elk idee van concurrentie met de Partij van Europees Links, waarvan sommige leden van Nu het volk! volwaardig lid zijn, terwijl LFI er slechts waarnemer is. Maar ze rekent erop politieke formaties aan te trekken die op 9 juni waarschijnlijk gekozen vertegenwoordigers naar het Europees Parlement zullen sturen, zoals regionale partijen in Spanje en Razem in Polen. Het initiatief legt de historische zwakte bloot van pogingen tot samenwerking tussen radicaal linkse partijen. Manon blijft overigens zeer bescheiden, wat scepsis oproept bij buitenstaanders.

 

Een netwerk met aanhangers die zich losmaken van de communistische traditie

Nu het volk! lijkt deels complementair te zijn met de meer institutionele Partij van Europees Links, maar ook deels een concurrent ervan. Om te begrijpen hoe het zover is gekomen moeten we teruggaan naar de ontstaansgeschiedenis.

Het begon allemaal in 2015, na de capitulatie aan haar Europese schuldeisers van de regering onder leiding van Syriza, de Griekse radicaal-linkse partij. Tussen januari 2016 en maart 2017 werden een half dozijn “Plan B-toppen” gehouden [iv] om te breken met het Europa van de bezuinigingen, waarbij overwegingen over ongehoorzaamheid aan de verdragen of zelfs uittreding uit de eurozone werden besproken.

Het proces gaat niet verder dan deze voorbijgaande bijeenkomsten. Maar het vormt wel de basis voor de lancering van Nu het volk! in Lissabon in april 2018. Onderzoeker Vladimir Bortun, auteur van een boek over een decennium dat verloren was op het gebied van linkse samenwerking over de grenzen heen spreekt zelfs van een “plan B 2.0”. De eerste oprichters – LFI, de Spanjaarden van Podemos en de Portugezen van Bloco – kregen al snel de steun van Scandinavische partijen, die van oudsher wantrouwig staan tegenover de Europese integratie.

Het is echter niet zozeer de radicale kritiek op de EU die de ruggengraat van het bondgenootschap vormt. Sinds 2018 zijn de noties van uit de euro stappen of ongehoorzaam zijn aan de verdragen afgezwakt, of zelfs in rook opgegaan. Sommige leden, zoals Podemos, hebben ze zelfs nooit echt in overweging genomen. Anderzijds maken de betrokken partijen deel uit van de nieuwste component van radicaal links, aanhangers van een uitgesproken cultureel liberalisme en die niet alleen strijden tegen het neoliberalisme maar ook het productivisme in vraag stellen.

“Het is een alliantie die partijen samenbrengt die openstaan voor milieu- en feministische kwesties, die overtuigd zijn van een discursieve lijn waarin de wil van het volk en klimaatrechtvaardigheid centraal staan, analyseert politicoloog Vincent Dain. De oprichting van ‘Nu het Volk’ weerspiegelt de wens van LFI en Podemos om meer controle over te nemen van de partijen van de communistische traditie, die sterk waren in bestaande organisaties zoals de Partij van Europees Links”.

Het belang om afstand te nemen van de communistische identiteit en invloed bestond in feite bij alle drie de initiatiefnemers van de alliantie. In Spanje en Portugal werden Podemos en Bloco opgebouwd in rivaliteit met al lang bestaande communistische partijen. In Frankrijk brak Jean-Luc Mélenchon tussen eind 2015 en begin 2018 met het Front de Gauche, waarin de aanwezigheid van de Communistische Partij (PCF) hem moeilijk lag.

“De communisten hebben traditioneel een aanzienlijk gewicht in de Partij van Europees Links, omdat zij er de oprichters van waren”, aldus Europees parlementslid Emmanuel Maurel, die op de LFI-lijst voor de Europese verkiezingen van 2019 werd verkozen maar nu op de PCF lijst staat voor de verkiezing in juni. “Pierre Laurent [PCF] was lang voorzitter van de Partij van Europees Links [van 2010 tot 2016]. Maar Mélenchon en anderen zien de communisten als een storende kracht.”

 Tussen de communisten en de meer “rood-groene” culturen ontbreekt het niet aan geschilpunten, bijvoorbeeld over de plaats die kernenergie en gas moeten krijgen in de energievoorziening. Maar de drang om los te komen van de functioneringswijze van de Partij van Europees Links wordt mede verklaard door het feit dat het een institutionele machine is die moeilijk te hanteren en weinig dynamisch is.

Toegegeven, de Partij van Europees Links telt nu bijna dertig aangesloten partijen. Er ontbreken echter nog belangrijke organisaties en de bestaande heterogeniteit blijkt al lastig te zijn in termen van coördinatie. Het interne besluitvormingsproces, gebaseerd op consensus, helpt de zaken ook niet vooruit, want het kan leiden tot traagheid in de besluitvorming en het kiezen voor de kleinste gemene noemer. Zelfs vandaag de dag is de Partij van Europees Links een van de zwakste transnationale partijen in de EU.

 

Bij de Europese “linkerzijde van links” is de samenwerking minimaal

Deze zwakte komt tot uiting in het gebrek aan coördinatie tussen de Partij van Europees Links en de linkse fractie in het Europees Parlement (vroeger aangeduid als GUE/NGL), waarvan Manon Aubry covoorzitter is samen met de Duitser Martin Schirdewan (Die Linke). Deze fractie is overigens nog eclectischer dan de Partij van Europees Links, met een grote kloof tussen enerzijds orthodoxe communistische verkozenen die vasthouden aan een verouderd ideeëngoed (zoals de Portugese of Tsjechische KP) en anderzijds verkozenen van de ecologische school (zoals de Nederlandse Dierenpartij).

“We zijn erin geslaagd overeen te komen over de essentie: de strijd tegen de vrijhandel en de bezuinigingen”, verdedigt Manon Aubry zich, die ook gelooft dat “gedurende deze parlementaire periode onze politieke identiteit sterker geworden is omdat we ons hebben uitgesproken over belangrijke kwesties waarin we ons hebben onderscheiden van de rest van het Europees Parlement”. Maar uit stemstatistieken blijkt dat, in vergelijking met de andere progressieve fracties, de radicaal linkse fractie (GUE/NGL) het minst op één lijn zit in het hele Parlement (hoewel wel meer dan de extreem-rechtse fracties).

Diezelfde statistieken wijzen er echter ook op dat de interne cohesie zwakker is dan die van de sociaaldemocraten en vooral dan die van de Groenen. “Het is een confederale fractie met volledige stemvrijheid voor de delegaties, legt Emmanuel Maurel uit. De heterogeniteit is het grootst bij veiligheids- en defensiekwesties en ook bij milieukwesties.” We kunnen hier de opvattingen over de Europese integratie zelf aan toevoegen, aangezien de stemmen van de fractie het meest verdeeld zijn als het gaat om beslissingen over de uitbreiding van de Unie of de herziening van de verdragen.

Naast deze historische verdeeldheid over de relatie tot de EU, wijst de politicoloog Vladimir Bortun op andere factoren die de interne samenwerking binnen radicaal links belemmeren. Aan Mediapart verklaart hij dat “de partijen die er deel van uitmaken veelal de materiële middelen ontberen die nodig zijn voor duurzame transnationale activiteiten, want ze hebben weinig toegang tot overheidssteun (door een gebrek aan electoraal succes) of tot rijke schenkers (in tegenstelling tot extreemrechts). En ondanks het internationalisme waar radicaal links prat op gaat, geeft het prioriteit aan de nationale politieke arena. Dit is niet alleen te wijten aan haar beperkte invloed op Europees niveau. Het is ook een weerspiegeling van een reformistische visie die politiek vooral ziet in termen van scoren binnen de instituties en niet genoeg in termen van het opbouwen van volksmacht van onderaf.”

 

Sterke en zwakke punten van Nu het volk!

 Is Nu het Volk! in staat deze structurele moeilijkheden te overwinnen? De ideologische en strategische cohesie lijkt groter dan binnen de linkse fractie of de Partij van Europees Links, wat in theorie gezamenlijke activiteiten zou moeten vergemakkelijken. Haar identiteit lijkt ook beter aangepast aan de bekommernissen van de hedendaagse maatschappij en de jongere generaties, in vergelijking met partijen die nog steeds getekend zijn door de communistische identiteit van de twintigste eeuw. Die staan lokaal wel soms sterk, maar zijn op wereldvlak structureel in verval.

Het moet echter gezegd worden dat de activiteiten van Nu het Volk! tussen de oprichting en de huidige heropleving erg mager zijn geweest. Op de homepage van haar website vindt men geen enkele nieuwe melding tussen de aankondiging van een “nieuw begin” na de Europese verkiezingen van 2019 en de publicatie in november 2023 van de gezamenlijke verklaring. “Zowel Plan B als Nu het volk! zijn zeer geïnstitutionaliseerde aangelegenheden gebleven”, betreurt Vladimir Bortun, die spreekt van een “nogal elitair project“, voorlopig althans.

De alliantie heeft ook af te rekenen met de neergang van een van haar stichtende leden, Podemos. “De polls voorspellen een score van ongeveer 2% in de Europese verkiezingen”, zegt Vincent Dain, een van de specialisten over deze partij. “Het genereuze stemsysteem [v] zou de partij nog wel in staat kunnen stellen om Irene Montero naar het Europees Parlement te sturen, wat een minimale institutionele aanwezigheid zou garanderen. Maar het verlies aan schwung en invloed is enorm.”

Om deze crisis te pareren is de gok van Podemos om het over zich heen te laten gaan en te wachten tot de Sumar-coalitie [vi], waardoor ze verslagen werd aan de linkerzijde, haar geloofwaardigheid verliest door zo dicht aan te sluiten bij haar centrumlinkse bondgenoot, de PSOE die de regering leidt. Niets wijst er echter op dat Podemos nog steeds een geloofwaardig alternatief zou kunnen bieden. Ondertussen zijn er steeds meer ontmoetingen tussen Sumar en de Europese Groenen, die het wel zouden zien zitten om Sumar-verkozenen op te nemen in de Europese groene fractie.

De neergang van Podemos symboliseert het einde van een periode die werd gekenmerkt door de strijd tegen de bezuinigingen en die door de linkse partijen grotendeels werd verspild voor wat betreft een internationalistische praktijk. De huidige periode is er een waar de neoliberale dogma’s niet verdwenen zijn, maar waar bovendien de opkomst van extreemrechts en de conflicten in Oekraïne en het Nabije Oosten de zaken nog complexer maken. Momenteel zijn de teksten van Nu het volk! nog te ontwijkend om zich een idee te  vormen  over hun inbreng op deze gebieden.

 

Noten (toegevoegd door de vertaler)

[i] Voor een aantal termen, zie de Annex van Voor Europees links is internationale solidariteit meer retoriek dan realiteit

[ii] Het initiatief gaat in Frankrijk door onder de naam “Maintenant le peuple!”, in Spanje als “Ahora la gente!” enz. [Nvdr]

[iii] De website van Nu het volk! vermeldt inmiddels ook Die Linke (Duitsland) en Sinistra Italiana als aangesloten organisaties. [Nvdr]

[iv] Zie bv. Plan B kwam bijeen in Kopenhagen [Nvdr]

[v] Bij de Europese verkiezingen wordt een evenredige verdeling gebruikt bij de zeteltoewijzing. Dit is gunstiger voor kleine partijen dan bij veel nationale kiessystemen.[Nvdr]

[vi] Over het ontstaan van Sumar, zie bv. Herschikkingen in de Spaanse linkerzijde [Nvdr]

 


 

 

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *