Komende evenementen

Voor Europees links is internationale solidariteit meer retoriek dan realiteit – Deel 2

 

Vladimir Bortun (*)
18 januari 2024

 

[Deel 1 en een inleiding vindt u hier]

 

Verdeeld staan we

Meer in het algemeen verdiepte de oude verdeeldheid over de EU zich na 2015. Men was het er algemeen over eens dat de ondemocratische aard van de EU zonneklaar aan het licht was gekomen, maar dit leidde tot verschillende conclusies. Sommigen – zoals Europees Links of DiEM25 van Yanis Varoufakis – bleven aandringen op een hervorming van de EU van binnenuit. Die benadering had raakvlakken met het liberale argument dat afwijzing van de EU gelijkstaat met nationalisme.

In plaats daarvan, zo luidt het argument, moeten we de Europese integratie versnellen langs progressieve lijnen, zoals de invoering van een EU-brede vennootschapsbelasting of de Europese Centrale Bank de bevoegdheid geven om overheidstekorten te financieren. Een (pandemische) crisis later is de EU echter nog maar weinig in die richting opgeschoven. Integendeel, de in 2023 door de Europese Commissie voorgestelde hervormingen van het Stabiliteitspact zullen het neoliberale begrotingsbeleid van de EU versterken, terwijl het geld dat lidstaten krijgen uit de Next Generation fondsen [i] gepaard gaat met neoliberale hervormingen.

Aan de andere kant zagen de meer orthodoxe communistische partijen, die altijd hebben gepleit voor een definitieve breuk met de EU, in de capitulatie van Syriza een nieuw bewijs van het onhervormbare karakter van de EU. Zoals de Communistische Partij van Griekenland KKE het verwoordde: “De EU, die een unie van het kapitaal is, kan niet worden verbeterd ten gunste van de volkeren, kan niet worden gedemocratiseerd, kan niet worden omgevormd tot een Europa van de arbeiders.” Dat klopt waarschijnlijk. Maar deze conclusie stelt weinig voor zonder een plausibele visie en strategie om een uittreding te laten werken voor de werkende klassen, rekening houdend met het niveau van klassenbewustzijn over deze kwestie (sterk variërend van land tot land) en de sociale krachtsverhoudingen op nationaal en transnationaal niveau.

Er kwam echter een soort synthese tussen deze twee uitersten met het transnationale “Plan B” voor Europa. Plan B werd opgezet op initiatief van partijen als La France Insoumise, Left Bloc, Podemos en de Deense Rood-Groene Alliantie en hield tussen 2016 en 2017 vijf topontmoetingen, voordat het in 2018 werd omgedoopt tot het onhandig genaamde “Now, the people!- Maintenant le Peuple!”.

In een notendop was de stelling dat, in het licht van Syriza’s mislukte poging om concessies te krijgen van het EU-establishment, een linkse nationale regering een tweeledige strategie nodig zou hebben: plan A zou bestaan uit het eisen van structurele hervormingen van de EU volgens progressieve lijnen, terwijl men tegelijkertijd ongehoorzaam zou zijn aan de institutioneel vastgelegde neoliberale bepalingen door eenzijdig een links beleid te voeren; en plan B zou in werking treden in het waarschijnlijke geval dat het establishment van de EU de linkse regering zou straffen door te dreigen het land uit de Eurozone te dwingen. De reactie hierop mag niet een capitulatie zijn (zoals die van Syriza), maar het opzetten van “een nieuw systeem van Europese samenwerking gebaseerd op het herstel van economische, fiscale en monetaire soevereiniteit”.

Deze “eurosceptische ongehoorzaamheid” [‘Disobedient Euroskepticism’] had de verdienste een uitweg te bieden uit de verdeeldheidzaaiende dichotomie tussen hervormen of eruitstappen. Maar het slaagde er niet in om veel meer aanhangers te winnen bij de Europese linkerzijde of om banden te smeden met ruimere bewegingen en sociale groepen die het wilde vertegenwoordigen. Zelfs Podemos, de enige partij die betrokken was bij Plan B en die sindsdien deel uitmaakt van een regering, heeft zijn houding ten opzichte van de EU afgezwakt als junior partner in de Spaanse sociaaldemocratische regering (2019-2023). Dat zou wel eventueel kunnen veranderen na de recente breuk met de regeringscoalitie en de scherpe kritiek van de partijleider op de Europese Commissie over haar standpunt inzake Gaza.

Ook de partij van Mélenchon, die een van de belangrijkste initiatiefnemers van Plan B was, heeft vrijwel alle gesprekken over “ongehoorzaamheid” op een laag pitje gezet om haar meer gematigde partners in de NUPES-coalitie [ii] tevreden te stellen (al zal NUPES er vrijwel zeker niet in slagen om een gezamenlijke kandidatuur in te dienen voor de Europese verkiezingen van 2024). Mélenchon is zelfs niet in staat geweest om zijn eigen aanhang te overtuigen van de noodzaak van ongehoorzaamheid (aangezien zij in overgrote meerderheid voorstander blijven van het EU-lidmaatschap van Frankrijk), en meer recentelijk hebben partijkopstukken geopperd dat er geen onverenigbaarheid is tussen ongehoorzaamheid en in de EU blijven.

Plan B bleef dus een zaak van partij-elites, die na 2018 wegebde toen de partijen er zelf afstand van namen. Dit elitisme is inderdaad paradoxaal genoeg ook een kenmerk van andere transnationale projecten die de afgelopen jaren bij radicaal links zijn ontstaan, zoals de Progressieve Internationale of DiEM25, die er tot nu toe grotendeels niet in zijn geslaagd om een basis op te bouwen in de bredere beweging – om nog maar te zwijgen van de populaire klassen in het algemeen.

Al met al blijft de verdeeldheid over de EU vandaag de dag een van de belangrijkste belemmeringen voor transnationale samenwerking binnen radicaal links. Er zijn talloze oproepen gedaan om samen te komen tot een coherente visie voor Europa, tevergeefs. Maar is zo’n visie echt nodig voor links om de huidige transnationale versnippering te overwinnen? Rechtvaardigt de onenigheid over de beste manier om het neoliberalisme van de EU te bestrijden werkelijk de zo sterke versnippering?

[Einde Deel 2]

 

(*) Vladimir Bortun is politoloog aan de Universiteit van Oxford en houdt zich bezig met politieke elites, klassenvertegenwoordiging en radicaal-linkse partijen. Hij is auteur van Crisis, Austerity and Transnational Party Cooperation in Southern Europe, The Radical Left’s Lost Decade (2023)

[i] Next Generation EU is een ‘herstelfonds’ van 750 miljard euro dat door de Europese Commissie in 2020 opgericht werd met de bedoeling de economische en sociale gevolgen van de coronacrisis te bestrijden en de Europese economie te moderniseren. Meer hierover hier.[Nvdr]

[ii] NUPES (Nouvelle Union Populaire Écologique et Sociale) is een poging voor (vooral electorale) samenwerking tussen Mélenchon’s La France Insoumise, de communistische (PCF) en socialistische (PS) partijen, groenen en kleinere linkse partijen, ontstaan met de eenheidskandidatuur van Mélenchon bij de presidentsverkiezingen van 2022. [Nvdr]

 


 

 

Een reactie op “Voor Europees links is internationale solidariteit meer retoriek dan realiteit – Deel 2”

  1. Een prachtige synthese. Nu de verdeeldheid van Links is van alle tijden zie het standpunt van Karl Marx in de Frans Duitse oorlog 1870. Terwijl de partijleiders Wilhelm Liebknecht en August Bebel in de Rijksdag weigerden voor de oorlogkredieten te stemmen, distantieert Marx zich van dit standpunt en spreekt hij van een Duitse verdedigings oorlog. Ook deze van Jean Jaurès aan de vooravond van de 1ste WO om een internationale Frans -Duitse arbeiderssolidariteit op te zetten tegen de oorlog heeft hij met zijn dood bekocht.
    Het kapitalisme weet het chauvinisme handig te bespelen met de steun van zijn uiterst rechtse falanxen. Het falen van Links schuilt hem in het onderhuids woekeren van het Nationalisme en het privé eigendom .In 1755 publiceerde Jean Jacques Rousseau : “Discours sur l’origine et les fondements de l’inigalité parmi les Hommes ” en waarin hij duidelijk maakt dat private eigendom naast een ” l’individualisme possessif ” ook een politieke bestemming heeft . Heel ons recht systeem is hierop gebaseerd, Hierin ligt de moeilijkheid om een internationaal solidaire systeem op te zetten. Maar het uitgangspunt van de vele initiatieven draagt in zich de woorden van Willem van Oranje : “Il n’est point besoin d’espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer ” vertaling : ” Het is niet nodig te hopen om te ondernemen noch te slagen om te volharden”

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *