Komende evenementen

Vakbond en vredespolitiek

 

door Herman Michiel
20 juni 2024

 

Op 14 en 15 juni had in Stuttgart een conferentie plaats waarin vakbondsleden de verhouding vakbond-vredespolitiek bespraken. Organisatoren waren de Stuttgartse afdeling van ver.di (de vakbond voor bedienden en de dienstverlenende sector, aangesloten bij de overkoepelende Duitse vakbond DGB)  en de Rosa Luxemburg Stichting, de vormingsorganisatie die aanleunt bij Die Linke. Het motto was “Wapens neer, lonen omhoog”. Het was de tweede bijeenkomst in haar soort, volgend op de eerste uitgave in 2023, “De vrede winnen, niet de oorlog”, georganiseerd door de afdeling Hanau van de metaalvakbond IG Metall (een andere centrale van DGB) eveneens met de Rosa Luxemburg Stichting.

Het is zeker niet zo dat “de” vakbonden in Duitsland zich eensgezind keren tegen wapenindustrie en bewapening. We hebben hier recent nog een kras geval van het tegendeel vermeld, waarin de leiding van IG Metall zich achter de wensen van de Duitse wapenindustrie schaart. Maar de DGB telt gelukkig ook voldoende kritische leden en militanten die de belangen van de werkende klasse ruimer zien dan goed betaald werk. Zij zijn het die erin slaagden de vredespolitiek op de vakbondsagenda te plaatsen. Een meer dan nodig initiatief dat navolging verdient, nu de EU een grote speler wil worden op het wereldtoneel, met een militair-industrieel complex, gesteund met belastingsgeld dat onttrokken wordt aan de sociale budgetten.

Voor vakbonden, met leden werkzaam in wapenbedrijven, in het leger, is het zeker geen eenvoudige kwestie hierin een gedragslijn te bepalen. Men denkt anders over het verbod op wapenexporten naar oorlogvoerende partijen als je bedrijf die wapens produceert. Enkele jaren geleden maakte de Luikse socialistische vakbond (FGTB) zich zorgen over een te strenge interpretatie van het wapenexportverbod naar Saoedi-Arabië, omdat het de wapenfabriek van FN Herstal kon in gevaar brengen. De secretaris van ACOD Defensie (openbare dienstencentrale van de socialistische vakbond ABVV aan Vlaamse zijde) van haar kant bezingt een toekomstig Europees leger als garantie voor de vrede. Maar binnen diezelfde vakbonden klinken ook heel andere stemmen. Zo sprak Frank Werneke, voorzitter van de reeds genoemde Duitse vakbondscentrale ver.di, zich uit tegen de NATO-eis om 2% van het BBP te besteden aan defensie, en tegen de monsterenveloppe van 100 miljard euro die de Duitse regering voor de Bundeswehr opzij zette. Het is geld dat voor onderwijs, zorg en sociale zekerheid zal ontbreken, aldus Werneke. En meer nog dan woorden toont de boycot van wapentransporten naar Israël door (lucht-)havenarbeiders – tot in Indië toe – aan welke enorme rol vakbonden zouden kunnen spelen in een vredespolitiek van onderuit.

Zouden kunnen… Het ontbreekt niet aan exemplarische standpuntnames en acties, maar het is te weinig, niet systematisch en niet consequent genoeg, zoals ook Özlem Demirel, europarlementslid voor Die Linke, betreurde in haar uiteenzetting op de vredesconferentie. Op de conferentie kwam ook naar voren dat het debat ook op de werkvloer moet gevoerd worden, en dat onder de leden een grote nood aan ‘oriëntering’, vorming nodig is, zoals een secretaris van IG Metall (de bond die ook in de wapenindustrie aanwezig is) uit haar ervaring meldde. En inderdaad, waarom zou een vakbond, die de infrastructuur en middelen heeft om leden rond een tafel samen te brengen, niet een spreker uitnodigen, eerder uit de vredesbeweging dan uit een militaire school (zoals de vermelde ACOD-secretaris deed), en zo de discussie aanwakkeren over oorlogsdreiging, vrede, NAVO, Europees leger, Rusland, China, Israël?

Een aangewezen invalshoek voor discussies binnen vakbonden over de aan de gang zijnde militarisering van Europa is het budgettair aspect, zoals het motto van de conferentie “wapens neer, lonen omhoog” aangeeft. Een van de sprekers was Rudi Kennes, het pas verkozen europarlementslid van de Belgische Partij van de Arbeid (PVDA/PTB). Hij heeft een lange carrière achter de rug als ABVV-hoofddelegee bij Opel in Antwerpen, hij was ook ondervoorzitter van de Europese ondernemingsraad van General Motors. In zijn uiteenzetting wees hij op de bedrieglijke argumenten waarmee de militarisering van Europa wordt aangeprezen. “De EU-Commissie had beweerd dat een gemeenschappelijk defensiebeleid 100 miljard zou besparen. Maar het tegenovergestelde is gebeurd. Er wordt gevraagd om nog eens 100 miljard euro voor de uitbreiding van een militair-industrieel complex.” Volgens Kennes gaat de Europese samenwerking in de richting van een Europees leger. [1]. Hoe moeten vakbonden hierop reageren, ook die met leden binnen defensie, of binnen Europese bedrijven die maar al te graag hun pantsers of jets zouden kwijt willen aan een grote Europese defensiemarkt?

Het is duidelijk dat er conflicten kunnen ontstaan tussen het algemeen werkersbelang en dat van tewerkgestelden in de militaire industrie of het leger, tussen een vakbond en een politieke partij die erbij aanleunt, tussen vakbondsleden die geloven in een dreigende Russische inval en anderen die dit als propaganda van de militaristische lobby beschouwen. Een reden te meer om het debat hierover te voeren binnen de vakbonden. Daar bevinden zich ten slotte de krachten die alles te verliezen hebben bij de militarisering van hun continent.

 

[1] Over dat Europees leger zou Kennes best ook binnen de PVDA het debat op gang brengen. In het verkiezingsdebat Hedebouw-Francken zegt Hedebouw dat we een Europees leger moeten hebben om niet langer afhankelijk te zijn van de VS voor onze defensie (rond minuut 13 van de video). Bij de bevraging door Vrede vzw van de Vlaamse partijen over hun standpunten in verband met de vredesproblematiek is vraag 6.4 “Is uw partij voor de uitbouw van een EU-leger?”. Het antwoord van de PVDA is hier Nee, en dat wordt ondersteund met het argument “De Europese samenwerking gaat systematisch in de richting van een Europees leger, met het oog op de uitbouw van een Europees militair-industrieel complex. Wij verwerpen deze logica.” Men ziet inderdaad niet in waarom men de leidende kringen in de EU ook nog een leger zou toevertrouwen; van hun vredesstrategie moet nog het eerste teken gezien worden.

 


 

 

Een reactie op “Vakbond en vredespolitiek”

  1. Inderdaad Herman, een juiste beoordeling, het is langs deze organisaties dat er een kans bestaat voor een ommezwaai. Het is gewaagd zoals u het terecht aangeeft. Laat ons de woorden van Willem van Oranje gebruiken : ” Men hoeft niet te hopen om iets te ondernemen, noch te slagen om te volharden ” !
    Met betrekking tot de militarisering van de EU: dat wordt een onbetaalbare onderneming omdat onze economie een op winst gedreven economie is. Ook de defensie industrie bv RheinMetall verwacht een omzet van 10 miljard € 2,8 miljard meer dan vorig jaar en een operationele winstmarge die stijgt van 12,8 naar 15% (https://www.rheinmetall.com/en/)

    Het bedrijf KNDS (https://www.knds.com/) investeert met haar eigen middelen 10 miljoen € in een nieuwe productieketen te Nijvel om jaarlijks 30.000 – 155 mm artilleriegranaten te produceren.
    Het zijn enkele voorbeelden van de financiële macht en de daarbij horende invloed, die deze industrie heeft en ze ook gebruikt !
    En zoals de uitdrukking het zegt : “Omwille van de smeer likt de kat de kandeleer “. Het zal dus een hele uitdaging zijn om zelfs dat onderwerp van
    “demilitarisering ” aan te snijden.
    Voor de grote meerderheid is oorlog waanzin maar toch laten we toe dat de meest moorddadige wapens worden geproduceerd op het continent dat zich de bakermat van de beschaving noemt !

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *