Komende evenementen

Waarom de vredesbeweging niet openstaat voor rechts

Frieden-links (*)
7 april 2023

 

Hieronder vindt u in Nederlandse vertaling een positionering van het linkse Duitse vredescollectief Frieden-links waarin ze hun visie geven op wat een vredesbeweging is of hoort te zijn. Dit is vooral een reactie op de controverse die ontstond rond de oproep van Die Linke politica Sahra Wagenknecht, samen met  de journaliste en feministe  Alice Schwarzer, voor een betoging tegen de oorlog in Oekraïne, oproep die met nogal wat succes werd beantwoord met meer dan 600.000 handtekeningen en een opkomst van wel 50.000 mensen (Berlijn, 27 februari).

De controverse draaide vooral rond twee aspecten.
Vooreerst was de oproep geen initiatief  van Die Linke als partij, en de partijleiding zelf bleef, op enkele uitzonderingen na, afzijdig. Dit moet gezien worden in het kader van de pogingen van een deel van Die Linke om zich salonfÀhig te maken, door afzwakking van of verzaking aan het antimilitaristische partijprogramma, dat ook uitstap uit de NAVO omhelst.  Dit eerste aspect zou men kunnen samenvatten met de bevinding dat Wagenknechts initiatief voor een deel van Die Linke te links was.

Maar andere tegenstanders van het initiatief beweerden dat het te rechts was, dat het “openstond voor rechts” (rechtsoffen), waarmee in feite extreem-rechts bedoeld werd. Een aantal kopstukken van het xenofobe, uiterst-rechtse Alternative fĂŒr Deutschland (AfD) hadden inderdaad de oproep getekend, en er werden vanuit AfD aanstalten gemaakt om onder hun banier deel te nemen aan de betoging. Dat werd door de ‘weldenkende’ media en mainstream politiek, maar ook door sommige linkse tegenstanders van het Wagenknecht-Schwarzer initiatief  vlug  geĂŻnterpreteerd in de zin van “zie je wel”, terwijl Wagenknecht vooraf uitdrukkelijk gezegd hadden dat extreem-rechts “niets te zoeken heeft op een vredesbetoging”. De evidente vaststelling dat men bij een betoging de deelnemers niet vooraf kan testen op hun partijvoorkeur werd door tegenstanders van de oproep (en veelal voorstanders van nog meer wapenleveringen aan OekraĂŻne) gretig  hineininterpretiert  als een ‘invitatie’ voor extreem-rechts…

Dit alles voor wat de Duitse context betreft, waarop  het vredescollectief Frieden-links in onderstaande 14 stellingen reageert.  Een aantal stellingen zijn  misschien eerder typisch voor Duitsland; men kan zich bv. de vraag stellen of het coronabeleid van de overheid alhier tot dezelfde repercussies leidde in de publieke opinie als in Duitsland (cfr. stelling 7). Maar andere punten van de positionereing hebben ook buiten de Duitse context hun relevantie.

Er is de algemene vaststelling dat in een oorlogsatmosfeer pacifisten, antimilitaristen, oorlogstegenstanders (toch in een eerste fase) verguisd , als abnormaal of asociaal bestempeld worden, waarbij de media een eersterangsrol spelen. Belangrijk is ook het uitgangspunt (stelling 1, stelling 10) dat een vredesbeweging geen politieke organisatie is met een welbepaald programma. Men moet het eens zijn over een aantal concrete eisen; hoe verregaand die zijn hangt van de context af. Stelling 4 over de rol van de NAVO is die van Duitse linkse oorlogstegenstanders, die ik volledig deel, maar dat is niet binnen de hele vredesbeweging het geval. Of een standpunt over de NAVO deel uitmaakt van een vredesoproep moet concreet afgewogen worden, een keuze in feite tussen de diepte en de breedte van de alliantie.

Het politiek-filosofisch pluralisme van een vredesbeweging, zoals verdedigd in de aanhef van de onderstaande tekst (“van conservatieven tot communisten”) toont aan dat er ook ruimte is  voor stemmen uit het militair apparaat zelf, als die tenminste een bijdrage kunnen leveren tot de vrede. Zo werden de betogers op 27 februari in Berlijn ook toegesproken door generaal Erich Vad, die zich veel vragen stelt over de Duitse wapenleveringen aan OekraĂŻne. In dezelfde optiek publiceerden we onlangs een interview met een andere Duitse generaal, Harald Kujat.

De Duitse partijpolitieke context (punt 5) is natuurlijk niet dezelfde als de Belgische of Nederlandse, maar ook bij ons zijn groenen NAVO-gezind en pro wapenleveringen aan OekraĂŻne. Wat de sociaaldemocratie betreft zijn er wel historische verschillen, die te maken hebben met de Duitse militaire terughoudendheid na de Tweede Wereldoorlog en de ontspanningspolitiek onder Willy Brandt. Hoe nieuwe politiek actieven, jongeren bijvoorbeeld, bij ons de termen links en rechts interpreteren (punten 6 en 7) is een aparte discussie waard.

Stellingen 11 , 12 en 13 moet men zien tegen de achtergrond van de omstreden figuur Sahra Wagenknecht.  Over haar optreden binnen en buiten (cfr. ‘Aufstehen’) Die Linke lopen de meningen fel uiteen. Maar dat kan niet de basis zijn om haar vredesoproep en de betoging van 27 februari  te verwerpen. Zulk initiatief moet inhoudelijk geĂ«valueerd worden, en niet op basis van de antecedenten van de initiatiefnemers, aldus Frieden-links.

De positionering van deze Duitse vredesmilitanten is in ieder geval een goede basis voor discussie, want een gelijkaardige problematiek kan men ook elders verwachten, nu we in Europa gelanceerd zijn voor een lange periode van militarisering.

H. Michiel

Stellingen van het Initiatief Frieden-links, gepubliceerd op 4 april 2013

 

Waarom de vredesbeweging niet openstaat voor rechts

Wat verbindt binnen de vredesbeweging is de kritiek op militarisme en oorlog. Op deze basis biedt zij ruimte aan mensen in de bonte verscheidenheid van opvattingen en/of overtuigingen, waaronder conservatieve of communistische, christelijke of atheĂŻstische, anarchistische, burgerlijk-liberale, ecologische, pacifistische en vele andere.

Sinds haar opkomst als ‘moderne’ vredesbeweging aan het begin van de 20e eeuw wordt ze door oorlogstokers en militaristen politiek vervolgd, belasterd als verraders van het vaderland, als ‘op afstand gestuurden’ of als de vijfde colonne van de ‘vijand’ van het moment, als naïef, realiteitsvreemd, politiek onbekwaam. Van recentere datum is het verwijt ‘open te staan voor rechts’ (inclusief ‘dwarsdenkers’ of ’antisemieten’), maar ook dat heeft een zeker effect; het is daarop dat we ingaan in onderstaande stellingen.

 

  1. De vredesbeweging als brede maatschappelijke alliantie is altijd gekenmerkt geweest door een veelheid aan verschillende analyses en opvattingen over de vredesproblematiek. Controverses – zoals de duiding van de voorgeschiedenis en achtergrond van de huidige oorlog in OekraĂŻne – staan echter gemeenschappelijke concrete eisen niet in de weg.
  2. De vredesbeweging heeft altijd te maken gehad met laster. Nieuw in vergelijking met het verleden is dat dit bij ons gebeurt door krachten uit organisaties die voorheen verbonden waren met de vredesbeweging. Dat veroorzaakt diepe tegenstellingen binnen grote ledenorganisaties, omdat daarin nog steeds mensen actief zijn die stigmatisering en uitsluiting afwijzen. Hetzelfde geldt voor belangrijke partners van de vredesbeweging, zoals vakbonden of kerkelijke kringen.
  3. De achtergrond van deze ontwikkeling is de enorme druk die de heersende elites en hun media uitoefenen op vredelievende krachten, van welke aard ook. Dat beperkt de debatruimte op schrikbarende wijze, en bedreigt meningen die afwijken van de mainstream met straffen en beroepsverbod.
  4. Vanuit het oogpunt van de NAVO wil en moet het Westen de oorlog in OekraĂŻne winnen. Dat was misschien nog niet zo bij het begin van de oorlog, maar nu gaat het de NAVO-haviken en hun militair-industrieel complex om het behoud van hun werelddominantie. Ze willen de overgang van een unipolaire naar een multipolaire wereld beletten, of op zijn minst tegenwerken. Dit is de reden voor hun vijandigheid en onverzoenlijkheid tegenover alle krachten die vertrouwen op diplomatie, compromis en ontwapening.
  5. In de Duitse politiek vond het keerpunt al plaats in 1999, toen de Groenen en de SPD braken met pacifisme en/of militaire terughoudendheid; ze werden oorlogszuchtig in de Joegoslavische oorlog. De huidige escalerende oorlogszucht vertoont ook parallellen met de in 1914 ontstane oorlogshysterie, toen een diepgeworteld anti-oorlogsgevoel onder de bevolking door politiek en intellectuele elites kon worden omgebogen. Ook toen speelden anti-Russische sentimenten een grote rol. Het was Karl Liebknecht die onder het motto “De grootste vijand staat in eigen land” een tegenbeweging kon op gang brengen.
  6. Momenteel worden de politieke categorieĂ«n ‘links’ en ‘rechts’ gedeconstrueerd door een totalitaire opinievorming uitgaande van het politieke ‘centrum’. Ondertussen wordt bijna elke houding die afwijkt van de norm als ‘rechts’ bestempeld.
  7. Voor veel mensen die de afgelopen jaren ge(re-)politiseerd werden – vooral door het coronabeleid van de Bondsregering en haar aanspraak op onfeilbaarheid – komt de term ‘links’ niet meer over als een verduidelijking, maar eerder als een aanklacht. ‘Links’ wordt steeds meer gezien als een denigrerende term gebruikt door rechts, een synoniem voor het zich op inhoudsloze wijze onderscheiden van anderen. ‘Rechts’ is in deze context de opvatting dat oorlog en militarisering noodzakelijk en verstandig zijn, rechts is het denken in termen van vijandbeelden, de opvatting dat verschillende groepen mensen en individuen verschillende waarden en rechten hebben, rechts is autoritair, trapt naar onderen en flikflooit naar boven toe.
  8. Wij zien onszelf als linksen in de vredesbeweging; niet om ons te onderscheiden van anderen, maar om ons kenbaar te maken. Voor ons zijn de beginselen van een vredespolitiek: antimilitarisme, internationale solidariteit en een antifascisme dat uitgaat van de historische omstandigheden die leidden tot de machtsoverdracht aan de nazi’s in 1933 en deze vertaalt in hun huidige verschijningsvormen. In ons streven naar vrede kijken we ook naar eigendoms- en machtsverhoudingen, naar geostrategische belangen, we analyseren sociale gelijkheid of ongelijkheid in dit land en wereldwijd. Voor ons horen vrede, democratie en mensenrechten bijeen, en zo ook vrede en het behoud van de natuurlijke grondslagen van het leven.
  9. Wie zich links opstelt, moet daarin ook consequent zijn. Wie zijn linkse standpunten opgeeft om in de mainstream te komen, geeft de bal door aan degenen die racistische en militaristische standpunten innemen, maar op strategische of tactische wijze een vredesretoriek hanteren omwille van hun aanhang of uit ander politiek opportunisme.
  10. Wij demonstreren bij bepaalde gelegenheden met alle mensen die de betreffende oproep oprecht delen, en we ijveren ervoor dat alleen zulke krachten een podium krijgen. We zijn er ons van bewust dat de beoordeling van wie oprecht is geen eenduidige vaststelling is, maar een kwestie van historisch bewustzijn en politieke ervaring.
  11. Wij verzetten ons resoluut tegen een obsessief ‘demarceren’,  niet gebaseerd op inhoudelijke argumenten i.v.m. de vredespolitiek. Verwijten als ‘rechtsoffen’ [openstaand voor (extreem-)rechts’] (en ook het als scheldwoord gebruikte ‘dwarsdenker’ [1]  of het lichtzinnig gebruik van de doodsteekterm ‘antisemitisme’) zijn geen deel van het linkse denken. Het zijn uitvindingen van rechts om de beweging te verdelen. Echt effectief worden ze echter pas als ze niet alleen ‘van buitenaf’ op een beweging worden gekleefd, maar als men kan verwijzen naar ‘getuigen van binnenin’. Dat werkt dan weer vaak met leugens zoals vervalste of uit hun verband gerukte citaten, of door gebeurtenissen of uitspraken aan elkaar te koppelen die niets met elkaar te maken hebben.
  12. Wij willen organisaties en partijen beoordelen op basis van hun programma, en niet op basis van het bekritiseerbaar optreden van individuele hoofdrolspelers. Iedereen die oprecht opkomt voor de vrede is welkom. Maar wie een vredesbijeenkomst in een rechtse happening wil transformeren moet thuisblijven.
  13. Wij willen personen die als ‘controversieel’ of ‘openstaand voor rechts’ worden afgeschilderd, beoordelen op het geheel van hun inhoudelijke uitspraken, en zetten ons in voor een waarheidsgetrouwe voorstelling van zaken. Wij zoeken bewust samenwerking met krachten die het vredesvraagstuk op een ‘nieuwe’ manier benaderen. Wij willen hun politieke socialisering begrijpen, en met hen eerlijk en open discussiĂ«ren.
  14. Wie zijn geschiedenis niet kent, is gedoemd deze te herhalen. Wij brengen dit in verband met sleuteljaren in de Duitse geschiedenis zoals 1914 en 1933. Daarom beschouwen we een daarop geënt historisch besef als een essentieel voor een verhelderende aanpak.

 

Ondertekenaars van de stellingname: (klikken)

Die Frieden-links-Initiative:

Reiner Braun, Berlin, International Peace Bureau, Kampagne Stopp Air Base Ramstein
Wolfgang Gehrcke, Berlin, Mitglied des GesprÀchskreises Friedens- und Sicherheitspolitik der Rosa-Luxemburg-Stiftung
Heike HĂ€nsel, TĂŒbingen, Die LINKE
Ulla Jelpke, Berlin, Mitherausgeberin von ‚Ossietzky‘, Mitglied u.a. in ‚Sea-Watch‘
Kristine Karch, DĂŒsseldorf, Co-Sprecherin internationales Netzwerk ‚No to war – No to NATO‘, Kampagne Stopp Air Base Ramstein
Prof. Dr. Karin Kulow, Berlin, Nahost- und Islamwissenschaftlerin, Konfliktforscherin
Ekkehard Lentz, Bremen, Sprecher Bremer Friedensforum
Pascal Luig, Berlin, NaturwissenschaftlerInnen-Initiative Verantwortung fĂŒr Frieden und ZukunftsfĂ€higkeit e.V. (NatWiss), Kampagne Stopp Air Base Ramstein
Dr. Alexander Neu, Rhein-Sieg-Kreis, Politologe
Willi van Ooyen, Frankfurt/M., Aktivist der Friedens- und Sozialforumsbewegung, Bundesauschuss Friedensratschlag, OstermarschbĂŒro
Prof. Dr. Norman Paech, Hamburg, emeritierter Professor fĂŒr Politikwissenschaft und fĂŒr Öffentliches Recht, BĂŒndnis fĂŒr Gerechtigkeit und Frieden zwischen Israelis und PalĂ€stinensern (BIP)
Karl Heinz Peil, Frankfurt/M. Friedens- und Zukunftswerkstatt e. V., verantwortlicher Redakteur des ‚Friedensjournal‘
Christiane Reymann, Berlin, Publizistin
Prof. Dr. Werner Ruf, EdermĂŒnde, Politikwissenschaftler und Friedensforscher, Kasseler Friedensforum, Mitglied des GesprĂ€chskreises Friedens- und Sicherheitspolitik der Rosa-Luxemburg-Stiftung
Bernhard Trautvetter, Essen, MitbegrĂŒnder Netzwerk Schule ohne Bundeswehr NRW, Sprecher Essener Friedensforum, VVN-BdA, GEW
Dr. Winfried Wolf, Michendorf, Chefredakteur Zeitung gegen den Krieg

(*) Frieden-links bestaat uit een aantal Duitse linkse vredesactivisten die van Die Linke verwachten de spreekbuis te zijn van een echte vredespolitiek. Ze verzetten zich daarom tegen elke opportunistische beperking van het programma van Die Linke, en stellen zich binnen de Duitse vredesbeweging op als een linkse componente in een pluralistische samenhang.

[1] Het Duitse Querdenker dat we hier als dwarsdenker vertalen heeft de voorbije jaren in Duitsland een specifieke betekenis gekregen, nl.  het ontkennen van het bestaan of de ernst van het coronavirus, de oppositie tegen het coronabeleid, enz. Dat de binnenlandse veiligheidsdiensten (BfV) dit als mogelijke misdaad hebben gecatalogeerd werpt enig licht op de verwijzing naar het coronabeleid in punt 7. [Noot van de vertaler]


 

 

2 reacties op “Waarom de vredesbeweging niet openstaat voor rechts”

  1. Bedankt Herman ons deze stellingname over te maken.
    Ik geef u hier mijn opinie over de vredesbewegingen.
    Als een vredes beweging haar standpunt opstelt in functie van de publieke opinie dan kan ze er beter mee ophouden. De publieke opinie wordt gevormd en gekneed niet alleen door de pers maar ook door andere agenten of vectoren. Heel concreet U weet net als ik en vele andere kritische lezers en luisteraars dat de media wordt beheerd door het grote geld waarvan ze ook de spreekbuis zijn ( de big business). Onderzoek heeft aangetoond dat 85% van het nieuws dat wij dagelijks voorgeschoteld krijgen! van 3 persagentschappen komt.
    Onafhankelijke media die een ander geluid laten horen, worden op allerlei manieren tegengewerkt nog niet zoals als Assange maar ze zouden er niet voor terugdeinzen om het te doen namelijk te censureren en hen uit te sluiten op de sociale media
    De traditionele media serveren je een eenheidsworst in de nieuwsduiding .
    Als de vredesbewegingen denken het tij te doen keren door met deze vector rekening te houden dan zijn ze ver weg van hun doel of worden ze zoals Greenpeace gesponsord door de CIA ?
    Je gaat niet de vrede verkrijgen door diegene die het meest van de oorlog profiteren tegen hun schenen te schoppen die zijn daar ongevoelig voor. Maar door diegene die lijden onder deze oorlog hun ogen te openen en dat is partizanen werk !

  2. Beste Theo, het is me niet helemaal duidelijk welke kant je reactie uitgaat. Volledig akkoord natuurlijk dat een vredesbeweging die haar huik naar de wind zou zetten omwille van de publieke opinie aan haar missie verzaakt. Als je de Duitse GrĂŒnen neemt, weliswaar een politieke partij en geen vredesbeweging, maar indertijd toch met een aanzienlijke pacifistische inslag, dan is dat inderdaad een schoolvoorbeeld van plat opportunisme met electorale en regeringsdeelnamebeluste bedoelingen.
    Maar de problematiek opgeworpen door Frieden-links gaat over een andere kwestie. Hoe moet een vredesbeweging het aanpakken als ze ijvert voor een concreet doel, nl. een zo vlug mogelijk einde aan de oorlog in OekraĂŻne? In het publieke debat over die oorlog hebben linkse vredesorganisaties gewezen op de grote historische verantwoordelijkheid van het Westen en de NAVO, en haar rol in tal van andere ‘illegale’ oorlogen. Uittrede uit de NAVO is daarom een logische eis (die ik volledig onderschrijf, maar dit terzijde). Maar om allerlei redenen zijn er componenten van de vredesbeweging die de rol van de NAVO niet op dezelfde manier zien, of dat toch (uit ideologische, maar misschien ook uit tactische overwegingen) niet publiek willen bevestigen. De vraag is dan of een linkse component van de vredesbeweging haar deelname aan een eenheidsinitiatief tegen de oorlog in OekraĂŻne moet weigeren omwille van het ontbreken van een anti-NAVO standpunt. Het antwoord van Frieden-links is duidelijk ‘nee’: het initiatief is gericht op de beĂ«indiging van een oorlog, niet op de beĂ«indiging van het lidmaatschap van de NAVO.
    Natuurlijk, als het politiek bewustzijn in een land (vredesbewegingen zijn nog steeds uitsluitend nationaal georganiseerd en in het beste geval ietwat internationaal gecoördineerd) zo ver gevorderd is dat alleen een minderheid in de vredesbeweging zich tegen een ordewoord als de uittrede uit de NAVO verzet, dan moet men dit ordewoord opnemen in het platform van een anti-oorlogsinitiatief. Het kan dan des te beter bijdragen om de publieke opinie aan te spreken i.v.m. haar illusies in de ‘vredesrol’ van het Atlantisch bondgenootschap. Dit is echter momenteel niet de stand van zaken in de vredesbewegingen.
    Je spreekt van ‘partizanenwerk’, Theo. Welnu, dat inzicht over de NAVO doen indringen bij brede lagen van de bevolking is inderdaad het partizanenwerk dat linkse organistaies en bewegingen moeten ondernemen. Maar dit inzicht als ‘vanzelfsprekend’ beschouwen in een concreet vredesinitiatief tegen de oorlog is het initiatief verzwakken, en de inbreng van zijn belangrijkste component op voorhand discrediteren.

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *